nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID VAN VELZEN
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel 10.10 komt te luiden:
Artikel 10.10 [Nahangprocedure]
Een krachtens de hoofdstukken 1 tot en met 10 van deze wet vastgestelde
algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal
overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na
de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij
binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde
van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt
gegeven dat het onderwerp of de inwerkingtreding van de algemene maatregel
van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend
voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet
wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal
besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur
ingetrokken.
II
In artikel 11.3, onderdeel J, wordt aan artikel 110, eerste lid, een volzin
toegevoegd, luidende: Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien
een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan
te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
Toelichting
Dit amendement regelt dat alle algemene maatregelen van bestuur die voortvloeien
uit de eerste tien hoofdstukken van deze wet bij het parlement moeten worden
nagehangen na vaststelling. De beide kamers van de Staten-Generaal hebben
vervolgens vier weken de gelegenheid om met ten minste een vijfde
van het grondwettelijk aantal leden vanéén van die kamer de
wens te kennen te geven dat het onderwerp of de inwerkingtreding van de AMvB
bij wet wordt geregeld.
Tevens brengt dit amendement de nahangprocedure in artikel 110, eerste
lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in overeenstemming met
Aanwijzing 43 van de Aanwijzingen voor de Regelgeving.
Van Velzen