31 385
Wijziging van de Advocatenwet en de Wet op het notarisambt in verband met het verruimen van de mogelijkheden tot het spoedshalve tuchtrechtelijk optreden tegen advocaten en notarissen

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT

Ontvangen 30 september 2008

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel E, artikel 60ab, tweede lid, wordt een lid ingevoegd luidende:

3. De raad van discipline beslist binnen veertien dagen nadat het verzoek van de deken van de orde waartoe de advocaat behoort overeenkomstig het eerste lid aan hem ter kennis is gebracht. De raad van discipline kan deze termijn ten hoogste eenmaal verlengen met eenzelfde termijn.

II

Artikel II, onderdeel C, punt twee, derde lid, komt als volgt te luiden:

3. De voorzitter van de kamer van toezicht beslist binnen veertien dagen nadat een klacht overeenkomstig het eerste lid aan hem ter kennis is gebracht De kamer van toezicht kan deze termijn ten hoogste eenmaal verlengen met eenzelfde termijn.

Toelichting

Spoedshalve tuchtrechtelijk optreden ziet op situaties die om direct ingrijpen vragen. Het is daarom niet wenselijk dat de raad van discipline of de kamer van toezicht lange tijd wacht met het treffen van spoedmaatregelen. Ook voor een (kandidaat)notaris of een advocaat is het van belang om snel zekerheid te hebben over de vraag of tegen hem spoedmaatregelen worden getroffen. Daarom wordt de termijn waarbinnen door de voorzitter van de kamer van toezicht of door de raad van discipline moet worden besloten of spoedshalve tuchtrechtelijk optreden noodzakelijk is, teruggebracht naar twee weken, met een verlenging van ten hoogste eenmaal die periode.

De Wit

Naar boven