31 383
Wijziging van de Wet overige OCW-subsidies en de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen i.v.m. de overgang van de verantwoordelijkheid voor onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 10 april 2008

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgave

1.Algemeen1
2.Reikwijdte van de voorzieningen die overgaan vanuit de SZW-regeling naar OCW2
3.Financiële gevolgen3
4.Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid4
5.Administratieve lasten4

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met genoegen kennisgenomen van dit wetsvoorstel. De wenselijk geachte overheveling van de verantwoordelijkheid voor de voorzieningen voor gehandicapten in het onderwijs naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) kan plaatsvinden zonder dat de betrokkenen in de uitvoering van de regelgeving hiervan enige hinder ondervinden.

De leden van deze fractie zijn van mening dat met dit wetsvoorstel een tijdige en deugdelijke oplossing is gegeven voor het onderbrengen van de bekostiging van voorzieningen waar deze hoort, namelijk het ministerie van OCW. Tevens is de regering er met dit wetsvoorstel in geslaagd de wens van deze leden te honoreren en de uitvoering van de regeling bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) te laten, dat hierin expertise heeft opgebouwd en de regeling tot nu toe efficiënt en effectief heeft uitgevoerd. Een goede uitvoering van de regeling blijft derhalve gewaarborgd. Het wetsvoorstel geeft de leden van deze fractie geen aanleiding tot het stellen van nadere vragen.

De leden van de PvdA-fractie zijn tevreden dat de noodzakelijke overheveling van de verantwoordelijkheid voor de verstrekking van onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar Onderwijs, Cultuur en Wetenschap nu goed wordt geregeld.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het wetsvoorstel om de verstrekking van onderwijsvoorzieningen in verband met een handicap over te hevelen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) naar de minister van OCW. Deze leden vinden dit een logische gang van zaken, omdat de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ook verantwoordelijk is voor de toegankelijkheid van het onderwijs voor jongeren met een handicap.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel van wet tot wijziging van de wet overige OCW-subsidies en de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, in verband met de overgang van de verantwoordelijkheid voor onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap. Deze leden hebben in het voorstel reden gezien tot het stellen van een aantal kritische vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel hetgeen beoogt de Wet overige OCW-subsidies en de Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen te wijzigen, in verband met de overgang van de verantwoordelijkheid voor onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De leden van deze fractie hebben op dit moment geen aanleiding tot het maken van nadere opmerkingen over dit wetsvoorstel.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de voorgestelde wetswijziging.

2. Reikwijdte van de voorzieningen die overgaan vanuit de SZW-regeling naar OCW

De leden van de PvdA-fractie vragen aandacht voor de problematiek van doventolken. Als een dove leerling staat ingeschreven in het speciaal onderwijs, maar deeltijdonderwijs volgt op een reguliere school in het kader van het zogenoemde symbioseonderwijs, is de school voor speciaal onderwijs verantwoordelijk voor het leveren van een doventolk. Het UWV vergoedt bij deelparticipatie echter geen tolkvoorziening en de AWBZ voorziet evenmin hierin. De leden van deze fractie vragen of de regering mogelijkheden ziet om dit probleem te verhelpen.

De leden van de SP-fractie vragen de regering of met deze overheveling van verantwoordelijkheid van SZW naar OCW een verandering van visie te verwachten valt met betrekking tot het verstrekken van en de toegankelijkheid van onderwijsvoorzieningen voor studenten met een handicap. Zo ja, dan vragen deze leden de regering om aan te geven op welke manier dit het geval zal zijn en op welke termijn. De leden vragen de regering verder om aan te geven of met deze regeling de procedures rond de aanbestedingen voor begeleiding, onderwijs en zorg van deze leerlingen komen te vervallen. Verder vragen de leden van deze fractie of de regering met hen van mening is dat REA-instituten en projecten als Regular Plus van centrum voor arbeidsrevalidatie Eega een eigen bestaansrecht hebben, en dat de expertise van deze instituten met betrekking tot onderwijs aan en intake, begeleiding en re-integratie van jonggehandicapten behouden moet blijven. Ook willen deze leden van de regering weten of dit onderwijs en deze begeleiding moeten plaatsvinden op (de huidige) aparte locaties. De leden vragen welke structurele maatregelen de regering neemt om deze instituten te behouden. Voorts vragen zij of de regering van mening is dat roc’s, nu of in de toekomst, gelijkwaardige expertise kunnen leveren voor dergelijke jongeren en welke consequenties een en ander heeft voor de expertise en het behoud van de locaties van de instituten.

De leden van de SGP-fractie wijzen erop dat de voorgestelde wetswijziging mede voorziet in een overgang van intermediaire voorzieningen voor leerlingen met een auditieve handicap. Deze ondersteuning wordt echter alleen geboden voor leerlingen die ingeschreven staan bij het reguliere onderwijs. De leden van deze fractie vragen de regering welke ondersteuning wordt geboden voor leerlingen in deelparticipatie, die ingeschreven staan bij het speciaal onderwijs maar participeren in het reguliere onderwijs. Ondersteuning van deze categorie leerlingen is in lijn met het beleid ten aanzien van passend onderwijs.

3. Financiële gevolgen

De leden van de PvdA-fractie stemmen ermee in dat met het wetsvoorstel geen bezuinigingsdoelstelling wordt nagestreefd. In verband met mogelijke budgetoverschrijdingen in de toekomst vragen zij de regering of de groei van het bedrag tot € 23,9 miljoen gelijke tred houdt met de verwachte groei van de mate waarin men een beroep zal doen op de bedoelde onderwijsvoorzieningen en wat er zal gebeuren met een eventuele groei na 2013.

De leden van de SP-fractie wijzen op de zinsnede in de memorie van toelichting dat «Uitgangspunt vanaf dit moment is dat de voorzieningen binnen dit financieel kader passen». Deze leden willen weten hoe die uitspraak is te rijmen met de idee dat elke student passende begeleiding, zorg en onderwijs moet krijgen. De leden vragen de regering of het niet logischer is dat de financiële kaders worden afgestemd op de vraag naar deze voorzieningen. Ook willen zij weten in hoeverre de regering rekening houdt met een ruimere budgettering. Verder vragen de leden van deze fractie de regering of bij de overheveling nieuwe gelden binnen de lumpsumfinanciering van roc’s binnenstromen ten behoeve van de onderwijsvoorzieningen voor studenten. Als dat het geval is, vragen deze leden hoe de regering ervoor zal zorgen dat deze gelden daadwerkelijk aan begeleiding van studenten worden besteed.

De leden van de VVD-fractie voorzien dat de toename van het aantal zorgleerlingen meer financiële lasten zal meebrengen. Deze leden vragen of de regering dit ook voorziet en hoe zij een dergelijke toename van zorgleerlingen budgettair denkt op te kunnen vangen. Verder vragen de leden van deze fractie de regering naar de concrete betekenis voor de OCW-begroting van de verschuiving van verantwoordelijkheid voor onderwijsvoorzieningen voor jongeren met een handicap. Deze leden willen weten of de minister van OCW deze verantwoordelijkheid (financieel) kan dragen, ook gezien de toename van het aantal zorgleerlingen. Zij vragen of de regering kan garanderen dat de overgang van verantwoordelijkheid niet zal betekenen dat opnieuw op bepaalde punten in de OCW-begroting moet worden gesneden. Als dat wel het geval is, willen zij weten hoe de regering voor de financiële dekking gaat zorgen die de minister in staat zal stellen om deze verantwoordelijkheid te dragen.

4. Handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid

De leden van de VVD-fractie vragen de regering hoe de instroom in de Wajong zich in de toekomst zal ontwikkelen. Verder willen deze leden weten wat de regering concreet doet om de aansluiting tussen onderwijs en werk voor jongeren met een handicap te verbeteren, zodat meer gehandicapte jongeren aan het werk kunnen. Zij vragen de regering om concrete voorstellen.

5. Administratieve lasten

De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat de uitvoering van de verstrekking van de bedoelde voorzieningen, conform de motie-Biskop c.s. (Kamerstuk 29 461, nr. 34), ondergebracht blijft bij het UWV. De gescheiden boekhouding ten behoeve van de ministers van SZW en OCW zal extra geld kosten. Zij vragen de regering om een inschatting van de extra administratieve lasten die dit voor het UWV meebrengt.

De voorzitter van de commissie,

Van de Camp

Adjunct-griffier van de commissie,

La Rocca


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), voorzitter, Depla (PvdA), Slob (CU), Remkes (VVD), Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Van Dijk (CDA), Aptroot (VVD), Leerdam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Roefs (PvdA), Ondervoorzitter, Verdonk (Verdonk), Abel (SP), Van Leeuwen (SP), Biskop (CDA), Bosma (PVV), Pechtold (D66), Zijlstra (VVD), Van Dijk (SP), Besselink (PvdA), De Rooij (SP), Ouwehand (PvdD) en Dibi (GL).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Ferrier (CDA), Gill’ard (PvdA), Anker (CU), Van Miltenburg (VVD), Atsma (CDA), Sterk (CDA), Vietsch (CDA), Schinkelshoek (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Dijken (PvdA), Hamer (PvdA), Van Dam (PvdA), Van der Burg (VVD), Van Bommel (SP), Gesthuizen (SP), Jonker (CDA), Fritsma (PVV), Van der Ham (D66), Ten Broeke (VVD), Leijten (SP), Bouchibti (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD) en Peters (GL).

Naar boven