31 374
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt

nr. 30
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID HESSELS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 20

Ontvangen 24 juni 2008

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel Y, wordt artikel 95la als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur stelt ten minste eisen betreffende de functionaliteiten van de meetinrichting.

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De voordracht voor een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp in de Staatscourant is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, wensen en bedenkingen ter kennis van Onze Minister van Economische Zaken te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

II

In artikel II, onderdeel J, wordt artikel 42a als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. De in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur stelt ten minste eisen betreffende de functionaliteiten van de meetinrichting.

2. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De voordracht voor een krachtens dit artikel vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet gedaan dan nadat het ontwerp in de Staatscourant is bekendgemaakt en aan een ieder de gelegenheid is geboden om binnen vier weken na de dag waarop de bekendmaking is geschied, wensen en bedenkingen ter kennis van Onze Minister van Economische Zaken te brengen. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd.

Toelichting

De regelgeving omtrent de voorwaarden, gesteld aan de nieuwe «slimme» meters voor gas en elektriciteit is van evident belang voor de uitvoerbaarheid en effectiviteit van de wet. Het is daarom van belang dat de belangrijkste beleidsmatige keuzes op het gebied van eisen aan de meetinrichting op het niveau van een algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld. Dit betreft in ieder geval het vaststellen van de functionaliteiten van de meetinrichting. Tevens is het gewenst dat de Tweede Kamer deze algemene maatregel van bestuur kan beoordelen op de gemaakte keuzen. Daarom wordt een voorhangprocedure voorgesteld.

Hessels

Samsom

Ortega Martijn