31 371
Kredietcrisis

nr. 51
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2008

Mede namens de minister van Financiën en de minister-president zend ik u het verslag van de topconferentie over de kredietcrisis en de internationale financiële architectuur van 15 november jl. te Washington DC.

De staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

Verslag Topbijeenkomst over financiële markten en de wereldeconomie Washington, 15 november 2008

Op 15 november jl. nam ik deel aan de «Summit on Financial Markets and the World Economy» in Washington D.C., ter vervanging van Minister-President Balkenende, die wegens familieomstandigheden al voor aanvang van de top uit Washington moest terugkeren. De topbijeenkomst wist tot overeenstemming te komen over een gezamenlijke analyse van de crisis, over de hoofdlijnen van de noodzakelijke gemeenschappelijke aanpak en over een actieplan met een groot aantal concrete maatregelen die in de komende maanden nader zullen worden uitgewerkt, c.q. ten uitvoer zullen worden gelegd. De slotverklaring van de top, met een volledige weergave van de genomen besluiten, treft u aan in bijlage.

De Nederlandse regering heeft steeds aangegeven er veel waarde te hechten volop betrokken te zijn bij de internationale discussies over het bestrijden van de crisis in de financiële sector, het voorkomen van een herhaling ervan en het beteugelen van de gevolgen voor de reële economie. Dit onder meer vanwege het belang van de Nederlandse economie en de financiële sector daarbinnen, de omvang van de Nederlandse investeringen wereldwijd, onze hulpinspanning en de Nederlandse betrokkenheid bij de internationale financiële instellingen. Daarom was het verheugend dat Nederland niet louter door de Europese instellingen was vertegenwoordigd, maar ook daadwerkelijk aanwezig kon zijn bij de top in Washington.

Voorafgaand aan de top heeft Nederland zich ingespannen om een stevige inhoudelijke bijdrage te leveren, rechtstreeks en via de Europese Unie. Het Nederlandse non-paper (dat eerder aan Uw Kamers werd toegezonden), dat in de hoofdsteden van de G20-landen en in het kader van de Europese Unie actief aan de man gebracht werd, speelde daarin een belangrijke rol. De hoofdpunten daarin waren:

• Verandering van de prikkelstructuur in de financiële sector, zodat deze niet hoofdzakelijk op winst op korte termijn, maar ook op stabiliteit en borging van het algemene economische belang van die sector gericht zal zijn;

• Versterking van het toezicht, onder meer door een echter samenwerking van de Europese toezichthouders en uiteindelijk een echte Europese toezichtstructuur, met een belangrijke rol voor de nationale toezichthouders, maar tevens een sterk centraal orgaan.

• Het ombouwen van het Internationaal Monetair Fund tot een mondiale organisatie voor financiële stabiliteit. Daarbij zou het mandaat van het IMF moeten worden verbreed, zodat de organisatie ook aanbevelingen zou kunnen doen over bijvoorbeeld de organisatie van het toezicht in de lidstaten en over regelgevingvraagstukken die verband houden met de financiële stabiliteit.

Daarnaast waren voor Nederland bij de besprekingen in Washington en in de aanloop de volgende punten van groot belang:

• De noodzaak om, wanneer het gaat om het beteugelen van de gevolgen voor de wereldeconomie, een verstandig economisch beleid te voeren, met aandacht voor de lange termijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën;

• Het vermijden van protectionistische reflexen, juist nu sprake is van een afname van het volume van de wereldhandel. In dat licht van groot belang dat de Doharonde in de wereldhandelsbespreking wordt voltooid.

• Het behouden van prioritaire aandacht voor de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen en voor de strijd tegen de klimaatverandering.

De discussies op de top vonden in goede harmonie plaats. In de groep uitgenodigde landen en organisaties, waarvoor de zgn. G20 het vertrekpunt vormde, waren naast de industrielanden ook de opkomende economieën sterk vertegenwoordigd. Tezamen vertegenwoordigden deze landen, inclusief de Europese Unie, ruim 90 procent van het wereld-BNP. Verschillende opkomende economieën verwelkomden in het bijzonder het feit dat deze discussies niet (uitsluitend) in G7/G8-kader plaatsvonden en spraken de hoop uit dat de brede samenstelling ook in de toekomst gehanteerd zou worden.

Over gehele breedte bestond het besef dat de negatieve invloed van de financiële crisis aanzienlijk zal zijn. Positief was dat er een duidelijke gemeenschappelijke bereidheid was om als overheden op te treden. Daarbij was de brede opvatting dat, hoewel de ernst van de ontwikkelingen zeker niet onderschat moet worden, het mogelijk is om door een gecoördineerde en intensieve aanpak de ontwikkelingen ten goede te keren. Velen wezen erop dat bijzondere aandacht nodig was voor de ontwikkelingslanden, die zich bij een negatieve ontwikkeling van de wereldeconomie in een zeer kwetsbare positie bevinden.

De besluiten van de topbijeenkomst zijn in vier hoofdpunten samen te vatten:

Een actief en gecoördineerd economisch beleid, rekening houdend met de verschillende uitgangsituaties van de verschillende landen, om de negatieve effecten voor de wereldeconomie te beteugelen.

Een groot aantal landen wees op de snelle, negatieve en wereldwijde verandering van de belangrijkste macro-economische indicatoren. Een aantal van hen ging in op de pakketten van maatregelen die zij nationaal hadden aangekondigd. IMF-directeur Strauss-Kahn wees erop dat economische stimuleringsmaatregelen vooral effectief waren wanneer deze in breed internationaal verband en gecoördineerd genomen werden. Ook meende hij dat de zeer uitzonderlijke economische ontwikkelingen, ook uitzonderingen op de normale begrotingsregels zouden kunnen rechtvaardigen. Anderen legden er de nadruk op dat de lange termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën niet uit het oog mocht worden verloren. In de eindtekst van de slotverklaring is de randvoorwaarde van budgettaire houdbaarheid nadrukkelijk opgenomen.

Regulering en toezicht op de financiële markten verbeteren.

Er bestond brede overeenstemming dat de gaten in regelgeving en toezicht op de financiële markten moeten worden gericht. In het actieplan dat aan de slotverklaring is gehecht wordt een groot aantal deelonderwerpen genoemd, zoals transparantie en verantwoording, herziening van de wetgeving, bevordering van de integriteit in de financiële sector, en versterking van de internationale samenwerking. De nationale overheden leggen er zich op vast om op deze punten actie te ondernemen. Voor de EU-landen betreft het hier dikwijls actie op gemeenschappelijk niveau.

Internationale financiële architectuur herzien;

Bij dit onderwerp waren er twee hoofdaccenten. In de eerste plaats pleitte een aantal landen, waaronder Nederland, voor een verbreding van de activiteiten van het Internationaal Monetair Fonds, zodat die organisatie ook een centrale rol zou krijgen bij het versterken van de stabiliteit van de financiële sector. In de tweede plaats bepleitten met name de opkomende economieën een verbreding van het lidmaatschap van het Financial Stability Forum en voor een versterking van de legitimiteit van IMF en Wereldbank. Voorts was er brede overeenstemming dat het IMF en de Wereldbank van voldoende middelen verzekerd moesten zijn om in de huidige omstandigheden hun rol te kunnen spelen.

Vrije wereldhandel bevorderen

Meerdere regeringsleiders waarschuwden voor protectionistische reflexen. Zij wezen erop dat in bepaalde sectoren al snel een productieoverschot zou ontstaan en producenten in de verleiding zouden komen hun producten onder de kostprijs af te zetten. Mede daardoor zouden sommige overheden gaan overwegen de eigen landbouw of industrie te beschermen door importen te belemmeren.

Positief was dat de overgrote meerderheid van de aanwezigen ervoor pleitte om juist nu de Doharonde in de wereldhandelsbesprekingen zo vlot mogelijk af te ronden. Zij wezen erop dat daarvan een positieve impuls op de wereldwijde economische activiteit uit kon gaan. In de slotverklaring is vastgelegd dat gestreefd wordt naar overeenstemming over de Doharonde voor het einde van dit jaar.

Ook wordt in de slotverklaring ruime aandacht besteed aan het belang van de millennium ontwikkelingsdoelen, aan voldoende financiering voor ontwikkelingssamenwerking en aan de strijd tegen de klimaatverandering.

In het bij de topverklaring gevoegde actieplan wordt de ministers van financiën, verzocht om uiterlijk 31 maart 2009 een aantal specifieke maatregelen uit te werken. Daarnaast is nog een aantal maatregelen voor de iets langere termijn vastgelegd. In april 2009 zal opnieuw een topbijeenkomst plaatsvinden.

Het Kabinet is ingenomen met de resultaten van deze topbijeenkomst. De belangrijkste economieën ter wereld hebben laten zien dat zij bereid zijn actie te ondernemen en zijn het eens geworden over een gezamenlijk actieplan. De voor Nederland belangrijke punten, zoals ook met het parlement besproken, komen goed in de besluiten van de top tot uitdrukking.

Naar boven