31 371 Kredietcrisis

Nr. 351 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2010

In mijn brief van 30 juni jl. (Kamerstuk 32 360, nr. 8) heb ik aangegeven dat ik naar aanleiding van een tweetal moties van uw Kamer de stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) heb verzocht om te bezien of in de Nederlandse situatie redenen besloten liggen om nadere maatregelen inzake short selling te treffen. Tevens heb ik aangegeven u naar verwachting voor het eind van het zomerreces te kunnen berichten over de uitkomsten van het onderzoek van de AFM. Bij deze bied ik u dan ook het rapport «De staatsobligatiemarkt in Europees perspectief» van de AFM aan1.

Zoals u in het rapport kunt lezen meent de AFM dat de schuldencrisis is ontstaan uit zorgen over de kredietwaardigheid van een aantal eurolanden. Hoge staatsschulden, zwakke begrotingsdiscipline en een economische recessie leidden tot twijfel over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van met name Griekenland. De AFM heeft geen aanwijzingen gevonden dat marktpartijen de obligatiemarkt hebben gemanipuleerd en is geen voorstander van beperkende maatregelen ten aanzien van short selling of het kopen van ongedekte credit default swaps. De AFM merkt wel op dat er verbeteringen mogelijk zijn ten aanzien van de transparantie, de infrastructuur en het toezicht op de staatsobligatiemarkt. In dit verband verwijst de AFM naar reeds lopende Europese initiatieven die deze verbeteringen mogelijk maken.

In mijn brief van 30 juni heb ik tevens aangegeven dat ik naar aanleiding van het onderzoek van de AFM zal bepalen of maatregelen wenselijk zijn en zo ja, in welke vorm en met welke reikwijdte. Hierover kan ik u meedelen dat ik de conclusies van de AFM overneem en mij aansluit bij de voorkeur van de AFM om – in ieder geval op nationaal niveau – geen beperkende maatregelen te treffen ten aanzien van short selling of het kopen van ongedekte credit default swaps. Ik sluit me tevens aan bij de conclusie van de AFM dat de staatsobligatiemarkt geen perfecte markt is en dat er verbeteringen in de werking van deze markt mogelijk zijn. Ik blijf mij in Europees verband dan ook inzetten om de Europese initiatieven ter verbetering van de transparantie, infrastructuur en het toezicht op deze markt tot stand te brengen.

De minister van Financiën,

J. C. de Jager


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven