31 371
Kredietcrisis

nr. 257
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2009

Tijdens het Algemeen Overleg Ecofin op 2 juli jl. (21 501-07, nr. 669) heb ik toegezegd om in overleg met De Nederlandsche Bank te zullen bezien op welke wijze de Tweede Kamer kan worden geïnformeerd over de uitkomsten van de stresstest, die De Nederlandsche Bank heeft uitgevoerd op banken en verzekeraars in de Nederlandse financiële sector.

Door middel van deze brief wil ik aan deze toezegging gevolg geven. In achterliggende brief1 treft u op hoofdlijnen een beschrijving van de macro-stresstest aan evenals de uitkomsten hiervan.

Als de fictieve omstandigheden van het stress-scenario zich zouden voordoen, zouden de deelnemende banken en verzekeraars in twee jaar tijd voor circa € 47 miljard moeten afschrijven. Alhoewel die verliezen hoog zouden zijn, heeft de sector voldoende buffers om deze op te vangen. Ook na het stress-scenario voldoen alle instellingen aan de internationaal gehanteerde minimumnorm van 4% voor Tier 1 kapitaal. De sector als geheel blijft ook boven het hogere niveau van 6%.

DNB gebruikt de uitkomsten van de stresstest in het toezicht op de instellingen en bepaalt mede aan de hand van deze uitkomsten het gewenste kapitaalniveau. Deze worden uiteindelijk voor iedere instelling afzonderlijk bepaald, waarbij de risico’s die specifiek zijn voor een instelling worden meegenomen. DNB kan dus hogere normen eisen dan de minimumnorm van 4% voor Tier 1 kapitaal. Ook zien we in de praktijk dat op de financiële markten hogere kapitaalniveaus worden geëist. Op basis van de stresstest kan dus niet worden geconcludeerd dat geen enkele instelling additioneel kapitaal nodig zal hebben temeer omdat de stresstest slechts een fictief scenario is: het is gebaseerd op diverse veronderstellingen die in de werkelijkheid anders kunnen uitpakken. Wel geven de uitkomsten van de stresstest, afgezien van bijzondere omstandigheden, geen reden te verwachten dat er nog overheidssteun naar de financiële sector moet, met uitzondering van ABN-Amro en Fortis.

De minister van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven