31 371
Kredietcrisis

nr. 250
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2009

Tijdens het Kamerdebat van woensdag 10 juni 2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 7310–7377) over de sociaaleconomische orde heb ik toegezegd aan het CPB te vragen wat de mogelijkheden en beperkingen zijn om het maatschappelijke rendement van publieke uitgaven mee te nemen in hun analyses en modellen. Het CPB heeft deze vraag beantwoord met het uitbrengen van de notitie «Brede welvaart en nationaal inkomen».

In deze notitie gaat het CPB in op de beperkingen die aan het nationale inkomen kleven als maatstaf voor welvaart in de brede betekenis van het woord. Het CPB geeft aan wat onder brede welvaart wordt verstaan en welke belemmeringen er bestaan om tot één brede welvaartsindicator te komen. Het CPB geeft aan dat het in samenwerking met de andere planbureaus en het CBS de bredere welvaartseffecten van het overheidsbeleid zo goed mogelijk in kaart probeert te brengen. Naast op het nationale inkomen gebaseerde indicatoren worden in veel analyses additionele indicatoren gerapporteerd die inzicht geven in de langetermijnwelvaartseffecten van het overheidsbeleid. Dit gebeurt ondermeer in de Milieubalans en de Natuurbalans van het PBL, «De sociale staat van Nederland» van het SCP, de milieurekeningen van het CBS en de Monitor Duurzaam Nederland van alle planbureaus en het CBS samen.

Hierbij worden beperkingen ten aanzien van de meetbaarheid en de vergelijkbaarheid in acht genomen. De mogelijkheden om de rendementen van publieke uitgaven vast te stellen, zijn volgens het CPB vooral beperkt als de welvaartseffecten buiten de markt groot zijn en niet in een verandering van de prijs van een marktgoed tot uitdrukking komen. Het CPB concludeert dat er vaak onvoldoende kennis is om de samenhang tussen de verschillende factoren die bijdragen aan welvaart in enigszins betrouwbare kwantitatieve termen vast te stellen. Het CBS en de planbureaus proberen om hier door gericht onderzoek verandering in te brengen.

Wetende dat de Kamer grote belangstelling heeft in de bredere welvaartsimplicaties van publieke uitgaven, bied ik u gaarne de notitie «Brede welvaart en nationaal inkomen» aan.1

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven