31 371
Kredietcrisis

nr. 205
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2009

Zoals ik u heb gemeld in mijn brief van 28 november (Kamerstuk 31 371, nr. 58), heb ik op verzoek van verschillende leden van de Kamer een grondige evaluatie laten uitvoeren naar de gang van zaken rondom Icesave. Het onderzoeksrapport, opgesteld door prof.mr. A.J.C. de Moor–van Vugt en prof.mr. C.E. du Perron van het Centrum voor Financieel Recht van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam, bied ik u hierbij aan.1 Het rapport bevat onder andere een uitgebreide feitelijke weergave van het optreden van De Nederlandsche Bank. Deze uitzonderlijke mate van openheid is slechts gerechtvaardigd door de bijzondere omstandigheden rondom de deconfiture van Icesave, gecombineerd met het feit dat toepassing is gegeven aan de noodregeling en dat overwegingen van concurrentiegevoeligheid in dit geval geen rol spelen.

Ik zal op korte termijn met de Nederlandsche Bank in overleg treden over de aanbevelingen die het rapport bevat.

De minister van Financiën,

W. J. Bos


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven