31 371
Kredietcrisis

nr. 160
BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN EN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 april 2009

Hierbij hebben wij het genoegen u het verslag aan te bieden van de «London Summit on Stability Growth and Jobs» die plaatsvond op 2 april jl.

De minister-president, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

De minister van Financiën,

W. J. Bos

BRIEF AAN DE TWEEDE KAMER BETREFFENDE VERSLAG VAN DE LONDON SUMMIT

1. Inleiding

Op 2 april jl. namen wij deel aan de London Summit on Stability Growth and Jobs. Tijdens de topbijeenkomst bleek een grote eensgezindheid onder de deelnemers, hetgeen een gebalanceerd en ambitieus communiqué mogelijke maakte met een groot aantal concrete maatregelen. De Nederlandse standpunten zoals verwoord in de kamerbrief over de London Summit d.d. 27 maart 2009 komen daarin goed tot hun recht.

De regeringsleiders en ministers van financiën van de grootste economieën besloten in Londen tot een daadkrachtige en afgestemde aanpak om de wereldwijde economie weer op gang te helpen. Zij waren het er over eens dat zowel economische herstelpakketten als verbeterde financiele regelgeving en toezicht nodig zijn voor economisch herstel en financiële stabiliteit. Daarbij werd onderkend dat een voorwaarde voor het herstel van groei is dat kredietstromen weer op gang worden gebracht, onder meer door het aanpakken van de probleemactiva in financiële instellingen. Een kernpunt van de Top van Londen was de gezamenlijke vastbeslotenheid om te voorkomen dat een protectionistische neerwaartse spiraal op gang komt. Daarnaast is ook de versterking van de middelen van de internationale financiële instellingen, met name het IMF, van groot belang om het mondiale financieel-economische stelsel te stabiliseren. Voorts is de forse stap vooruit bij de verbetering van toezicht en regelgeving van groot belang voor het herstel van het vertrouwen in de financiële sector op langere termijn.

Tijdens de London Summit is glashelder geworden dat de financiële en economische wereld van morgen niet mag lijken op die van gisteren. In dat kader heeft Nederland zich tijdens de London Summit ook ingezet voor maatregelen die bijdragen aan welzijn en welvaart voor iedereen op de langere termijn, in plaats van zoveel mogelijk winst op korte termijn. Voor de welvaart van Nederland is globalisering van groot belang, maar dan wel een globalisering die verantwoord is: houdbaar, duurzaam en solidair.

Specifieke punten van de Nederlandse inzet waarin deze inzet tot uiting kwam, betroffen het principe van een handvest van duurzaam economisch handelen, het aanpakken van perverse prikkels vanuit beloningsstructuren in de financiële sector, het pleiten voor een open en eerlijke wereldhandel gevrijwaard van protectionisme, steun aan de armste ontwikkelingslanden, duurzame investeringen en een mondiaal klimaatakkoord.

Overigens laten de Washington Summit op 15 november 2008 en de London Summit op 2 april 2009 zien dat door de huidige crisis er een toegenomen behoefte is aan andere manieren om invulling te geven aan de mondiale samenwerking, rekening houdend met de grote veranderingen in de wereldeconomie van de afgelopen decennia. Een sprekend voorbeeld is de grote aandacht voor de brede G20-samenwerking, terwijl eerder de bijeenkomsten van de G8 als het cruciale economische overleg van wereldleiders werden gezien. Een ander voorbeeld betreft de uitbreiding van het aantal leden van het Financial Stability Forum (FSF), die de laatste maanden na lancering van het voorstel in Washington op 15 november, heeft plaatsgevonden en de omvorming daarvan tot een Financial Stability Board.

Het communiqué (Leaders’ statement) alsmede de verklaringen over de internationale financiële instellingen en de versterking van het financiële systeem, en de voortgangsrapportage ten aanzien van het Washington Action Plan zijn bijgevoegd.1 In deze brief wordt ingegaan op de belangrijkste elementen uit het communiqué en de verklaringen.

2. Herstel van groei en werkgelegenheid

Het communiqué wijst ten eerste op de omvang van de al aangekondigde gezamenlijke bestedingsimpulsen. Volgens het IMF bedragen de impulsen van G20 landen cumulatief over 2008–2010 ruim USD 5000 miljard (inclusief automatische stabilisatoren), hetgeen zich vertaalt in een extra economische groei van ruim 4% in de G20 landen. Er werden geen nieuwe, additionele nationale bestedingsimpulsen aangekondigd. Wel wordt de financiële armslag van het IMF en de multilaterale banken sterk vergroot en is afgesproken om de officiele steun voor handelsfinanciering fors uit te breiden. Deze initiatieven beteken een belangrijke ondersteuning voor de mondiale handel en investeringen.

In het communiqué wordt het belang onderstreept van de lange termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën, prijsstabiliteit en geloofwaardige exit strategies voor de bestedingsimpulsen. Onzes inziens bevat het communiqué een goed evenwicht tussen korte termijn impulsen en langere termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën, en is de centrale rol toegedicht aan het IMF in de monitoring, assessment & surveillance van de crisisbestrijdingsmaatregelen toe te juichen.

Het communiqué geeft ook aan dat begrotings- en monetaire maatregelen effectiever zijn als de internationale kapitaalstromen en nationale leningenmarkt weer hersteld zijn. Hier wordt gewezen op de vele maatregelen die al genomen zijn om de financiële markten weer op gang te helpen, en wordt de belofte gedaan om te doen wat nodig is om de financiële stromen weer te herstellen en de stabiliteit van systeem-instellingen te waarborgen, conform de Nederlandse inzet. Het communiqué bevat ook de belofte om deze steun te geven volgens de principes van het raamwerk van de G20 ministers van Financiën («Framework for restoring lending and repairing the financial sector», zie de brief van Staatssecretaris De Jager van 19 maart 2009).

3. Versterking van financiële regulering en toezicht

De G20 heeft veel vooruitgang geboekt in de versterking van de regulering van – en toezicht op – de financiële sector. Dit blijkt ook uit de voortgangsrapportage van het Washington Action Plan die op 2 april werd gepubliceerd (bijgevoegd).1 Uit het communiqué en de bijgevoegde Declaration on strenghthening the financial system, blijkt de eensgezindheid om regulering en toezicht te versterken op een gecoördineerde wijze te versterken. Nederland is tevreden over de gemaakte voortgang en afspraken, en zal druk blijven uitoefenen om de afspraken te concretiseren en om te zetten in beleid.

Belangrijke afspraken zijn bijvoorbeeld gemaakt over een dekkend stelsel van toezicht, waarbij alle systeemrelevante financiële instituties – inclusief hedge funds – instrumenten en markten onder het bereik van toezicht dienen te vallen. Tevens is besloten dat het IMF in samenwerking met het FSF zich sterker zullen richten op het macro-prudentieel toezicht en het tijdig signaleren van kwetsbaarheden. Verder zijn afspraken gemaakt over het versterken van het kapitaal raamwerk en het dempen van de golfbewegingen in de financiële markt (procyclliciteit), onder meer door buffers op te kunnen bouwen in goede tijden.

In het bijzonder heeft Nederland zich het afgelopen jaar sterk gemaakt om verkeerde prikkels in de beloningsstructuren in de financiële sector aan te pakken, inclusief de mogelijkheid om de beloningsstructuur mee te nemen in de beoordeling van het prudentieel toezicht. Tegelijkertijd hebben wij ons ook hard gemaakt voor de notie van corporate social responsibility, waarbij aandacht is gevraagd voor loonmatiging van bankiers tijdens de kredietcrisis. De Nederlandse inzet is goed gereflecteerd in het communiqué en de declaration waar London Summit Leaders akkoord gaan met de door het Financial Stability Forum (FSF) opgestelde principes om beloningsstructuren in lijn te brengen met lange termijn doelstellingen en prudent risico-beleid, en het vragen aan het Basel Committee on Banking Supervision (BCBS) om de principes op te nemen in hun guidance for risk management. Wij zijn dan ook tevreden met de toezegging om de beloningsstructuren onder de reikwijdte te stellen van de toezichthouders en het noemen van de mogelijkheid om sancties uit te voeren in de vorm van hogere kapitaaleisen.

Het G20 proces heeft sinds het Washington Action Plan een belangrijke stimulerende rol gespeeld in het aanpakken van belastingparadijzen. Veel jurisdicties die als niet-coöperatief of niet-transparant gekarakteriseerd kunnen worden, hebben de afgelopen maanden bekend gemaakt meer informatie te willen gaan uitwisselen. Tijdens de London Summit is de druk verder opgevoerd door te verklaren dat de periode van bankgeheim voorbij is. In concreto wordt aan gegeven dat de G20-landen bereid zijn tegenmaatregelen te nemen als belastingparadijzen hun beleid niet aan passen. Er wordt verwezen naar een door de OESO gepubliceerde lijst van jurisdicties (op 2 april, beschikbaar op www.oecd.org); een aantal voorbeelden van mogelijke acties gepresenteerd; en een oproep gedaan aan de relevante internationale organisaties om hun peer reviews te versterken. Nederland is verheugd over de geboekte vooruitgang en is voornemens om met jurisdicties die op de grijze lijst van de OESO voorkomen een informatie-uitwisselingsovereenkomst te sluiten.

Tot slot is overeengekomen, conform Nederlandse inzet, dat het FSF wordt uitgebreid. Naast de bestaande leden worden alle (nog niet vertegenwoordigde) G20 landen, Spanje en de Europese Commissie lid van het FSF. Tegelijkertijd wordt het mandaat op het gebied van financiële stabiliteit verbreed, en haar capaciteit en institutionele set-up versterkt. Om dit te weerspiegelen wordt het FSF getransformeerd in een Financial Stability Board (FSB). Nederland krijgt in deze FSB een extra stoel. Nederland wordt dan in het FSB dan vertegenwoordigd door De Nederlandsche Bank en het Ministerie van Financiën. De FSB is ook gevraagd, samen met het IMF, om de voortgang van de implementatie van het Washington Action Plan en het communiqué van de London Summit te monitoren en terug te rapporteren naar de volgende vergadering van de G20 Ministers van Financiën.

4. Versterking van de internationale financiële instellingen (IFIs)

Nederland zette tijdens de London Summit in op o.a. een versterking van de financiële capaciteiten en de governance van het IMF, en wij verwelkomen dan ook de aanbevelingen zoals weergegeven in het communiqué en de bijgevoegde verklaring («Declaration on delivering resources through the international financial institutions»).1

Daags voor de London Summit gaf de G20 Voorzitter (VK), gesteund door de VS, aan de financiële armslag van het IMF te willen verdrievoudigen door een uitbreiding van de New Arrangements to Borrow (NAB) met maximaal USD 500 miljard. Ook werd voorgesteld om een allocatie van Special Drawing Rights (SDRs) van USD 250 miljard te realiseren, en de mogelijkheid te bekijken of het IMF indien nodig op de kapitaalmarkt kan lenen. Tijdens de London Summit spraken de wereldleiders steun uit voor deze voorstellen, die met name bedoeld zijn om groei in opkomende economieen en ontwikkelingslanden te steunen, en zullen nu volgens de gebruikelijke procedure bekrachtigd zullen worden.

Europa had tijdens de Europese Voorjaarsraad al besloten om € 75 miljard aan het IMF beschikbaar te stellen. Aangezien de aanpassing en uitbreiding van de NAB enige tijd in beslag neemt, vindt de financiële versterking van het IMF in de eerste plaats via bilaterale leningen, zoals die van de EU, Japan, Canada en Noorwegen, die dan vervolgens omgezet worden in bijdragen aan de NAB. Zoals aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer over de inzet van Nederland tijdens de London Summit (d.d. 27 maart 2009 (Kamerstuk 31 371, nr.153)) ligt het voor de hand om de Europese bijdrage volgens de nieuwe quotaverhoudingen te verdelen over de EU-lidstaten. Nederland zou in dat geval € 5,32 miljard voor zijn rekening nemen. Hier moet nog een overeenkomst over worden afgesloten met het IMF. Dit zijn geen kosten, maar een bedrag waarvoor Nederland gevraagd kan worden om leningen aan het IMF te verstrekken, en waarvoor een rente-vergoeding wordt ontvangen. Tijdens de London Summit waren er toezeggingen voor de uitbreiding van de NAB van ongeveer USD 350 miljard, hetgeen nog een maximaal financieringsgat van USD 150 miljard overlaat. In de komende weken zal bezien worden hoe de rest van dit gat gevuld gaat worden. Hierbij zal in in eerste instantie gekeken worden naar de landen die tot nu toe nog geen toezeggingen hebben gedaan. Een eventuele verdere beschikbaarheidstelling door Nederland hangt af van de bereidheid van andere landen om ook bij te dragen.

In het communiqué is er verder een politieke commitment opgenomen om een SDR-allocatie van USD 250 miljard te steunen. Het IMF zal naar verwachting op korte termijn een dergelijk voorstel in de IMF Board neerleggen. Vervolgens dient de Board of Governors over dit voorstel te stemmen. Nederland is voornemens dit voorstel te steunen. Indien het voorstel goedgekeurd wordt, zal Nederland volgens onze eigen berekeningen ongeveer € 4,47 miljard aan SDRs ontvangen. Net als bij de bestaande SDRs kan Nederland gevraagd worden om SDRs van andere IMF-leden te ruilen voor harde valuta (zoals de Euro). Nederland kan op ieder moment de SDRs ook weer terugwisselen voor harde valuta. De € 4,47 mld. betreft dus geen kosten, maar een soort lening waar Nederland de SDR-rente over ontvangt indien de lening wordt ingeroepen. De verwerking in de begroting van de gevolgen van deze SDR allocatie en van bovengenoemde uitbreiding van de NAB zal geschieden in de Voorjaarsnota.

Conform onze inzet gaan ook de multilaterale ontwikkelingsbanken (MDBs) een belangrijke rol spelen in de bestrijding van de crisis. Het communiqué geeft aan dat de MDBs de komende drie jaar USD 100 miljard meer gaan uitlenen. Dit gebeurt op basis van een efficiëntere benutting van bestaand kapitaal en een kapitaalverhoging van de Asian Development Bank (AsDB). De behoefte voor een kapitaalverhoging bij de African Development Bank (AfDB), de Inter-american Development Bank (IaDB) en de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) zal onderzocht worden.

Verder hebben de London Summit Leaders zich nogmaals positief uitgesproken over de hervorming van de voice & representation bij het IMF en de MDBs. Ook werd overeengekomen om de volgende quotaherziening bij het IMF naar voren te halen, van 2013 naar januari 2011, en het proces om tot een herziening van stem-aandelen bij de Wereldbank te komen, te versnellen tot voorjaar 2010. De oproep om de geloofwaardigheid en accountability van de IFIs te versterken, conform Nederlandse inzet, is ook onderschreven door de London Summit Leaders.

Tot slot werden de London Summit Leaders het eens over de wenselijkheid van een nieuwe consensus over de belangrijkste waarden en principes die duurzaam economisch handelen bevorderen. het uitwerken van een handvest waarin deze beginselen zijn vastgelegd is een initiatief van Bondskanselier Merkel dat wij in aanloop naar – en tijdens – de London Summit actief gesteund hebben. Oogmerk is om het evenwicht in en de houdbaarheid van het mondiale economische stelsel te versterken, voortbouwend op de convergentie in economische systemen en de daarbij behorende waarden die de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden. Daarbij zal ook lering moeten worden getrokken uit de huidige crisis. Nederland streeft ernaar om actief aan deze discussie bij te dragen op weg naar de volgende topbijeenkomst, die nadere aandacht aan het charter zal besteden.

5. Tegengaan van protectionisme en de stimulering van de wereldhandel

Voor een handelsnatie als Nederland is het tegengaan van protectionisme en het stimuleren van de wereldhandel en investeringen essentieel. Wij verwelkomen dan ook het krachtige signaal van de London Summit Leaders om in ieder geval tot eind 2010 geen nieuwe handels- of investeringsbelemmerende maatregelen te nemen. Deze belofte werd voorzien van een monitoring & peer review mechanisme, waardoor landen op eventuele misstappen aangesproken kunnen worden. London Summit Leaders hebben zich ook gecommitteerd om nieuwe protectionistische maatregelen direct terug te draaien. Ook is afgesproken om financieel protectionisme te voorkomen, conform Nederlandse inzet, aangezien dat een beperkende invloed kan hebben op kapitaalstromen, in het bijzonder naar ontwikkelingslanden. Daarnaast is er ook een commitment in het communiqué opgenomen om tot een ambitieuze en gebalanceerde conclusie van de Doha Development Round te komen. Positief is dat daarbij is vastgelegd dat hetgeen waarover in de loop van de onderhandelingsronde reeds voortgang werd bereikt (met o.m. de vorige Amerikaanse regering), als vertrekpunt wordt genomen. Op voorstel van de nieuwe Amerikaanse president Obama, werd afgesproken dat bij de eerstvolgende topbijeenkomst prioritair aandacht zal worden besteed aan de Doharonde.

Op basis van een voorstel van de VS is er overeenstemming bereikt over het beschikbaar stellen van kapitaal om USD 250 miljard aan handel te financieren de komende twee jaar, via de MDBs waaronder de International Finance Corporation (IFC) en nationale export kredietinstellingen. Nederland heeft bij monde van Minister Koenders aangegeven USD 50 miljoen beschikbaar te stellen voor het Global Trade Liquidity Program van het IFC ten behoeve van handelsfinanciering in arme landen.

6. Verzekeren van een eerlijke en duurzame herstel voor allen

Wij vinden het belangrijk dat het communiqué een sterk signaal van solidariteit en duurzaamheid geeft. Op aandringen van Nederland is er naast de belofte om commitments inzake Official Development Assistance (ODA) – na te komen, ook afgesproken om de schuldverlichtingsverplichtingen na te komen. Nederland heeft verder bekend gemaakt het Rapid Social Response Fund van de Wereldbank met USD 20 miljoen te willen steunen. Een andere uiting van solidariteit is het voornemen om USD 6 miljard extra IMF leningen aan de armste landen ter beschikking te stellen, te financieren uit additioneel inkomen aangevuld met de opbrengst van de al goedgekeurde goudverkopen door het IMF.

Het milieu en de strijd tegen klimaatverandering stonden maar beperkt op de agenda van deze economische top. Wij zijn er tevreden over dat de London Summit Leaders hier toch bij stil hebben gestaan. Zo is er afgesproken om de bestedingsimpulsen in te zetten voor het bereiken van een duurzaam en groen economisch herstel, en om een transitie te maken naar een groene economie. Ook is er een belofte opgenomen om tot een klimaatveranderingsakkoord te komen tijdens de UN Climate Change Conference in Kopenhagen in december 2009.

7. Follow – up

Zeer waarschijnlijk zal de volgende bijeenkomst worden georganiseerd rond de algemene vergadering van de Verenigde Naties in september 2009. Het verschijnsel van de G20 bijeenkomsten op regeringsleidersniveau lijkt zich daarmee e bestendigen. Nederland zal hieraan graag een actieve bijdrage blijven leveren.


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven