nr. 4
VERSLAG
Vastgesteld 11 april 2008
De vaste commissie voor Financiën1 belast
met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand wetsvoorstel, heeft de eer
als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering de vragen en opmerkingen in dit verslag
afdoende zal beantwoorden, acht de commissie hiermee de openbare behandeling
van het voorstel van wet voldoende voorbereid.
Inhoudsopgave Blz.
• Algemeen 1
• Inleiding 1
• Het nieuwe Eigen Middelenbesluit 2
Algemeen
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende
wetsvoorstel betreffende de goedkeuring van het onderhavige Eigen Middelenbesluit.
Zij hebben enkele korte vragen.
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het wetsvoorstel. Ook zij hebben enkele vragen.
Inleiding
Het besluit zou eigenlijk op 1 januari 2007 in werking moeten zijn
getreden. Het verbaast de leden van de VVD-fractie dat het bijna anderhalf
jaar te laat is. Wat gaat de regering eraan doen om dit in de toekomst te
voorkomen? Gaat de regering hier ook op aandringen bij de collega-lidstaten?
De reden was het verschil van interpretatie van de afspraken in december 2005.
Dit was nog een jaar voor de deadline. Wat was dat verschil in interpretatie
en waarom is het verschil in interpretatie niet in dat jaar opgelost?
De regering geeft aan dat Nederland jaarlijks ca. 6 miljard euro afdraagt
en ca. 2 miljard euro ontvangt. de leden van de PvdA-fractie vragen de regering
deze twee gegevens van de overige lidstaten op dezelfde manier te presenteren.
Het nieuwe Eigen Middelenbesluit
Op het jaar 2009 na is de netto-positie van Nederland niet significant
veel beter dan voorgaande jaren. Sterker nog, de termijn 2007–2013 herbergt
de hoogste pieken. Wat is concreet in miljarden het positieve verschil in
verhouding tot voorgaande termijnen, zo vragen de leden van de VVD.
Duidelijk is dat het gat met andere lidstaten, met een vergelijkbaar welvaartsniveau,
t.o.v. de Nederlandse netto-positie gemiddeld genomen is gestegen (tot 2005).
In het nieuwe EMB is daar voor deze FP-periode een correctie op gekomen. Kan
de regering uitweiden over deze correctie? Hoe kan de grafiek van figuur 2
dan worden doorgetrokken? Blijven de lijnen wel naar elkaar toe bewegen (worden
de verschillen tussen lidstaten met de correctie nog steeds kleiner)?
Ook aan de uitgavenkant van de begroting werd recht gedaan aan de scheve
verhouding die was ontstaan. Kan de regering dit specificeren (met gebruikmaking
van cijfers)?
Eén van de drie hoofddoelstellingen die de inzet van de Nederlandse
regering in de onderhandelingen als leidraad gebruikte was «beleidshervorming».
Hierbij werd voor de benadering gekozen dat voor nieuw beleid «oud»
beleid plaats moet maken (nieuw voor oud). Dit is weinig concreet. Hoe werd
deze hoofddoelstelling gebruikt en wat leverde dit concreet qua veranderingen
op?
Het totaal van de jaarlijkse betalingskredieten mag maximaal 1,24%
van het Europese BNI zijn en de vastleggingskredieten mogen maximaal 1,31%
van het Europese BNI bedragen. Waar zijn deze percentages op gestoeld?
De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering enig idee heeft op
welk moment de Europese Commissie met een evaluatie komt van de EU-uitgaven,
waaronder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), en de EU-inkomsten,
waaronder de korting («rebate») die het Verenigd Koninkrijk heeft?
Is het waar dat de discussie die hierover gevoerd zal worden nauw verband
houdt met de Financiële Perspectieven 2014–2020 en de mogelijkheid
voor Nederland om net als in de huidige periode een afdrachtskorting uit te
onderhandelen? Wat is het standpunt van het kabinet over het GLB en de Britse
rebate?
Volgens de regering zouden de traditionele Eigen Middelen moeten worden
meegerekend als afdrachten van individuele lidstaten. De Commissie deelt deze
mening niet. Wat is de uitkomst van dit debat geweest, zo vragen de leden
van de VVD-fractie. Wordt de geïnde douaneheffing uiteindelijk beschouwd
als afdrachten van de lidstaat die ze overmaakt naar Brussel? Om welk bedrag
zou dit voor Nederland gaan? En voor de overige lidstaten?
De leden van de VVD-fractie vragen de regering in een overzicht gespecificeerd
aan te geven wat elke lidstaat gespecificeerd per bron afdraagt aan de Unie
en een vergelijkbaar overzicht in welke categorieën de lidstaten wat
retour ontvangen. Dit over de afgelopen vijf jaar en de verwachtingen voor
de komende vijf jaar.
Tenslotte vragen deze leden de regering uitvoerig uiteen te zetten wat
de inzet en strategie van de regering is om de Nederlandse netto-positie in
de verdere toekomst te verbeteren. Alsmede wat de inzet en strategie in de
lopende Europese begrotingsevaluatie is.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Blok
De griffier van de commissie,
Berck
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Vendrik (GL), Blok (VVD), voorzitter, Ten
Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Gerkens (SP), Van Haersma Buma
(CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé
Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP),
Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van
der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Gesthuizen
(SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA) en Vos (PvdA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Halsema (GL), Remkes (VVD), Jonker (CDA),
Aptroot (VVD), Van Gerven (SP), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk
(CDA), De Krom (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP),
Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï
(VVD), De Roon (PVV), Van Dam (PvdA), Smeets (PvdA), Karabulut (SP), Thieme
(PvdD), Heijnen (PvdA) en Roefs (PvdA).