31 357
Wijziging van de Ziektewet, van het Burgerlijk Wetboek en van enkele andere wetten in verband met het meldingsproces van een werknemer bij de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid en de sanctie voor de werkgever bij niet naleving van zijn verplichtingen in dit proces

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Ziektewet, het Burgerlijk Wetboek en enkele andere wetten te wijzigen ten aanzien van de wijze van aangifte door de werkgever aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen van de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid van de werknemer en ten aanzien van de sanctie voor de werkgever in het geval van niet naleving van zijn verplichtingen in dit proces;

Zo is het dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 38 van de Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «dertien weken» telkens vervangen door: 42 weken.

2. Onder vernummering van het vierde tot en met het achtste lid tot het derde tot en met het zevende lid vervalt het derde lid.

3. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

3. Indien de werkgever de verplichting, bedoeld in het eerste lid, of in de eerste zin van het tweede lid, niet of niet behoorlijk is nagekomen, legt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen de werkgever een boete op van ten hoogste € 455.

4. In het vierde lid (nieuw) wordt «achtste lid» vervangen door: zevende lid.

5. Na het zevende lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

8. Indien een aanvraag tot verkorte wachttijd als bedoeld in artikel 23, zesde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, of een verzoek om verlenging van het tijdvak waarin een verzekerde jegens zijn werkgever recht heeft op loon of bezoldiging als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, wordt ingediend zonder dat een aangifte op grond van het eerste lid heeft plaatsgevonden, wordt deze aanvraag, respectievelijk dit verzoek, beschouwd als een aangifte op grond van het eerste lid.

B

Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c vervalt in artikel 76a, zesde lid, onderdeel a.

ARTIKEL II WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder verlettering van de onderdelen b tot en met e tot a tot en met d vervalt in artikel 629 lid 11 onderdeel a.

B

Onder verlettering van de onderdelen b tot en met d tot a tot en met c vervalt in artikel 670 lid 10, onderdeel a.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tiende lid, tweede zin, wordt «artikel 629, elfde lid, onderdeel b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door «artikel 629 lid 11, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,» en wordt «artikel 76a, zesde lid, onderdeel b, van de Ziektewet» vervangen door «artikel 76a, zesde lid, onderdeel a, van de Ziektewet».

2. Aan het tiende lid wordt na de tweede zin een zin toegevoegd, luidende: In afwijking van de tweede zin geeft het UWV, in het geval van een niet tijdige aanvraag, die op grond van artikel 64, zesde lid, geacht wordt tijdig te zijn ingediend, en waarbij de niet tijdigheid van de aanvraag het gevolg is van het niet naleven van de verplichting, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet, de beschikking omtrent toepassing van het negende lid binnen zeven weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 64.

3. In het elfde lid, eerste zin, wordt «elfde lid, onderdeel b, van artikel 629 van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door «artikel 629 lid 11, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,» en wordt «artikel 76a, zesde lid, onderdeel b, van de Ziektewet» vervangen door «artikel 76a, zesde lid, onderdeel a, van de Ziektewet».

4. Aan het elfde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: In afwijking van de eerste zin vindt, in het geval van een niet tijdige aanvraag, die op grond van artikel 64, zesde lid, geacht wordt tijdig te zijn ingediend, en waarbij de niet tijdigheid van de aanvraag het gevolg is van het niet naleven van de verplichting, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet, verlenging van het tijdvak, bedoeld in het negende lid, niet plaats indien het UWV de beschikking omtrent toepassing van het negende lid niet afgeeft binnen zeven weken na ontvangst van de aanvraag, bedoeld in artikel 64.

B

Artikel 85 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Vrijstelling aangifte ziekte

2. In het tweede lid, wordt «acht maanden» telkens vervangen door: 42 weken.

C

In artikel 123b, eerste lid, wordt «de artikelen 629, derde lid, onderdeel f, en elfde lid, onderdeel b, en 670, tiende lid, onderdeel b, van Titel 10 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: de artikelen 629 lid 3, onderdeel f, en lid 11, onderdeel a, en 670 lid 10, onderdeel a, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,.

ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 34a, vierde lid, wordt «artikel 629, elfde lid, onderdeel e, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» telkens vervangen door «artikel 629 lid 11, onderdeel d, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,» en wordt «artikel 76a, zesde lid, onderdeel d, van de Ziektewet» telkens vervangen door «artikel 76a, zesde lid, onderdeel c, van de Ziektewet,».

B

In artikel 43d wordt «artikel 629, elfde lid, onderdelen a en e, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: artikel 629 lid 11, onderdeel d, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,.

C

In artikel 75a, zevende lid, wordt «artikel 629, elfde lid, onderdelen a en c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: artikel 629 lid 11, onderdeel b, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,.

D

In artikel 75d, tweede lid, wordt «acht maanden» telkens vervangen door: 42 weken.

ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN

In artikel 117, vijfde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, wordt «artikel 629, elfde lid, onderdelen a en e, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door: artikel 629 lid 11, onderdeel d, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,.

ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE WET VERBETERING POORTWACHTER

In artikel XV, eerste lid, van de Wet verbetering poortwachter wordt «artikel 629, lid 11, onderdeel e, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door «artikel 629 lid 11, onderdeel d, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek,» en «artikel 76a, zesde lid, onderdeel c,» door «artikel 76a, zesde lid, onderdeel b,».

ARTIKEL VII OVERGANGSRECHT

1. De Ziektewet, het Burgerlijk Wetboek en de op die wetten berustende bepalingen zoals deze luidden op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing op de werknemer met betrekking tot wie voor de dag van de inwerkingtreding van deze wet een aangifte als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet, of als bedoeld in artikel 85, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, heeft plaatsgevonden met dien verstande dat de verplichting, bedoeld in artikel 38, derde lid, van de Ziektewet, zoals dit luidde op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet, niet geldt met betrekking tot die werknemer.

2. Artikel 38, derde lid, van de Ziektewet, de artikelen 629 en 670 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, en artikel 25, tiende en elfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, zoals die luiden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze wet zijn van toepassing met betrekking tot de werkgever, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet, indien de wachttijd, bedoeld in artikel 23 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, van zijn werknemer eindigt na de dag van inwerkingtreding van deze wet. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing indien de wachttijd van de werknemer zou zijn geëindigd na de dag van inwerkingtreding van deze wet, indien de werknemer niet zou zijn hersteld.

ARTIKEL VIII INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Naar boven