31 349
Evaluatie van de Mijnbouwwet

nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 mei 2008

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Atsma van 20 mei jl. deel ik u het volgende mede.

1

Wat is het exploratiepotentieel van kleine olie- en gasvelden dat wellicht nog te exploiteren valt?

Naast de meer dan 200 reeds in productie zijnde velden, zijn er in Nederland nog 137 gasvelden en 22 olievelden die nog niet in productie zijn genomen. Hiervan liggen er 93 offshore en 66 op land. Voor een deel van deze niet-ontwikkelde velden is met redelijke zekerheid te verwachten dat ze binnen de komende 5 jaar in productie genomen zullen worden. Het aantal niet-ontwikkelde velden waar op het ogenblik nog geen plannen voor zijn, is 82 voor gasvelden en 18 voor olievelden. De grootte van de reserves van deze niet-ontwikkelde velden, waarvoor nog geen plannen zijn, hangt sterk af van de wijze waarop ze mogelijk in de toekomst ontwikkeld worden. Een globale schatting voor deze laatste categorie geeft een totaal volume van 60 miljard m3 voor de niet-ontwikkelde gasvelden en 7 miljoen m3 voor de niet-ontwikkelde olievelden. Een vergelijking van de genoemde aantallen en volumes laat zien dat het hier gemiddeld zeer kleine velden betreft, kleiner dan 1 miljard m3. Voor deze velden zijn nog geen plannen tot ontwikkeling. Bij de vraag of deze velden economisch te exploiteren zijn, speelt naast het volume ook de afstand tot infrastructuur, stroomsnelheid en afwijkende gassamenstellingen een rol.

De informatie over de genoemde aantallen en de locaties van de niet-ontwikkelde velden is openbaar en te vinden op www.nlog.nl.

2

Welke aanvullende instrumenten zijn wellicht nodig of mogelijk om exploitatie mogelijk te maken?

Er is door mij uitvoerig gestudeerd op financiële maatregelen voor marginale velden. Hierover heb ik gesproken met mijn collega van Financiën. Wij hebben besloten dat er nog een nadere verificatie van de uitkomsten wenselijk is. Punten van nadere verificatie vormen de effectiviteit van eventuele maatregelen en de ontwikkeling van de olieprijs. Dit zal op korte termijn worden afgerond. Ik verwacht u uiterlijk deze zomer uitsluitsel te kunnen geven.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven