31 349
Evaluatie van de Mijnbouwwet

nr. 12
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID ZIJLSTRA C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 7

Voorgesteld 24 maart 2009

De Kamer,

gehoord de beraadslaging, constaterende, dat zich in Noordwest-Friesland, in een gebied waar gas- en zoutwinning plaatsvindt, een onverwacht sterke bodemdaling heeft voorgedaan;

constaterende, dat er een onderzoek is gestart naar de oorzaak van de onverwachte bodemdaling, waarvan de resultaten eind 2009 verwacht worden;

constaterende, dat er nog geen gebiedsbrede financiële schaderegeling voor compensatie van schade door bodemdaling tot stand is gekomen;

constaterende, dat de regering van zins is om binnenkort vergunning te verlenen voor de hervatting van de gaswinning vanuit de put Harlingen-6 en een uitbreiding van zoutwinning uit het winningsgebied Barradeel I;

constaterende, dat deze gas- en zoutwinningactiviteiten zich afspelen in en aangrenzend aan het gebied waar de onverwacht sterke bodemdaling zich heeft voorgedaan;

verzoekt de regering de aangevraagde vergunningen niet te verlenen totdat het onderzoek naar de oorzaken van de onverwacht sterke bodemdaling is afgerond en totdat een definitieve gebiedsbrede financiële schaderegeling voor compensatie van schade door bodemdaling tot stand is gekomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zijlstra

Jacobi

Atsma

Jansen

Graus

Ortega-Martijn

Naar boven