31 346
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de uitbreiding van de groep van personen die het collegegeld dat is vastgesteld bij wet, verschuldigd zijn

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de groep van personen die het collegegeld dat is vastgesteld bij wet verschuldigd zijn, uit te breiden; dat daartoe de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek dient te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

Artikel 7.43, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek komt als volgt te luiden:

a. behoort tot een van de groepen van personen bedoeld in artikel 2.2 van de Wet studiefinanciering 2000, of

b. de Surinaamse nationaliteit bezit.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 september 2008.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Naar boven