31 345 Wijziging van de Monumentenwet 1988 in verband met onder meer beperking van de ministeriële adviesplicht bij aanvragen om een monumentenvergunning

N VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 9 juli 2010

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid1 heeft op 6 oktober 2009 kennisgenomen van de Handreiking gemeentelijke monumentencommissies.

Zij heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bij brief van 8 oktober 2009 verzocht om in 2010 op de hoogte te worden gesteld van de uitkomsten van de evaluatie.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op 7 juli 2010 het briefrapport «Stand van zaken Monumentencommissies in Nederland» gestuurd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,

Warmolt de Boer

BRIEF AAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Den Haag, 8 oktober 2009

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid heeft op 6 oktober 2009 onder dankzegging kennisgenomen van de handreiking gemeentelijke monumentencommissies.

In uw aanbiedingsbrief bij de handreiking d.d. 1 oktober 2009 (kenmerk DCE/156558)schrijft u dat u volgend jaar zult bezien «of de handreiking en de cursus geleid hebben tot een verbetering van de kwaliteit van gemeentelijke monumentencommissies». Graag wordt de commissie in 2010 op de hoogte gesteld van de uitkomsten van deze «evaluatie».

Voorzitter commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschapsbeleid,

A. H. M. Dölle

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2010

In oktober 2008 heeft de Erfgoedinspectie een rapport uitgebracht over de stand van zaken met betrekking tot de monumentencommissies in Nederland «Een goed advies is het halve werk». In dat rapport constateerde de Erfgoedinspectie dat het nog schortte aan de kwaliteit en deskundigheid van de monumentencommissies. Naar aanleiding van de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van het wetsvoorstel «beperking van de adviesplicht» op 9 december 2008 heeft de toenmalige minister van OCW aangegeven dat hij het initiatief zou nemen om een standaard voor monumentencommissies te ontwikkelen. Deze «Handreiking gemeentelijke monumentencommissies» is in september 2009 verschenen en op 1 oktober naar de Eerste Kamer gezonden.

Daarnaast heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed op verzoek van de minister het bestaande cursusprogramma «Erfgoed in de praktijk» uitgebreid met een cursus voor leden van monumentencommissies.

De minister heeft in zijn aanbiedingsbrief bij de «Handreiking gemeentelijke monumentencommissies» (kamerstuk 31 345, nr. M) toegezegd dat hij de Eerste Kamer na een jaar zou berichten in hoeverre deze maatregelen effect hebben gehad op de kwaliteit van de monumentencommissies.

Met het aanbieden van het briefrapport «Stand van zaken Monumentencommissies in Nederland»2 doe ik deze toezegging met genoegen gestand.

In dit rapport constateert de Erfgoedinspectie dat belangrijke stappen zijn gezet om de onderdelen «deskundigheid» en «professionaliteit» aan te passen en te verbeteren. Uit de gegevens van het onderzoek blijkt dat de deskundigheid is gestegen van 51% naar 86%. De Erfgoedinspectie constateert tevens dat regelmatig gebruik wordt gemaakt van de expertise van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of van de Steunpunten in situaties waarbij de commissie bepaalde deskundigheid mist.

Terwijl in 2008 75% van de commissies een onafhankelijk voorzitter had, is dat nu 90%. Voor de overige leden van de monumentencommissies geldt dat nu 91% onafhankelijk is, tegenover 68% in 2008.

Ik ben verheugd over deze ontwikkelingen, maar realiseer mij daarbij dat de kwaliteit van advisering door monumentencommissies een punt van aandacht zal moeten blijven.

De drie aanbevelingen die de Erfgoedinspectie doet neem ik dan ook over:

Het is van belang dat de «Handreiking gemeentelijke monumentencommissies» onder de aandacht gebracht wordt bij bestuurders en secretarissen van monumentencommissies; ik zal de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vragen om dat in hun regulier overleg met steunpunten en gemeenten in te brengen.

De suggestie om de deskundigheid van commissies te bevorderen door bestuurders of ambtenaren uit andere gemeenten als lid aan te stellen of onderling te laten wisselen, conform deze «Handreiking» kan daarbij worden meegenomen.

De cursussen voor monumentencommissies in het kader van «Erfgoedzorg in de praktijk», georganiseerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het Nationaal restauratiefonds worden gecontinueerd. Ik kan u melden dat ook dit jaar het enthousiasme groot is: de cursusdagen in het voorjaar werden goed bezocht en door de cursisten als nuttig en leerzaam beoordeeld. Voor de cursusdagen die in het najaar gepland staan is volop belangstelling.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Samenstelling:

Schuurman (CU), Holdijk (SGP), Dölle (CDA) voorzitter, Dupuis (VVD), Linthorst (PvdA), Tan (PvdA) vicevoorzitter, Essers (CDA), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Leijnse (PvdA), Staal (D66), Thissen (GL), Hamel (PvdA), Goyert (CDA), Hillen (CDA), Leunissen (CDA), Asscher (VVD), Hermans (VVD), Schaap (VVD), Ten Horn (SP), Slager (SP), Vliegenthart (SP), De Boer (CU), Kuiper (CU), Lagerwerf-Vergunst (CU), Laurier (GL), Koffeman (PvdD), Yildirim (Fractie-Yildirim) en Flierman (CDA).

XNoot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 142519.05

Naar boven