31 343(R 1846)
Wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met de elektronische bekendmaking van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties en de beschikbaarstelling daarvan in geconsolideerde vorm

nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT1

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 9 november 2007 en het nader rapport d.d. 28 januari 2008, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 19 oktober 2007, no. 07 003404, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de minister van Buitenlandse Zaken, bij de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van rijkswet tot wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met de elektronische bekendmaking van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties en de beschikbaarstelling daarvan in geconsolideerde vorm, met memorie van toelichting.

De wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen strekt ertoe dat de officiële bekendmaking van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties in het Tractatenblad voortaan elektronisch zal geschieden. Het voorstel van rijkswet hangt samen met het voorstel van wet tot wijziging van de Bekendmakingswet en enkele andere wetten in verband met de elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling in consolideerde vorm van wetten, algemene maatregelen van bestuur e.d. (hierna: wetsvoorstel elektronische bekendmaking).2De Raad van State van het Koninkrijk onderschrijft de strekking van het voorstel van rijkswet, maar maakt daarbij de volgende kanttekening.

De artikelsgewijze toelichting bij het voorstel is summier. Dit betekent dat moet worden teruggevallen op de toelichting bij vergelijkbare artikelen in het wetsvoorstel elektronische bekendmaking, terwijl het uitgangspunt is dat de toelichting bij een wetsvoorstel zelfstandig leesbaar moet zijn. Daar komt nog bij dat hetgeen in de toelichting bij genoemd wetsvoorstel wordt gesteld niet altijd één-op-één toepasbaar is op de artikelen van het nu voorliggende voorstel van rijkswet. Zo verschaft bijvoorbeeld de toelichting bij het voorgestelde artikel 10a, tweede lid, van het wetsvoorstel elektronische bekendmaking, geen uitsluitsel over de vraag welke categorieën verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties op grond van het corresponderende artikel 16c, tweede lid, (zie Artikel I, onderdeel B, van het voorstel van rijkswet) kunnen worden aangewezen. Verder staat bijvoorbeeld niet zonder meer vast wat de verplichting inhoudt om verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties in geconsolideerde vorm ter beschikking te stellen en te houden (Artikel I, onderdeel B, het voorgestelde artikel 16c, eerste en derde lid, van het voorstel van rijkswet). De vraag rijst of deze verplichting met zich brengt dat altijd moet kunnen worden teruggevonden hoe een regeling (in geconsolideerde vorm) op een bepaalde dag in het verleden luidde, zoals in de toelichting op het corresponderende artikel 10a van het wetsvoorstel elektronische bekendmaking ten aanzien van wetten en algemene maatregelen van bestuur wordt gesteld. De toelichting bij het voorstel van rijkswet behoort op deze vragen antwoord te geven.

Gelet op het vorenstaande adviseert de Raad de toelichting op de voorgestelde artikelen 16 tot en met 16c (Artikel I, onderdelen A en B, van het voorstel van rijkswet) aan te vullen.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 19 oktober 2007, kenmerk 07.003404, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State van het Koninkrijk zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van rijkswet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.

Dit advies, gedateerd 9 november 2007, No. W02.07.0376/II/K, bied ik U hierbij aan.

Overeenkomstig het advies van de Raad van State is de memorie van toelichting aangepast.

De Raad van State van het Koninkrijk geeft U in overweging het voorstel van rijkswet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan die van Aruba, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van rijkswet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Staten van de Nederlandse Antillen en de Staten van Aruba te zenden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van rijkswet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State van het Koninkrijk is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Kamerstukken II 2006/07, 31 084, nrs. 1–3.

Naar boven