31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen

Nr. 72 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2016

Mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport beantwoorden wij aan uw verzoek om een reactie op de uitzending van het VARA-programma Rambam waarin te zien is dat het verkrijgen van een dyslexieverklaring redelijk eenvoudig lijkt te zijn. Zowel het onderwijs als de beroepsgroep is niet gebaat bij het beeld dat nu is ontstaan over de dyslexieverklaringen en degenen die de verklaringen afgeven. Een dyslexieverklaring moet betrouwbaar zijn en zou alleen mogen worden afgegeven aan leerlingen die ook echt aantoonbaar en onderbouwd dyslexie hebben. Zij mogen niet de dupe worden van het beeld dat nu ontstaan is. De dyslexieverklaring die aan de Minister is uitgereikt, bleek overigens nep. De stijging van het aantal verklaringen staat niet meer in verhouding tot wat redelijkerwijs mag worden verwacht van het aantal leerlingen en studenten dat dyslexie heeft, namelijk 3 à 4 procent van de populatie.

Het is zaak om eerst een goed beeld te hebben over het aantal leerlingen en studenten met een dyslexieverklaring. De gegevens die we hebben opgevraagd bij het College voor Toetsen en Examens (CvTE), de Inspectie van het Onderwijs (IvhO) en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) laten zien dat in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs ruim 10 procent van de leerlingen en studenten gebruik maakt van een aangepaste vorm van centrale toetsing of examinering, voor het hoger onderwijs zijn dergelijke gegevens niet beschikbaar. Hoeveel leerlingen en studenten hiernaast een dyslexieverklaring hebben en gebruik maken van bijvoorbeeld een half uur extra tijd voor toetsen en tentamens en examens, is niet bekend.

Onderzoek

Nog voor de zomervakantie laten wij in alle onderwijssectoren een quick scan uitvoeren naar aantallen leerlingen en studenten met een dyslexieverklaring en de faciliteiten waarvan zij gebruik maken. De IvhO hebben wij al gevraagd naar het verhaal achter de stijging van het aantal aangepaste examens in het vo. Wij willen meer zicht op de verdeling over de schoolsoorten, de regionale spreiding en de gebruikte aanpassingen. We starten zo snel mogelijk, bij voorkeur nog voor de zomer, met een diepgaander onderzoek naar de kwaliteit van de verklaringen en de deskundigen die de verklaring afgeven.

Onderwijs in positie brengen

Daarnaast zetten wij direct een aantal acties in gang om het onderwijs beter in positie te brengen als het gaat om het toestaan van aanpassingen in het onderwijs en bij toetsen en examens. Dat doen wij op twee manieren. In de eerste plaats gaan we schoolleiders in het po en vo, examencommissies in het mbo en studentendecanen en examencommissies in het ho beter toerusten om hun rol te vervullen bij het toestaan van aanpassingen in de wijze van toetsen en examineren. Aanpassingen kunnen worden toegestaan, maar een besluit hierover moet wel berusten op valide en betrouwbare dyslexieverklaringen. Samen met de sectorraden gaan we schoolleiders, examencommissies en studentendecanen toerusten om hun rol te pakken. Nog voor de zomer sturen wij alle scholen en instellingen een brief waarin wij aangeven waar men op moet letten bij het toestaan van aanpassingen op basis van een dyslexieverklaring. Bij de brief wordt een «checklist dyslexieverklaring» gevoegd, die scholen en instellingen helpt om een goede beoordeling te maken. Met de steunpunten passend onderwijs en het platform samenwerkingsverbanden vo spreken wij over de wijze waarop de samenwerkingsverbanden passend onderwijs een poortwachtersrol kunnen vervullen bij het indammen van de stroom dyslexieverklaringen. Een aantal samenwerkingsverbanden is al heel goed op weg: zij kunnen dienen als voorbeeld voor andere verbanden.

Deskundigen en deskundigenverklaring

Op grond van artikel 55 van het Eindexamenbesluit vo moet het toestaan van aanpassingen in de wijze van examineren zijn gebaseerd op een door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog opgestelde verklaring. Een aanpassing kan in ieder geval bestaan uit een half uur verlenging van de toets- of examentijd. Een andere aanpassing kan slechts worden toegestaan als duidelijk in de verklaring is vermeld om welke aanpassing het gaat. Die aanpassing moet aantoonbaar passen bij de begeleidingsadviezen in de deskundigenverklaring. Er zijn geen nadere voorschriften voor vorm en inhoud van de deskundigenverklaring. Alhoewel een dergelijke verklaring niet wettelijk is voorgeschreven in de andere sectoren, heeft de verklaring daar wel een zelfde waarde bij het toestaan van aanpassingen. Ook worden er met uitzondering voor het vaststellen van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) geen eisen gesteld aan de wijze waarop de verklaring tot stand komt of het onderzoek dat er aan ten grondslag ligt. Anders dan de eis dat slechts een ter zake deskundig psycholoog of orthopedagoog de verklaring mag afgeven, worden er eveneens geen nadere eisen gesteld aan die deskundige.

U heeft een motie1 aanvaard om hier verandering in te brengen. Voorgesteld wordt dat dyslectische leerlingen en studenten alleen aanspraak kunnen maken op een aangepaste wijze van toetsen of examineren in het onderwijs als de deskundigenverklaring voldoet aan nader te stellen eisen en is afgegeven door een psycholoog of orthopedagoog die daarvoor is gecertificeerd. Ook wordt voorgesteld het toezicht op de naleving te verscherpen. Naar aanleiding van deze motie gaan wij samen met het Ministerie van VWS het gesprek aan met de beroepsgroepen en de IvhO over de wijze waarop de kwaliteitseisen vastgelegd en gecontroleerd kunnen worden. Daarbij wordt bekeken of het reeds bestaande protocol Blomert voor de diagnostiek en behandeling van EED vertaald kan worden in een duidelijke richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van dyslexie, waaronder EED.2 Betrokken beroepsgroepen hebben al aangegeven hun verantwoordelijkheid te willen nemen en willen investeren in kwalitatief goede diagnostiek, begeleiding en behandeling.

Daarnaast is voorlichting aan scholen, instellingen en ouders belangrijk. Dat kan via het door OCW gesubsidieerde Masterplan Dyslexie, dat de implementatie van en de voorlichting over de protocollen dyslexie in het po, vo, mbo en ho begeleidt, maar ook bijvoorbeeld via het steunpunt Dyslexie, het expertisecentrum Handicap en Studie (ho) en de steunpunten passend onderwijs po en vo.

In de voortgangsrapportage rekenen en taal die dit najaar naar uw Kamer wordt gestuurd, zullen wij u informeren over de resultaten van de onderzoeken en de voortgang van de activiteiten. Het blijft een weerbarstige problematiek, maar met deze maatregelen streven wij er naar de stroom aan dyslexieverklaringen in te dammen en terug te brengen naar normale proporties.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Kamerstuk 31 497, nr. 198

X Noot
2

Protocol Dyslexie Diagnostiek en Behandeling 2.0 van 1 mei 2013.

Naar boven