31 328
Samenvoeging van de gemeenten Bennebroek en Bloemendaal

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 26 maart 2008

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

1. Algemeen

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. Uit de voorliggende stukken, alsmede uit een door de commissie op 13 maart jl. gehouden rondetafelgesprek, is het deze leden duidelijk geworden dat de herindeling op basis van vrijwilligheid plaatsvindt. Tevens bleek de steun van de buurgemeenten voor het voornemen.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van dit voorstel voor gemeentelijke herindeling. Belangrijke criteria ter beoordeling van de noodzaak van herindeling zijn voor deze leden de bestuurskracht van gemeenten en, in de eerste plaats, het draagvlak onder de bevolking. Ook de regering zegt dat herindelingen alleen plaats zullen vinden van onderaf, als hiervoor steun is van de bevolking. Over de toepassing van deze citeria leven er bij deze leden enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot Samenvoeging van de gemeenten Bennebroek en Bloemendaal. Zij constateren dat het een vrijwillige samenvoeging van deze gemeenten betreft. Ook Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben een positief advies gegeven. Er is dus een groot draagvlak voor dit wetsvoorstel, ook bij de bewoners is er sprake van voldoende draagvlak. De leden van de VVD-fractie stemmen in met deze samenvoeging. Zij spreken de wens uit dat het wetgevingstraject snel wordt doorlopen, opdat de voorgenomen samenvoeging per 1 januari 2009 kan worden geëffectueerd.

De leden van de fracties van PVV, ChristenUnie en SGP hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.

2. Het herindelingsbeleid

De leden van de SP-fractie vragen of de regering hun analyse onderschrijft dat meer decentralisatie van rijkstaken aanleiding is voor meer gemeentelijke herindelingen? Zij vragen of de regering dit een gewenste ontwikkeling vindt. Deelt de regering de zorg van deze leden dat herindelingen daardoor niet zozeer worden ingegeven door de wens van de bewoners, maar door het door de regering gekozen beleid van decentralisering?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de regering naar de uitvoering van het bestuursakkoord op het punt van het formuleren van een nieuw beleidskader gemeentelijke herindeling. Wat is de stand van zaken, zo vragen deze leden.

Omdat de financiële positie van de huidige gemeente Bennebroek kwetsbaar is, vragen de leden van de SGP-fractie zich af of deze herindeling nadelige financiële gevolgen heeft voor bijvoorbeeld de gemeentelijke lasten in een van beide delen van de nieuwe gemeente. Heeft deze kwetsbare positie geen gevolgen voor de uiteindelijke positie van de nieuwe gemeente? Meer in het algemeen gesproken vragen deze leden of de regering nog maatregelen overweegt om bij herindeling van een financieel slecht of matig functionerende gemeente, extra middelen ter beschikking te stellen, zodat de nieuwe gemeente niet op voorhand op verlies staat.

3. Vrijwilligheid, draagvlak en duurzaamheid

De leden van de CDA-fractie stellen vast dat de nieuwe gemeente Bloemendaal ca. 22 000 inwoners zal tellen, en qua omvang in staat meent te zijn voldoende bestuurskracht te leveren voor de vervulling van huidige en toekomstige taken. Dat is ook de opvatting van de buurgemeenten, Zandvoort en Heemstede, zowel voor zichzelf als voor de nieuwe gemeente Bloemendaal.

Mogen deze leden erop vertrouwen dat ook de regering van mening is dat het voorliggende voorstel tot gevolg heeft dat er een gemeente met goede perspectieven op een langdurig zelfstandig voortbestaan ontstaat?

De leden van de SP-fractie stellen vragen bij het feit dat de regering het onderzoek naar het draagvlak van de bevolking voor een herindeling een verantwoordelijkheid van de gemeenten zélf noemt. De regering heeft in het coalitieakkoord aangegeven dat herindelingen alleen plaats zullen vinden van onderaf, als hiervoor steun is van de bevolking. Dit kan de regering alleen beoordelen als er deugdelijk onderzoek naar het draagvlak heeft plaatsgevonden. Hoe is dit in de betreffende gemeenten gemeten? Hoe oordeelt de regering over het draagvlak in de betreffende gemeenten? Hoe weet de regering dat het draagvlak is verbeterd ten opzichte van eind jaren negentig, toen dit draagvlak voor herindeling nog onvoldoende was? En ten opzichte van 2004, toen samenwerking en herindeling ook al onderzocht is? En waarom is het niet gekomen tot een referendum, zoals in het voorjaar van 2006 unaniem is besloten? Deze leden ontvangen graag een antwoord van de regering op deze punten.

Voorts vragen zij of de regering kan aangeven waarom een intensievere samen-werking tussen deze gemeenten niet mogelijk is gebleken; wat zijn de argumenten om over te gaan tot herindeling?

De leden van de PVV-fractie juichen het over het algemeen toe dat gemeenten vrijwillig tot samenvoeging overgaan. Deze vrijwilligheid is van belang en waarborgt uiteindelijk ook de realisatie van het doel, namelijk een efficiënter gemeentelijk overheidsapparaat, waarbij de serviceverlening voor de burger op een hoger niveau komt te staan. In dat kader begrijpen deze leden niet geheel de beslissing tot samenvoeging voor enkel de gemeenten Bennebroek en Bloemendaal. Zij vragen waarom de gemeenten Heemstede en Zandvoort er niet bij zijn betrokken, of waarom deze gemeenten niet zelf hebben besloten zich bij deze samenvoeging aan te sluiten. Gezien de gemeentegrenzen zou dit, naar de mening van deze leden, voor de hand hebben gelegen.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de gemeentelijke herindeling vrijwillig tot stand is gekomen, na diverse bestuurskrachtmetingen en unanieme instemming van de gemeenteraden. Daarnaast blijken betrokken gemeenten interne en regionale samenhang te vertonen. Zij achten dit belangrijk voor het ontstaan van een goede nieuwe gemeente.

De leden van de SGP-fractie constateren dat het voorliggende wetsvoorstel een gevolg is van de vrijwillige wens van beide gemeenten om samen te gaan. Hiermee is voldaan aan een belangrijke eis voor herindelingen. Het wetsvoorstel spreekt over de aanwezigheid van draagvlak in beide gemeenten. Er wordt gesteld dat beide gemeenten zich voor deze herindeling hebben uitgesproken, «wat duidt op een groot draagvlak». Aangezien deze stelling niet zonder meer juist is, vragen de leden van de SGP-fractie of de regering deze stelling ook kan onderbouwen met behulp van de stemverhoudingen in de beide raden. Is er tevens duidelijkheid te geven over de mate waarin deze herindeling ook kan rekenen op maatschappelijk draagvlak? Wat moeten deze leden verstaan onder «voldoende draagvlak»?

Hoewel de gemeente Bennebroek heeft gekozen voor samenvoeging met de gemeente Bloemendaal, vragen de aan het woord zijnde leden wel of topografisch gezien een samenvoeging met Heemstede niet meer voor de hand zou liggen. De kern Bennebroek ligt immers in een relatieve uithoek van de nieuwe gemeente Bloemendaal. Hoe is hierover nagedacht bij de plannen rond deze herindeling? Wat is de betekenis hiervan voor de gemeentelijke dienstverlening? Deze leden ontvangen graag van de regering een antwoord op deze vragen.

4. Procedure

De leden van de CDA-fractie verzoeken de regering de procedure voortvarend te vervolgen zodat de gemeenten in staat zijn zich goed voor te bereiden op het samengaan per 01–01–2009. Daarbij hoort naar hun mening ook het tijdig kunnen starten met alle activiteiten die nodig zijn voor een goede voorbereiding op de gemeenteraadsverkiezing, die reeds in het laatste kwartaal van dit jaar dient plaats te vinden.

Bij de leden van de SP-fractie leven nog vragen over enkele onduidelijke raadsbesluiten die in de gemeente Bennebroek gedurende de procedure genomen zouden zijn: een besluit dat de provincie belast zou worden met het dossier herindeling en een besluit tot het ongedaan maken van het coalitieakkoord, voor wat betreft de punten die herindeling aangaan. Deze besluiten hebben, voorzover deze leden weten, nooit op de raadsagenda gestaan. Deze leden vragen waar zij informatie over deze besluitvorming kunnen terugvinden en zij ontvangen graag een toelichting van de regering op deze gang van zaken.

De leden van de SGP-fractie vragen of er ook bij deze herindeling nog te verwachten wijzigingen in het grensbeloop spelen, zoals bij de herindeling van Alkemade en Jacobswoude het geval is.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GL), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Van Gent (GL), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).

Naar boven