nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel E, komt artikel 4b, vierde lid, te luiden:
4. De verstrekking van gegevens betreffende de vingerafdrukken van
de houder uit de reisdocumentenadministratie in de gevallen, bedoeld in het
tweede lid, onder a en c, geschiedt uitsluitend aan de officier van justitie.
De verstrekking vindt slechts plaats:
a. ten behoeve van de vaststelling van de identiteit van een verdachte
of veroordeelde voor zover in het kader van de toepassing van het strafrecht
van hem een of meer vingerafdrukken zijn genomen en er twijfel bestaat over
zijn identiteit;
b. in het belang van het onderzoek in geval van een misdrijf waarvoor
voorlopige hechtenis is toegelaten.
Toelichting
In het oorspronkelijk aan de Tweede Kamer aangeboden wetsvoorstel tot
wijziging van de Paspoortwet werden in artikel 4b, vierde lid, regels gesteld
over de verstrekking van biometrische kenmerken uit de reisdocumentenadministratie
met het oog op het voorkomen en bestrijden van fraude en misbruik van reisdocumenten
en het opsporen en vervolgen van strafbare feiten. Onder de biometrische kenmerken
in de reisdocumentenadministratie worden verstaan: de gezichtsopname (de foto),
de vingerafdrukken en de handtekening. De redactie van het artikel 4b, vierde
lid, van het wetsvoorstel had – ook na de aanpassing door de eerste
nota van wijziging – tot gevolg dat opsporingsambtenaren niet gerechtigd
zouden zijn om de foto en de handtekening van bijvoorbeeld een verdachte uit
de nieuwe reisdocumentenadministratie te verkrijgen. Deze gegevens zouden
uitsluitend aan de officier van justitie mogen worden verstrekt.
De bestaande regelgeving geeft ook opsporingsambtenaren de bevoegdheid
om gegevens betreffende de foto en de handtekening op te vragen uit de decentrale
reisdocumentenadministraties. De vermindering van de bestaande bevoegdheden
van opsporingsambtenaren is niet de bedoeling.
Ik stel daarom voor de bijzondere regels voor de verstrekking van biometrische
gegevens te beperken tot gegevens betreffende de vingerafdrukken. Daarmee
wordt het – evenals thans – mogelijk dat gegevens betreffende
de foto en de handtekening ook verstrekt worden aan opsporingsambtenaren.
Voor de vingerafdrukken als nieuw gegeven in de reisdocumentenadministratie
acht ik het wenselijk de eerder gestelde beperkingen te handhaven. Vingerafdrukken
kunnen ten behoeve van voorkoming en bestrijding van fraude met reisdocumenten
en opsporing en vervolging van strafbare feiten alleen verstrekt worden aan
de officier van justitie. De verstrekking kan alleen plaats vinden ten behoeve
van de vaststelling van de identiteit van een verdachte of veroordeelde waarvan
vingerafdrukken zijn afgenomen en waarbij er twijfel is over zijn identiteit,
of in het belang van het onderzoek in geval van een misdrijf waarvoor voorlopige
hechtenis is toegelaten.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten