31 324 (R 1844)
Wijziging van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie

nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 1 oktober 2008

Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I, onderdeel E, komt artikel 4b, vierde lid, te luiden:

4. De verstrekking van gegevens betreffende de vingerafdrukken van de houder uit de reisdocumentenadministratie in de gevallen, bedoeld in het tweede lid, onder a en c, geschiedt uitsluitend aan de officier van justitie. De verstrekking vindt slechts plaats:

a. ten behoeve van de vaststelling van de identiteit van een verdachte of veroordeelde voor zover in het kader van de toepassing van het strafrecht van hem een of meer vingerafdrukken zijn genomen en er twijfel bestaat over zijn identiteit;

b. in het belang van het onderzoek in geval van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.

Toelichting

In het oorspronkelijk aan de Tweede Kamer aangeboden wetsvoorstel tot wijziging van de Paspoortwet werden in artikel 4b, vierde lid, regels gesteld over de verstrekking van biometrische kenmerken uit de reisdocumentenadministratie met het oog op het voorkomen en bestrijden van fraude en misbruik van reisdocumenten en het opsporen en vervolgen van strafbare feiten. Onder de biometrische kenmerken in de reisdocumentenadministratie worden verstaan: de gezichtsopname (de foto), de vingerafdrukken en de handtekening. De redactie van het artikel 4b, vierde lid, van het wetsvoorstel had – ook na de aanpassing door de eerste nota van wijziging – tot gevolg dat opsporingsambtenaren niet gerechtigd zouden zijn om de foto en de handtekening van bijvoorbeeld een verdachte uit de nieuwe reisdocumentenadministratie te verkrijgen. Deze gegevens zouden uitsluitend aan de officier van justitie mogen worden verstrekt.

De bestaande regelgeving geeft ook opsporingsambtenaren de bevoegdheid om gegevens betreffende de foto en de handtekening op te vragen uit de decentrale reisdocumentenadministraties. De vermindering van de bestaande bevoegdheden van opsporingsambtenaren is niet de bedoeling.

Ik stel daarom voor de bijzondere regels voor de verstrekking van biometrische gegevens te beperken tot gegevens betreffende de vingerafdrukken. Daarmee wordt het – evenals thans – mogelijk dat gegevens betreffende de foto en de handtekening ook verstrekt worden aan opsporingsambtenaren.

Voor de vingerafdrukken als nieuw gegeven in de reisdocumentenadministratie acht ik het wenselijk de eerder gestelde beperkingen te handhaven. Vingerafdrukken kunnen ten behoeve van voorkoming en bestrijding van fraude met reisdocumenten en opsporing en vervolging van strafbare feiten alleen verstrekt worden aan de officier van justitie. De verstrekking kan alleen plaats vinden ten behoeve van de vaststelling van de identiteit van een verdachte of veroordeelde waarvan vingerafdrukken zijn afgenomen en waarbij er twijfel is over zijn identiteit, of in het belang van het onderzoek in geval van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.

De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Naar boven