Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 31322 nr. 509 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 31322 nr. 509 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 augustus 2023
Voor Friezen is het van belang dat zij hun taal en cultuur kunnen uitdrukken. Gedeeltelijk Friestalige kinderopvang kan hier een waardevolle rol in spelen. Eerder dit jaar publiceerde DINGtiid, het adviesorgaan voor de Friese taal, een rapport ten aanzien van de positie van het Fries in de voorschoolse fase. Met deze brief bied ik uw Kamer het rapport aan en reageer ik, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op de delen van het advies die betrekking hebben op de rol van de Rijksoverheid. DINGtiid ontvangt een afschrift van deze Kamerbrief.
Het Fries is erkend als officiële taal en geniet daarmee bescherming onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Het Rijk en de provincie Fryslân maken afspraken over het gebruik van de Friese taal met als doel deze te beschermen en bevorderen. Eenheid in verscheidenheid, dat kenmerkt Nederland. Dat geldt ook voor de taal waarin wij met elkaar spreken en elkaar verstaan. Dit kabinet is trots op de Friese taal en cultuur en wil dan ook werken aan blijvende vitaliteit van de Friese taal en cultuur. Deze afspraken staan in de Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK). De huidige BFTK loopt van 2019 tot en met 2023. Het kabinet is op dit moment in gesprek met de provincie Fryslân over de inhoud van de BFTK na deze periode. De adviezen van DINGtiid worden hierbij betrokken.
Advies DINGtiid
DINGtiid heeft als wettelijke taak om de gelijke positie van de Friese en Nederlandse taal in Friesland te bevorderen. De Wet kinderopvang biedt de mogelijkheid om, naast de Nederlandse taal, de Friese taal of een streektaal die in levend gebruik is mede als voertaal te gebruiken.1 DINGtiid stelt dat ongeveer 60% van de kinderopvanglocaties in Friesland van deze mogelijkheid gebruik maakt. Op sommige plekken blijft het aanbod van Friestalige opvang achter, waardoor niet overal in de provincie dichtbij huis toegang is tot (gedeeltelijk) Friestalige kinderopvang. Mogelijke redenen die hiervoor worden genoemd zijn fusies en overnames van locaties, het personeelstekort in de sector,de afhankelijkheid van individuen die zich inzetten voor het Fries en dat meertalige ontwikkeling in het algemeen en het Fries in het bijzonder geen vaste plek heeft binnen de opleiding Pedagogisch medewerker.
De conclusie van het rapport luidt dat er veel bruikbare beleidsmatige kaders liggen voor gebruik van Fries in de voorschoolse fase.2 DINGtiid stelt echter dat beleid met concrete doelstellingen omtrent Fries in de voorschoolse fase ontbreekt bij de Rijksoverheid, de provincie Fryslân en gemeenten. Hierdoor ligt de beschikbaarheid van Friestalige voorschoolse voorzieningen volgens DINGtiid lager dan die zou kunnen zijn. Tegelijkertijd wijst het rapport er op dat een van-onderop-aanpak werkt en dat er geen behoefte is aan een aparte wettelijke verplichting vanuit het veld.
DINGtiid doet de volgende aanbevelingen om de positie van het Fries in de voorschoolse fase te verbeteren:
• Aan de provincie Fryslân en de Rijksoverheid: neem concrete, meetbare doelstellingen op in de nieuwe BFTK met betrekking tot het aantal kinderopvanglocaties waar Fries mede als voertaal wordt gebruikt en stuur hierop.
• Aan gemeenten en de provincie: kom tot gemeentelijke doelstellingen in een Fries Voorschools Profiel per gemeente. Geef gemeenten een actievere rol en meer verantwoordelijkheid om daarop te sturen en het Fries op voorschoolse locaties te stimuleren.
• Aan de provincie en de Rijksoverheid: het Fries en meertalige ontwikkeling moeten een vaste plek krijgen binnen de opleiding Pedagogisch medewerker. Neem kennis van talige diversiteit en meertalige ontwikkeling op in het landelijke kwalificatiedossier. Daarnaast wordt een toevoeging in het kwalificatiedossier geadviseerd voor een adequate passieve en actieve kennis van de Friese taal of streektaal bij pedagogisch medewerkers in gebieden waar (naast de Nederlandse taal) de Friese taal of een streektaal in levend gebruik is.
Reactie op het adviesrapport van DINGtiid
In lijn met de positie van het Fries als officiële taal, vind ik het belangrijk ruimte te bieden voor Fries en andere levende streektalen in de kinderopvang. Deze ruimte wordt gefaciliteerd binnen de Wet kinderopvang, door de mogelijkheid om de Friese taal mede als voertaal te kunnen gebruiken. Ik waardeer de inzet en het onderzoek van DINGtiid. Het geeft ons waardevolle inzichten in de huidige stand van zaken met betrekking tot het gebruik van Fries in de voorschoolse fase.
Wel wil ik graag een duidelijk onderscheid maken tussen kinderopvang en voorschoolse educatie. Het doel van voorschoolse educatie is om peuters die een indicatie hebben gekregen een goede start te laten maken op de basisschool. Voorschoolse educatie stimuleert spelenderwijs de ontwikkeling van het Nederlands, voorbereidend rekenen, motoriek en sociaal-emotionele vaardigheden. Het gedeeltelijk Fries spreken op locaties kan bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van het Nederlands van peuters die deelnemen aan voorschoolse educatie en thuis ook Fries spreken. Daarom is dit momenteel ook toegestaan. Daar waar peuters die deelnemen aan voorschoolse educatie thuis geen Fries spreken, zijn de uren voor voorschoolse educatie (16 uur per week gemiddeld) echt bedoeld voor de bevordering van de Nederlandse taalontwikkeling. En heeft educatie in de Nederlandse taal, gedurende die 16 uur, de voorkeur.
Het kabinet deelt de conclusies van DINGtiid dat er heldere beleidsmatige kaders zijn en dat de huidige aanpak van onderop zijn vruchten afwerpt. Het Sintrum Frysktalige Berne-Opfang (SFBO), een door de Provincie bekostigd kenniscentrum in Friesland, levert een belangrijke bijdrage aan het ondersteunen van kinderopvanglocaties die Friestalige opvang willen aanbieden. In het vervolg van deze paragraaf ga ik in op de concrete aanbevelingen die zijn gericht aan de Rijksoverheid.
DINGtiid adviseert om een concrete doelstelling op te nemen in de nieuwe BFTK met betrekking tot het aantal kinderopvanglocaties waarop Fries mede als voertaal wordt gebruikt. Het opnemen van een doelstelling is onderwerp van gesprek bij de totstandkoming van de nieuwe BFTK. De Rijksoverheid vindt het belangrijk dat in Fryslân ruimte is voor meertaligheid. Het is belangrijk dat mensen zich goed kunnen uitdrukken en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving in het Fries en in het Nederlands. Hierbij merk ik op dat het behalen van een bepaald percentage primair een doel kan zijn voor de provincie. De Rijksoverheid ondersteunt dit door het faciliteren van de wettelijke mogelijkheid.
Het kabinet vindt het vooral belangrijk dat er sprake is van een goede spreiding en toegankelijkheid, waarbij ouders en kinderen – redelijkerwijs – de mogelijkheid hebben om te kiezen voor deels Friestalige opvang. Per kind in de praktijk is het van belang te bezien wat het beste is voor de ontwikkeling. Hierbij vraag ik extra aandacht voor de eerder genoemde kinderen met een indicatie voor voorschoolse educatie.
DINGtiid adviseert de Rijksoverheid en de provincie Fryslân om talige diversiteit en meertalige ontwikkeling een vaste plek te geven binnen de opleiding Pedagogisch medewerker door het landelijke kwalificatiedossier aan te passen. De MBO Raad en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB) zijn verantwoordelijk voor de totstandkoming van het kwalificatiedossier. We zullen het advies van DINGtiid delen met de MBO Raad en de SBB. Kennis van taalverwerving bij meertalige ontwikkeling staat momenteel opgenomen in het kwalificatiedossier. Om goed te kunnen inspelen op meertaligheid kan het wenselijk zijn om dit uit te breiden, door hier meer vakkennis en vaardigheden aan te verbinden. Kennis van talige diversiteit en meertalige ontwikkeling is relevant voor pedagogisch medewerkers die gaan werken met kinderen met een andere thuistaal dan Nederlands. Dit betreft veel kinderen in de voorschoolse educatie. Ook sluit dit aan bij mijn voornemen om meertalige kinderopvang in de talen Duits, Frans en Engels wettelijk mogelijk te maken per 2024.3 Wederzijdse kennisuitwisseling en samenwerking met DINGtiid op het gebied van talige diversiteit en meertalige ontwikkeling in zijn algemeenheid wordt zeer gewaardeerd.
DINGtiid adviseert tevens in het landelijk kwalificatiedossier toe te voegen dat, daar waar (naast de Nederlandse taal) het Fries of een streektaal in levend gebruik is, van pedagogisch medewerkers wordt verondersteld dat zij adequate passieve en actieve kennis hebben van deze talen. Het kwalificatiedossier geldt voor de opleiding Pedagogisch medewerker in heel Nederland. Het kabinet acht het daarom niet passend om aan de MBO Raad en SBB te adviseren om onderscheid te maken tussen pedagogisch medewerkers die (gaan) werken in gebieden waar de Friese taal of een streektaal wordt gebruikt en de rest van Nederland. De provincie Fryslân is reeds in gesprek met mbo-instellingen in Friesland om bestaande mogelijkheden ten aanzien van Fries binnen de keuzedelen te versterken. Keuzedelen worden geëxamineerd en tellen mee voor de slaag-zakbeslissing. Mbo-instellingen kunnen, als zij dit wenselijk vinden, het Fries aanbieden als een verplicht onderdeel van de opleiding.
Tot slot
Ten slotte wil ik DINGtiid hartelijk bedanken voor het adviesrapport ten aanzien van de positie van het Fries in de voorschoolse fase. De inspanningen van DINGtiid dragen bij aan de bescherming en stimulering van de Friese taal. Zoals gezegd, kunnen expertise en ervaringen uit Friesland goed worden benut bij beleidsvorming op het gebied van talige diversiteit, meertalige ontwikkeling in zijn algemeenheid en meertalige kinderopvang.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip
Artikel 1.55 eerste lid Wet kinderopvang. Het woord «mede» betekent in dit verband «in combinatie met het Nederlands als voertaal».
DINGtiid noemt in het bijzonder de Wet gebruik Friese taal, het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden en het Kaderverdrag voor de bescherming van nationale minderheden.
Uw Kamer is hierover geïnformeerd op 21 februari 2023 (Kamerstuk 31 322, nr. 483). Meertalige buitenschoolse opvang is reeds mogelijk.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31322-509.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.