31 322 Kinderopvang

Nr. 492 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ontvangen ter Griffie op 2 juni 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 30 juni 2023.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 1 juli 2023.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2023

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en maximum uurprijzen voor de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting. In de eerste suppletoire begroting was een eenmalige verlaging voor hoge inkomens aangekondigd, waarmee de tijdelijke maatregel voor zij-instromers met een afstand tot de arbeidsmarkt zou worden gefinancierd. Dit zou in dit ontwerpbesluit geregeld worden. Naar aanleiding van het kabinetsbesluit om de stelselherziening van de kinderopvang per 2027 in te laten gaan, lopen deze eenmalige kosten in plaats daarvan mee in het ingroeipad richting het nieuwe stelsel.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3.4 van de Wet kinderopvang) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Gelijktijdig met deze brief ontvangt u ook de uitvoeringstoets van Dienst Toeslagen van het ontwerpbesluit.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven