31 322 Kinderopvang

Nr. 427 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2021

Op 11 februari verzocht uw Commissie Financiën om te reageren op een brief die zij heeft ontvangen van N.Z. d.d. 2 februari 2021 over terugbetaling kosten kinderopvang. N.Z. en vele anderen hebben de facturen voor de kinderopvang doorbetaald terwijl deze gesloten was. Ik begrijp dat dit voor ouders geen prettige situatie is, ook omdat zij hiervoor nog geen tegemoetkoming hebben ontvangen, en heb hier dan ook grote waardering voor.

Het afgelopen jaar heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat de kinderopvang een belangrijke voorziening is voor onze samenleving. Vanwege Covid-19 was de kinderopvang (met uitzondering van noodopvang) helaas een periode gesloten in het voorjaar van 2020 en opnieuw van 16 december 2020 tot 8 februari 2021. De BSO is nog steeds gesloten. In deze bijzondere situatie heeft het kabinet ouders gevraagd de rekening van de kinderopvang te blijven betalen. Het door laten lopen van de reguliere betaling heeft verschillende voordelen. Ouders behouden op deze manier de plek voor hun kinderen op de kinderopvang voor wanneer de kinderopvang weer regulier opengaat. De kinderopvangtoeslag blijft gewoon doorlopen en er hoeft niet te worden ingegrepen in het lopende toeslagsysteem. Een belangrijk voordeel is bovendien dat de kinderopvang op deze manier gefinancierd blijft en zo in staat is goede noodopvang te verzorgen. De sector blijft op deze manier ook zo veel mogelijk stabiel waardoor de terugkeer naar de reguliere situatie straks gemakkelijker zal zijn. Voor zowel de eerste sluitingsperiode van voorjaar 2020, als voor de recente tweede sluitingsperiode, zullen ouders van de overheid een tegemoetkoming ontvangen voor de eigen bijdrage die zij hebben doorbetaald.

Voor de eerste sluitingsperiode hebben ouders met recht op kinderopvangtoeslag de tegemoetkoming reeds ontvangen. Ook in de tegemoetkoming van ouders die normaliter via de gemeente een overheidsbijdrage ontvangen voor gebruik van kinderopvang is voorzien, middels een ophoging van de decentralisatie-uitkering aan gemeenten. N.Z. behoort tot de doelgroep (ca. 4.800 huishoudens) die kinderopvang volledig zelf betaalt zonder overheidsbijdrage. Deze doelgroep heeft nog geen tegemoetkoming ontvangen voor het doorbetalen van de eigen bijdrage tijdens de eerste sluitingsperiode. Ik betreur het dat (duidelijkheid over) de tegemoetkoming voor deze groep zo lang duurt.

Op 2 september 2020 is bekend gemaakt dat ook deze groep een vergoeding zal ontvangen voor het doorbetalen van de eigen bijdrage tijdens de periode van gedwongen sluiting.1 Voor deze groep die de kinderopvang volledig zelf betaalt zonder overheidsbijdrage wordt een Tijdelijke tegemoetkomingsregeling kinderopvang zonder overheidsvergoeding (TTKZO) voorbereid. Dit is gecommuniceerd via de website van de rijksoverheid en in nieuwsbrieven van het ministerie2 en van sectorpartijen. Helaas is het niet mogelijk om de volledige doelgroep gericht te benaderen, omdat van deze personen geen gegevens bekend zijn bij de overheid. Het is voor N.Z. erg vervelend dat zij de juiste informatie niet heeft gekregen en dat haar inspanningen niet eerder geleid hebben tot meer duidelijkheid. We proberen de doelgroep steeds zo goed mogelijk te bereiken via de beschikbare communicatiekanalen. Hierbij werken we nauw samen met sectororganisaties, in het bijzonder BOinK die een belangrijk deel van de doelgroep in beeld heeft.

De tegemoetkoming voor de groep die de kinderopvang volledig zelf betaalt zonder overheidsbijdrage gebeurt op aanvraag door de personen die de rekening van de kinderopvang hebben betaald. Dit is nodig omdat de overheid niet over gegevens van het kinderopvanggebruik van deze doelgroep beschikt. Het proces neemt daarom meer tijd in beslag dan de uitbetaling aan ouders met kinderopvangtoeslag. Door de onverhoopte tweede sluiting van de kinderopvang per 16 december vorig jaar, heeft het in gang zetten van dit aanvraagproces vertraging opgelopen.

Op 10 februari jongstleden heb ik uw Kamer een brief gestuurd met meer informatie over de tegemoetkomingsregelingen voor de drie genoemde doelgroepen en de planning die ik daarbij voor ogen heb.3 Het voornemen voor de tegemoetkoming aan ouders zonder overheidsbijdrage is dat het aanvraagloket voor de TTKZO per 1 mei 2021 zal openen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit is echter nog afhankelijk van hoe snel de buitenschoolse opvang weer opent. De tegemoetkoming zal zowel zien op het doorbetalen van de facturen in het voorjaar van 2020 als tijdens de recente tweede sluitingsperiode. Wanneer het aanvraagloket opent kan men de tegemoetkoming aanvragen, onder andere door de betaalde kinderopvangfacturen aan te leveren. De SVB beoogt uiterlijk acht weken na ontvangst van de aanvraag te beslissen over de tegemoetkoming, waarna deze wordt uitbetaald.

Het voordeel van het samenvoegen van tegemoetkomingen voor beide sluitingsperiodes tot één aanvraagmoment is dat de administratieve lasten voor aanvragers worden beperkt en de uitvoeringscapaciteit efficiënter kan worden ingezet. Het nadeel is dat de doelgroep die in het voorjaar van 2020 de facturen heeft doorbetaald en nog geen tegemoetkoming heeft ontvangen (naar schatting 4.800 huishoudens), nog langer moet wachten. De tegemoetkoming aan personen zonder kinderopvangtoeslag voor de tweede periode kan pas plaatsvinden nadat de tegemoetkomingsregeling voor ouders met kinderopvangtoeslag (TTKO) voor de tweede periode is uitgevoerd, omdat het recht op TTKZO als voorwaarde kent dat er geen TTKO is ontvangen. Dat zorgt voor vertraging. Overwogen is de tegemoetkoming die betrekking heeft op het voorjaar 2020 te laten uitvoeren voordat de tegemoetkoming aan ouders met kinderopvangtoeslag voor de tweede sluitingsperiode wordt uitgevoerd. Er is echter gekozen om eerst de circa 570.000 ouders met kinderopvangtoeslag een tegemoetkoming te geven over de tweede sluitingsperiode. Met het bieden van een tegemoetkoming aan deze grote groep ouders met kinderopvangtoeslag is de continuïteit van de kinderopvangsector en de mogelijkheid voor de kinderopvangorganisaties om noodopvang te bieden het meest gewaarborgd.

Ik besef dat dit vervelend is voor N.Z. en voor de andere mensen die daardoor nog langer moeten wachten op hun tegemoetkoming en vraag hun begrip hiervoor. Met de Kamerbrief van 10 februari is geprobeerd duidelijkheid te bieden over wat deze ouders wanneer kunnen verwachten, daarin helaas beperkt door de onzekerheden die de pandemie met zich meebrengt. Zodra meer bekend is over de uitbetaling van de tegemoetkoming zal de doelgroep hierover uiteraard zo snel mogelijk worden geïnformeerd via de daarvoor gebruikelijke kanalen, zoals de websites van de rijksoverheid en de SVB en nieuwsbrieven aan de kinderopvangorganisaties. Ook werken we hierbij nauw samen met sectororganisaties in de kinderopvang die een gewaardeerde rol nemen in dit vraagstuk. De Coronacrisis vraagt veel van iedereen. Graag wil ik deze gelegenheid gebruiken om N.Z., en alle anderen in een vergelijkbare situatie, te bedanken voor het doorbetalen van facturen tijdens de periodes van gedwongen sluiting en voor de bijdrage die zij daarmee hebben geleverd om de kinderopvang draaiende te houden.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Uw Kamer is hierover geïnformeerd in reacties op kamervragen van het lid Nijkerken-De Haan (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3954) en van het lid Van Dijk (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 3953).

X Noot
3

Kamerstuk 31 322, nr. 425. Ook in de verzamelbrief op 18 december 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de tegemoetkoming (Kamerstuk 31 322, nr. 422).

Naar boven