31 322 Kinderopvang

Nr. 418 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2020

Jaarlijks wordt de kwaliteit van de kinderopvang in Nederland gemeten door middel van de Landelijke Kwaliteitsmonitor (LKK). Door de uitbraak van Covid-19 hebben in 2020 geen metingen in het kader van LKK kunnen plaatsvinden. Mijn voorganger heeft uw Kamer daarover bericht en aangekondigd dat in de plaats daarvan verdiepende analyses zullen plaatsvinden.1

Hierbij bied ik u het eerste verdiepende onderzoek aan dat resultaten weergeeft over de kwaliteit van de baby-opvang en factoren die bijdragen aan een hogere kwaliteit. Het is goed om te vermelden dat het in deze analyses om samenhangen gaat en niet om oorzakelijke verbanden2.

Uit de LKK-metingen van 2017, 2018 en 2019 blijkt dat de emotionele kwaliteit van opvang van baby’s over het algemeen voldoende tot goed is en de educatieve kwaliteit wat lager ligt, net als in de rest van de kinderdagopvang. De emotionele en educatieve kwaliteit van opvang van baby’s is over het algemeen beter in horizontale dan in verticale groepen.3 Meer specifiek blijken pedagogisch medewerkers daar beter in staat hun interacties aan te laten sluiten bij de ontwikkelingsbehoeften van baby’s (programma en taal) en is de inrichting van de ruimte voor baby’s beter in horizontale groepen. Als het gaat om de kwaliteit van het materialenaanbod en activiteitenaanbod voor baby’s scoren de verticale groepen gemiddeld beter. Voor dreumesen4 zijn de mogelijkheden voor exploratie beter in verticale groepen. Naarmate er meer baby’s in een groep zijn, zijn de mogelijkheden voor exploratie en spel voor de oudere kinderen in de groep minder. Uit het onderzoek komt naar voren dat factoren die met name bepalend zijn voor de kwaliteit van baby-opvang liggen in de opleiding van pedagogisch medewerkers, werkervaring en (continue) professionalisering.

Het rapport bevat waardevolle informatie voor de praktijk van de kinderopvang en het is goed te vernemen dat het onderzoek vervolg krijgt in een handreiking voor de medewerkers in de sector. De onderzoekers zullen een handreiking opstellen waarmee pedagogisch medewerkers suggesties krijgen aangereikt om met name de educatieve kwaliteit van het aanbod beter aan te passen aan de ontwikkelingsbehoeften van baby’s in zowel horizontale als een verticale groepen. Hiermee draagt het onderzoek direct bij aan het behoud én de verbetering van de kwaliteit van de opvang in Nederland.

Naast dit onderzoek over baby-opvang zullen in de loop van dit jaar nog twee andere onderzoeken afgerond worden door de onderzoekers van LKK. Zo wordt onderzoek gedaan naar de verschillen in kwaliteit naar regio, stedelijkheidsgraad, uurprijs en groepssamenstelling. Daarnaast verwacht ik eind 2020 de resultaten van het onderzoek naar de relaties tussen kenmerken van organisaties en typen ondernemerschap en de geboden kwaliteit van de kinderopvang openbaar te maken.

Met deze onderzoeken wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan kennisverwerving over het thema «ontwikkeling van het kind». Dit past in de pilot onderzoeks- en evaluatieplanning Kinderopvang, waarover ik u bij brief van 14 september 2020 heb geïnformeerd. Zoals in de brief aangekondigd, zal ik uw Kamer op de hoogte blijven stellen van de uitkomsten van onderzoeken en de verbinding leggen tussen de resultaten en daaruit voortkomende beleidsontwikkeling.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van ’t Wout


X Noot
1

Verzamelbrief Kinderopvang juni 2020, 1 juli 2020, Kamerstuk 31 322, nr. 414

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Horizontale groepen bevatten kinderen in de leeftijd van circa 0–1,5 jaar en verticale groepen 0–4 jaar.

X Noot
4

Kinderen in de leeftijd van 1/1,5 tot 2/2,5 jaar

Naar boven