Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2020
Hierbij bied ik uw Kamer het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag
in verband met de indexatie van de toetsingsinkomens en de maximum uurprijzen voor
de dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang aan1, in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 3.4 van
de Wet kinderopvang). Op grond van deze bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning
voor het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers is overgelegd.
Indexering maximum uurprijzen en gedeeltelijke indexering toetsingsinkomens
Het onderhavige ontwerpbesluit regelt de indexering van de toetsingsinkomens, en de
maximum uurprijzen. De maximum uurprijzen worden in 2021 verhoogd met 3,50%. Dit is
gebaseerd op de verwachte loon- en prijsontwikkeling voor 2021 (2,98%). Daarnaast
is een correctie toegepast op de indexering in 2020 (0,52%) omdat de verwachte loon-
en prijsontwikkeling voor 2020 naar boven is bijgesteld.
De toetsingsinkomens worden grotendeels geïndexeerd en gaan met 2,07% omhoog. In de
kabinetsreactie op het advies van de Commissie Uitvoering Toeslagen (onder leiding
van mr. J.P.H. Donner) en in de kabinetsreactie op het IBO-toeslagen is een aantal
structurele maatregelen aangekondigd voor het verbeteren van het toeslagenstelsel,
zoals het afschaffen van het opzet/grove schuld criterium in de huidige vorm bij de
terugvorderingen. Deze maatregelen op de toeslagen leiden op de SZW-begroting structureel
tot meerkosten van € 12 miljoen. Als dekking voor deze meeruitgaven stelt het Kabinet
in het onderhavige besluit voor om de toetsingsinkomens van de inkomensgroepen in
2021 eenmalig 0,60%-punt minder te indexeren dan bij volledige indexering het geval
zou zijn.
Uitvoeringstoets Belastingdienst
Gelijktijdig met deze brief ontvangt u ook de uitvoeringstoets van de Belastingdienst2.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark