Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31322 nr. 36 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2007-2008 | 31322 nr. 36 |
Vastgesteld 7 augustus 2008
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap1 heeft op 25 juni 2008 overleg gevoerd met staatssecretaris Dijksma van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over:
– de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, d.d. 20 juni 2008 inzake Meerjarenperspectief Kinderopvang (31 322, nr. 25);
– de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Dijksma, d.d. 20 juni 2008 inzake Voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag in verband met aanpassingen van de maximumuurprijs en de inkomenstabellen (31 322, nr. 26).
Van dit overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissie
Mevrouw Koşer Kaya (D66) herinnert aan de Kamerbrede steun voor de motie-Bos/Van Aartsen, waarin vergroting van de mogelijkheden voor kinderopvang werd bepleit. Werkende ouders hebben hun leven inmiddels volledig georganiseerd rond kinderopvang door meer of zwaarder werk aan te nemen. De overheid is onbetrouwbaar wanneer zij deze wet gedeeltelijk terugdraait nu de Wet kinderopvang een succes is geworden,.
De komende jaren komt de Nederlandse arbeidsmarkt honderdduizenden werknemers tekort. Er is veel geïnvesteerd in de opleiding van vrouwen. De commissie-Bakker heeft allerlei ideeën aangedragen om meer mensen aan het werk te krijgen. Maar door het terugdraaien van de Wet kinderopvang worden volgens het CPB mogelijk 10 000 vrouwen van de arbeidsmarkt gejaagd.
Het kabinet is een onbetrouwbare partner voor werkende ouders. Mensen met een inkomen van anderhalf keer modaal, die vier dagen per week gebruikmaken van kinderopvang, gaan er € 400 op achteruit. Mensen met een lager salaris gaan er iets minder op achteruit, mensen met een hoger salaris veel meer. Met name tweeverdieners met grotere deeltijdbanen komen er bekaaid vanaf.
In het persbericht van het ministerie wordt uitgegaan van twee dagen opvang, terwijl het gemiddelde aantal dagen kinderopvang op drie dagen ligt. Verder gaat het persbericht ervan uit dat de ondernemers in de kinderopvang de komende twee jaar hun prijzen niet verhogen. Hoe komt de staatssecretaris hierbij? Bij een prijsverhoging worden juist de laagste inkomens het zwaarst getroffen. Ziet de staatssecretaris in dat door bevriezing van het maximumuurtarief alles wat boven dit tarief uitkomt voor rekening van de ouders is? Een wettelijk recht op de schooltijdbaan, waardoor een werknemer kan werken van negen tot drie, werkt nog meer bureaucratie op de arbeidsmarkt in de hand. Een goede, flexibele werkgever biedt al zulke voorwaarden.
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) is van mening dat het kabinet ouders in grote problemen brengt, door hun allerlei mogelijkheden voor kinderopvang te ontnemen. De staatssecretaris is niet eerlijk, door ouders voor te houden dat de kostenstijging van de dagopvang en buitenschoolse opvang voor hen wel meevalt. De kostenplaatjes en het rekenprogramma op de website van haar ministerie gaan ervan uit dat de ondernemers in de kinderopvang de tarieven de komende twee jaren bevriezen. Waaruit blijkt dat ondernemers voldoende financiële ruimte hebben om stijgende personeelskosten en inflatie voor eigen rekening te nemen? Uit het laatste Sectorrapport Kinderopvang blijkt dat de gemiddelde winstmarge bij kinderopvanginstellingen in 2006 2,1% bedroeg. Het is onrealistisch om uit te gaan van bevriezing bij dit rendement. Het is realistischer om uit te gaan van een kostenstijging voor kinderopvangondernemers van 4% in 2009.
Gezinnen met een laag inkomen worden het zwaarst getroffen en betalen in 2010 drie keer zoveel als in 2008 voor kinderopvang. Ouders met een modaal inkomen betalen dan dubbel zoveel. Zij betalen € 980 per jaar meer, in plaats van € 180, zoals de staatssecretaris stelt. Hoe garandeert de staatssecretaris dat de tarieven bevroren blijven? Wat doet de staatssecretaris als in oktober blijkt dat de ondernemers de tarieven wel verhogen? Dit kabinet geeft 10 mld. extra uit aan onzinnige initiatieven. Als het hiermee stopt, is er genoeg geld voor kinderopvang.
De Nederlandse economie wordt steeds meer een 24 uurseconomie. Op de arbeidsmarkt zijn meer vrouwen nodig. Beroepsgroepen met onregelmatige werktijden hebben keihard mensen nodig. Uitgangspunten van de Wet kinderopvang zijn keuzevrijheid en vraagfinanciering. De staatssecretaris roept vanuit haar ideologie staatscrèches in het leven en draait daarmee de individuele initiatieven van gastouders de nek om.
Het kabinet heeft onzorgvuldige en ondoordachte besluiten genomen. Waarom vindt er geen overleg plaats met de sector en de sociale partners? Waarom is niet gewacht op de uitkomst van verschillende onderzoeken, naar de participatie van vrouwen en naar de risico’s van misbruik en oneigenlijk gebruik? Dan was de staatssecretaris mogelijk tot de conclusie gekomen dat toeslagen moeten worden gekoppeld aan gewerkte uren of dat de schooltijden moeten worden aangepast.
Het CBS meldt dat in 2006, 2007 en 2008 de arbeidsparticipatie van vrouwen de hoogste groei van de eeuw kende. Het zou verschrikkelijk zijn als deze groei door de maatregelen in de kinderopvang nu al zijn top zou hebben bereikt.
Mevrouw Langkamp (SP) constateert dat de vrees van de SP bewaarheid wordt: de laagste inkomens gaan meer betalen voor kinderopvang en de gastouderopvang wordt om zeep geholpen. Waarom moeten de laagste inkomens meer betalen voor kinderopvang, terwijl de hoogste inkomens een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang blijven ontvangen? Waarom krijgen mensen met een inkomen gelijk aan dat van de minister-president 85% van de kosten voor kinderopvang voor hun tweede en volgende kind vergoed?
De berekeningen van het kabinet van de ouderbijdrage voor de lage tot modale inkomens zijn misleidend. Zij zijn gebaseerd op twee dagen per week kinderopvang voor twee kinderen. Wat zijn echter de kosten van de opvang voor meer kinderen en voor meer dagen per week? Waarop is de aanname gebaseerd dat de aanbieders van kinderopvang hun tarieven in 2009 en 2010 niet zullen verhogen? Kan de staatssecretaris dit garanderen? Als deze tarieven wel worden verhoogd, betekent dit een gigantische kostenstijging voor met name de laagste inkomens.
In 2008 is de werkgeversbijdrage voor kinderopvang verhoogd van 0,28% naar 0,34% van het premieloon. Volgens berekeningen van bureau Buitenhek betekent dit dat werkgevers in 2008 nog steeds niet meer dan 20% van de totale kosten voor kinderopvang voor hun rekening nemen. Is de staatssecretaris bereid de werkgeversbijdrage flink te verhogen, zodat werkgevers een derde bijdragen aan de kosten voor kinderopvang?
Zolang er wachtlijsten zijn voor kinderopvang, moet goede gastouderopvang gestimuleerd worden. Deze vorm van opvang is voor ouders met onregelmatige werktijden vaak de enige mogelijkheid om werk en kinderen te combineren. De verlaging van de subsidies voor gastouderopvang zal leiden tot minder gebruik ervan. In plaats van maatregelen te nemen tegen malafide gastouderbureaus, maakt het kabinet alle gastouderbureaus overbodig.
Voor kleinschalige professionele opvang in thuiscrèches gaat het uurtarief omlaag naar € 4. Wat betekent «professionele opvang»? Is het juist dat minimaal vier tot zes kinderen in de thuiscrèches worden opgevangen? Wat zijn de consequenties voor 80% van de gastouders, die minder kinderen opvangen? Moeten zij een lager tarief berekenen? Een goede gastouderopvang moet overeind blijven, juist vanwege het kleinschalige karakter ervan. Natuurlijk moet deze opvang voldoen aan alle kwaliteitseisen.
Het is vreemd dat voor de informele opvang een lager uurtarief wordt voorgesteld, in combinatie met lagere kwaliteitseisen. Of je stelt aan informele gastouderopvang dezelfde kwaliteitseisen als aan formele gastouderopvang en berekent daarvoor het maximale tarief, of je subsidieert informele gastouderopvang niet. Wat is de gedachte achter het maximum van twaalf uur informele kinderopvang? Volgens de MOgroep maken ouders voor kinderen tot vier jaar gemiddeld 22 uur per week gebruik van gastouderopvang en voor kinderen van vier tot twaalf jaar gemiddeld 16 uur. Ouders kunnen dus in de overige uren hun kinderen elders zien onder te brengen of zij moeten de extra uren zelf betalen. Is hiermee rekening gehouden bij de berekening van de effecten voor de ouders?
Mevrouw Van Gent (GroenLinks) ziet de toename in de uitgaven voor kinderopvang niet als een financiële tegenvaller. Nederland moet nog steeds het conservatisme in de kinderopvang en in de regelingen rond arbeid en zorg wegwerken. Er was eindelijk een goede regeling, het succesvolste deel van het kabinetsbeleid, en nu past het kabinet een kamikazetactiek toe.
Het persbericht van de staatssecretaris is misleidend. Het is totaal irreëel om aan te nemen dat ondernemers in de kinderopvang de prijzen zullen bevriezen. De staatssecretaris kan geen bevriezing opleggen. De kosten voor kinderopvang zullen naar verwachting stijgen met 4%. Gezinnen met een laag inkomen gaan in 2009 niet € 65 meer betalen, zoals de staatssecretaris voorhoudt, maar € 344. Het is ernstig dat mensen met een laag inkomen zo voor de gek worden gehouden. De bezuinigingsmaatregel raakt lage inkomens veel sterker dan hoge inkomens. Is de staatssecretaris blij met deze uitkomst van de onderhandelingen? Rekening houdend met een reële kostenstijging van 4% gaan mensen met een laag inkomen 77% meer betalen voor kinderopvang, terwijl mensen met een inkomen van drie keer modaal slechts 33% meer betalen.
De berekeningen van het kabinet gaan uit van twee dagen kinderopvang voor twee kinderen. Gemiddeld werken vrouwen echter drie dagen per week en werken mannen elke dag van de week. Is het kabinet bereid om met nieuwe sommen te komen en uit te gaan van drie dagen kinderopvang? Omdat de financiële gevolgen voor ouders niet goed doorberekend zijn, zou het CPB een onderzoek moeten doen naar de koopkrachteffecten van de maatregelen in de kinderopvang voor gezinnen in het jaar 2009 en 2010. Ook zou het CPB een onderzoek moeten doen naar de reguliere opvang en gastouderopvang. De rapportage hierover zou zo snel mogelijk, maar in ieder geval voor 1 augustus aan de Kamer gestuurd moeten worden, zodat er in de eerste week na het reces over gedebatteerd kan worden.
Het kabinet gedraagt zich hypocriet bij de gastouderopvang. Vrouwen moeten langer werken. Zij mogen echter maar twaalf uur gebruikmaken van gastouderopvang. Ouders hebben op deze manier geen vrije keuze. De staatssecretaris schreef in januari aan de Kamer dat de groei van de gastouderopvang negatieve consequenties heeft op de kwaliteit van de opvang. Nu moeten gastouders echter minimaal vijf kinderen opvangen. Het is de staatssecretaris nooit te doen geweest om kwaliteit, maar altijd om kostenbeheersing.
Gastouders die minder dan vijf kinderen opvangen, worden afgescheept met een vergoeding waarmee zij het minimumloon niet kunnen halen. De verplichting voor gastouders om ingeschreven te staan bij een gastouderbureau vervalt. Dat is een goede maatregel, die echter wordt vervangen door een andere bureaucratische maatregel: gastouders moeten zich inschrijven bij een formele kinderopvangorganisatie, hun concurrenten.
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie) neemt de keuzevrijheid van ouders als uitgangspunt bij de combinatie van arbeid en zorg. Hierbij past het dat niet alleen ouders die voor formele opvang kiezen, gecompenseerd worden, maar ook ouders die voor informele opvang kiezen.
Door de toegenomen vraag naar gastouderopvang, buitenschoolse opvang en opvang door kinderdagverblijven loopt het tekort op de begrotingen op tot 1,2 mld. in 2011. De maatregelen van de staatssecretaris houden het kinderopvangstelsel financieel houdbaar en toegankelijk en betaalbaar voor ouders. Zij behouden ook hun keuzevrijheid.
Het is goed om nog eens kritisch te kijken naar de oudertabel. De lagere inkomens moeten er minder hard op achteruitgaan dan de hogere inkomens. Hoe wil de staatssecretaris het koopkrachtverlies van de lagere inkomens compenseren? De acceptatie van kinderopvang mag zijn gestegen, moeders van jonge kinderen geven de voorkeur aan informele opvang door bekenden. Daarom is het goed dat de gastouderopvang onderdeel blijft van de Wet kinderopvang, al is het pijnlijk dat de vergoeding voor de gastouderopvang fors verlaagd wordt.
Volgens de staatssecretaris wordt 43% van de groei van de gastouderopvang in 2007 veroorzaakt door het omzetten van bestaande informele opvang in formele gastouderopvang. In hoeveel gevallen is er sprake van oneigenlijk gebruik? Wat zijn de gevolgen van de nieuwe regeling voor de groep die op de juiste wijze gebruikmaakt van de regeling? Hoe realistisch is een vergoeding van € 2,50 per uur voor een professionele gastouder die geen familierelatie heeft met de ouders? Leidt dit voorstel niet tot een grote toestroom vanuit de gastouderopvang naar de thuiscrèches en kinderdagverblijven? Welke kosten brengt een dergelijke verschuiving met zich mee? Wat betekent dit voor de wachtlijsten bij veel kinderdagverblijven?
Welk maximum wordt opgelegd aan het aantal uren kinderopvang per kind? Waarop is dit aantal gebaseerd? Wat is volgens de staatssecretaris het cruciale verschil tussen kinderdagverblijven en gastouderbureaus, dat de eerste taken van de tweede overneemt, zoals kwaliteitsbewaking en registratie van koppelingen tussen ouders, gastouders en thuiscrèches? Kunnen en willen kinderdagverblijven deze extra lasten op zich nemen? Staat hier een vergoeding tegenover? Eigenaren van thuiscrèches zijn zelfstandige ondernemers met een eigen bedrijfsrisico. Kun je hen verplichten zich aan te sluiten bij een kinderdagverblijf? Het tarief voor gastouders wordt met bijna 60% gereduceerd. Zij moeten dan ook een evenredige vermindering krijgen van hun administratieve lasten. Is de staatssecretaris van plan om de individuele gastouder te laten vallen onder de Regeling dienstverlening aan huis?
Wat zijn de kwaliteitseisen voor thuiscrèches? Aan welk aantal kinderen en uren denkt de staatssecretaris? Maximale flexibiliteit is bij de thuiscrèches van groot belang. Daarom moet meer nadruk worden gelegd op het minimale aantal uren dat opvang wordt aangeboden en minder op het aantal kinderen. Misbruik in de kinderopvang moet worden tegengegaan. Betekent dit dat ook bij de kinderdagverblijven op uurbasis gedeclareerd gaat worden?
Dragen de werknemers na de verhoging begin dit jaar inmiddels een derde bij aan de kinderopvang? Hoe onderbouwt de staatssecretaris het effect van min 0,1% op de arbeidsparticipatie?
De heer Jan Jacob van Dijk (CDA) constateert dat de discussie in de Kamer gaat over de betrouwbaarheid van het document van het commerciële consultancybureau Buitenhek en van de notitie van de staatssecretaris. Gegevens van het kabinet zijn betrouwbaar zolang het tegendeel niet is bewezen.
Er is nog niets bekend over een maximering van 12 uur in de gastouderopvang.
Als het bestaande beleid ongewijzigd zou voortbestaan, zou in 2011 een overschrijding van 1,2 mld. aan uitgaven voor kinderopvang worden bereikt. Het pakket aan maatregelen stelt tevreden, omdat het voldoet aan de voorwaarden die de CDA-fractie op 14 mei reeds naar voren heeft gebracht. De maatregelen leiden tot toegankelijkheid en betaalbaarheid, het voorkomt oneigenlijk gebruik of misbruik en houdt de keuzevrijheid overeind. Een ingreep van 800 mln. is niet gemakkelijk, maar als er niets zou gebeuren, zou dit leiden tot onverantwoord gedrag.
Meer dan twee derde van de kinderopvangbureaus hanteert een tarief van ver onder de € 6. Er is dus ruimte om toe te groeien naar het huidige maximumuurtarief van € 6,10. Volgens het voorstel van de staatssecretaris draagt iedereen bij aan de kosten voor de kinderopvang, verdeeld naar koopkracht. De lagere inkomens betalen 15%, de hogere 24%.
Het voorstel doet recht aan de keuzevrijheid van de ouders. Voor de kinderdagverblijven blijven de regelgeving, de kwaliteitseisen en de tarieven ongewijzigd. Er wordt alleen een aanpassing gedaan in de oudertabel. De thuiscrèches, ook wel gastouderopvang genoemd, moeten voldoen aan ten minste een van de twee voorwaarden: zij moeten beschikbaar zijn voor een minimum aantal uren of een minimum aantal kinderen. Er is ruimte om over de hoogte van deze aantallen te debatteren. Een minimum van drie kinderen is een goed uitgangspunt. Omdat een thuiscrèche er sowieso belang bij heeft om langer open te zijn, is het de vraag of een minimum aantal uren moet worden vastgelegd.
Er is sprake van oneigenlijk gebruik als kinderopvang genoten wordt op het moment dat een van de ouders niet aan het werk is. Met name bij de gastouderopvang komt oneigenlijk gebruik voor, maar deze vorm van opvang moet wel mogelijk blijven. In de praktijk krijgen gastouders vaak maar € 3 of € 3,50 van het bedrag van € 6,10, en snoepen de gastouderbureaus de rest op. Het is daarom een verstandige maatregel om de gastouderbureaus er tussenuit te halen en de vergoeding voor gastouders zo dicht mogelijk te houden bij wat gastouders nu krijgen.
Op dit moment betalen werkgevers 28% van de totale uitgaven voor kinderopvang. Van de uitgaven voor kinderopvang ten behoeve van werknemers betalen de werkgevers momenteel 33%. Zij voldoen dus al aan de eis dat zij een derde van de kosten betalen. Zonder maatregelen zou de bijdrage van de werkgevers dalen naar 23%.
De heer Van der Vlies (SGP) heeft begrip voor de maatregelen die de staatssecretaris verdedigt.
Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA) stelt dat het nooit leuk is om een wet te moeten aanpassen vanwege een budgettair probleem. De regering en de Kamer moeten echter verantwoordelijkheid tonen door orde te houden in de budgetten, waarvoor de burgers belastinggeld afdragen.
Het kabinet bezuinigt niet op kinderopvang. In het coalitieakkoord is meer geld dan ooit gereserveerd voor kinderopvang dan ooit tevoren en nu is daar weer een bedrag van 1,6 mld. bijgekomen. Door van de ouders een hogere bijdrage te vragen, afhankelijk van het inkomen, ervaren zij de maatregel wel als een bezuiniging.
Kinderopvang moet betaalbaar en toegankelijk blijven. Mede dankzij de kinderopvang gaat de arbeidsparticipatie van vrouwen omhoog. Deze groei mag niet stagneren. Momenteel maken 220 000 meer kinderen dan in 2004 gebruik van kinderopvang. De kosten voor ouders zijn flink gedaald. Kinderopvang is normaal geworden. Men ziet in dat kinderopvang leuk en leerzaam is voor kinderen en goed voor de emancipatie van vrouwen.
Op dit moment is het financieel niet mogelijk om een basisvoorziening van drie dagen kinderopvang te leveren, het ideaal uit het verkiezingsprogramma van de PvdA. Dit kabinet neemt nu een maatregel om kinderopvang betaalbaar te houden. Het vorige kabinet heeft niet goed geraamd.
Vóór de invoering van de Wet kinderopvang betaalde iemand met een inkomen van twee keer modaal € 1700 meer per jaar dan straks het geval is. Iemand die één keer modaal verdient, betaalde toen € 330 meer per jaar.
In de gastouderopvang worden de meest ingrijpende maatregelen getroffen. Wat worden de definities van de drie vormen voor kinderopvang? Hoe wordt voorkomen dat gastouders stoppen wanneer gastouderopvang door de bezuinigingen minder aantrekkelijk is geworden voor hen? Heeft de staatssecretaris zicht op de mogelijke toename van de vraag naar de duurdere, reguliere opvangplaatsen? Is het juist dat er een gemaximeerd aantal uren gastouderopvang wordt geïntroduceerd? Wordt dit een aantal van twaalf uren? Wordt dit via een urenverantwoording georganiseerd of via een vast fiscaal bedrag voor iedereen, gebaseerd op de twaalf uren?
Het kabinet wil de dagarrangementen versterken door de brede scholen een extra impuls te geven. Dat is een goede zaak. Welk bedrag is hiermee gemoeid? Welke extra maatregelen wil het kabinet nemen voor de brede school?
Antwoord van de staatssecretaris
De staatssecretaris spreekt haar ongenoegen uit over de kwalificaties van sommige Kamerleden. Zij vindt deze kwalificaties vergaand, omdat zij veronderstellen dat de overheid niet werkt met correcte cijfers. Politiek verantwoordelijken spreken de waarheid, totdat het tegendeel is bewezen. Berekeningen van een consultancybureau leveren dit bewijs niet.
Nog steeds melden diverse fracties, onder meer op hun websites, dat ouders door de bezuinigingen in de kinderopvang gemiddeld € 1400 per jaar meer moeten betalen voor kinderopvang en dat de gastouderopvang per 2009 wordt afgeschaft. Beide zaken zijn onjuist gebleken. De cijfers van de Belastingdienst laten zien dat ook de bewering dat het gemiddelde gebruik van kinderopvang veel hoger is dan twee dagen niet correct is.
Niet alleen van de ouders wordt een extra bijdrage gevraagd. Aan het begin van de huidige kabinetsperiode heeft de overheid 700 mln. extra gereserveerd voor de kinderopvang. Dit bedrag is intact gebleven in 2011. Tot die tijd wordt elk jaar 0,5 mld. uit de staatskas extra geïnvesteerd voor een zorgvuldige invoering van de regeling.
Uit gegevens van de Belastingdienst blijkt dat op 1 januari 2008 gemiddeld een ouderbijdrage van € 5,76 werd gevraagd, aanzienlijk lager dan het maximumuurtarief van € 6,10. Er is geen garantie dat de kosten voor kinderopvang niet zullen stijgen. Die is er nooit geweest. Dat is eigen aan de systematiek.
Het huidige voorstel om geen inflatiecorrectie toe te passen, betreft alleen het jaar 2009. Gezien de bijdrage van het Rijk is het gerechtvaardigd dat ondernemers deze inflatie voor hun eigen rekening nemen. Het zou merkwaardig zijn als van iedereen, behalve van de ondernemers in de kinderopvang een bijdrage werd gevraagd. Hun winstmarge is bovendien flink gestegen, waardoor zij de inflatie zouden moeten kunnen opvangen. In 2006 was er sprake van een groei van het aantal kinderen van 10%, in 2007 is de groei gestegen naar 35%. Ten slotte genieten ondernemers in de kinderopvang een grote zekerheid, doordat 80% van de prijs die zij vragen altijd vergoed wordt door een ander dan de cliënt. Er zijn met ondernemers geen prijsafspraken gemaakt.
Het kabinet investeert verder 10 mln. in het opleiden van het personeel in de kinderopvang, kosten die ondernemers gewoonlijk zelf moeten maken. Daarnaast levert de overheid een financiële bijdrage voor het versneld wegwerken van de wachtlijsten, met name in de buitenschoolse opvang. Voor de verschillende maatregelen is in totaal bijna 30 mln. gereserveerd.
Ouders die anderhalf keer modaal verdienen, betalen na de bezuinigingsmaatregel € 290 meer per jaar voor kinderopvang. Het gemiddelde gebruik van de dagopvang is 1000 uur per jaar per kind. Het gemiddelde gebruik van de buitenschoolse opvang is 470 uur per jaar per kind. Zelfs als ouders twee kinderen in de dagopvang hebben, wordt het gemiddelde van twee dagen per week nog niet overschreden. Als ouders een kind hebben in dagopvang en een ander in de buitenschoolse opvang, blijven zij ook onder dit gemiddelde. Deze cijfers worden gebaseerd op de gegevens van de Belastingdienst. Verder blijkt ook dat het aantal dagen dat vrouwen werken meer is dan het aantal dagen dat gebruik wordt gemaakt van kinderopvang.
Ongeacht de hoogte van het inkomen krijgt elke ouder 85% of meer vergoed van de kosten van het tweede kind en van verdere kinderen. Het is dus onjuist dat twee of meer kinderen in de kinderopvang zouden leiden tot een verdubbeling van de kosten. Drie dagen kinderopvang voor twee kinderen onder de vier jaar kost na de voorgestelde maatregelen € 123 per jaar meer. Om mensen de gelegenheid te geven om te berekenen wat zij in 2009 per maand moeten betalen aan kinderopvang, is op de website van het ministerie een calculator geplaatst.
Toen de kosten voor kinderopvang bij de Najaarsnota fors bleken te zijn gestegen, is de minister van Financiën om een bijdrage gevraagd. Ook is de werkgevers gevraagd om een groter aandeel in de kosten op zicht te nemen. Zonder maatregelen zou de bijdrage van de werkgevers 23% bedragen in 2011, met de maatregelen 28%. Daarmee is de werkgeversbijdrage in 2011 weer gelijk aan de werkgeversbijdrage in 2007.
Het uitgangspunt van het kabinet bij kinderopvang is om ouders keuzevrijheid te bieden. Gastouderopvang kan hieraan een belangrijke bijdrage leveren. Gastouderopvang biedt maatwerk in regio’s waar formele kinderopvang minder voorhanden is en kan tegemoetkomen aan de keuzes van ouders. Na 1 januari 2005 is het aantal gastouderbureaus verviervoudigd. In april 2008 is geconstateerd dat 12% van de gastouderopvangplekken gesticht is in de eerste drie maanden van 2008. 31% is in 2007 gesticht.
Gastouderopvang is kwetsbaar omdat de belangen van de ouders, de gastouders en de gastouderbureaus parallel lopen. Hierdoor komt er «free rider»-gedrag voor in de gastouderopvang bij mensen die alleen geïnteresseerd zijn in de financiële voordelen van de gastouderopvang en niet in de kwaliteit ervan. De SIOD heeft hiernaar een onderzoek ingesteld. Ook onderzoekt de Belastingdienst of wel altijd belasting wordt afgedragen voor de inkomsten uit gastouderopvang. Voor de nieuwe systematiek is gekozen om dit misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Er is gekozen voor een verbinding met de kinderopvanginstelling omdat voor de oppassubsidie een vorm van registratie nodig is. Hoe sympathiek het systeem van gastouderopvang ook is, het is goed om af te vragen of de economisering van familierelaties het hoogste doel is om na te streven.
Overigens vindt er ook ongewenst gebruik van de regelingen voor kinderopvang plaats door kinderdagverblijven, bijvoorbeeld doordat zij ouders verplichten meer uren opvang af te nemen dan zij van plan zijn.
De vergoeding voor gastouderopvang is niet bedoeld om mensen in de gelegenheid te stellen een minimumloon op te bouwen. Professionele gastouderopvang kan worden uitgevoerd in thuiscrèches. Een groot deel van de informele gastouderopvang werd voorheen gratis aangeboden. De vergoeding heeft dus geen bijdrage geleverd aan de arbeidsparticipatie. In de huidige systematiek krijgt een gastouder maximaal € 6,10, hetzelfde bedrag dat ook de formele kinderdagverblijfhouder krijgt. De laatste heeft wel de zorg voor de aankoop, huur en onderhoud van gebouwen en heeft personeel in dienst. Als het onderscheid tussen oppassen en professionele kinderopvang opgeheven wordt, gaat de formele opvang hieraan ten onder.
Er is in het voorstel geen maximum gesteld aan het aantal uren gastouderopvang dat vergoed wordt, maar anderhalve dag, dat is twaalf of dertien uur, is een reëel maximum. Net als het minimumaantal kinderen en de kwaliteitseisen voor gastouderopvang is dit gegeven open gelaten, zodat de sector en de Kamer hierover nog kunnen meebepalen. Het wetsvoorstel wordt in het najaar aan de Kamer gestuurd. Dan zijn ook de relevante onderzoeken afgerond.
Het is niet mogelijk om gastouders vrij te stellen van inkomstenbelasting. Daarmee zouden vergelijkbare beroepsgroepen op basis van het gelijkheidsbeginsel eenzelfde vrijstelling van inkomstenbelasting kunnen afdwingen.
Het CPB heeft berekend dat door de maatregel mogelijk 10 000 vrouwen stoppen met werken, oftewel dat de maatregel een effect van min 0,01% op de arbeidsparticipatie heeft. Een andere oplossing voor het probleem, bijvoorbeeld het verhogen van de belastingen zou per saldo een groter effect hebben op de arbeidsparticipatie. Ook bezuinigingen op andere investeringen hebben bijna altijd een negatief effect op de arbeidsparticipatie.
Omdat er in Nederland geen deugdelijke algemene urenregistratie bestaat, wordt kinderopvang niet vergoed op basis van de gewerkte uren. Het gemiddelde gebruik van de formele kinderopvang ligt overigens onder het aantal uren dat ouders werken. Bij gastouderopvang ligt de verhouding andersom. Er zijn zelfs gevallen van ouders die zeven keer 24 uur gastouderopvang claimen. Als er dus een maximering van het aantal te claimen uren komt, dan gebeurt dit in de gastouderopvang.
Mevrouw Koşer Kaya (D66) vindt dat de staatssecretaris met cijfers goochelt. De modellen die de staatssecretaris gebruikt, zijn gebaseerd op twee dagen kinderopvang voor twee kinderen. Zij kan niet duidelijk maken wat de consequenties zijn voor bijvoorbeeld alleenstaande ouders, voor ouders die vier dagen gebruikmaken van kinderopvang of voor ouders met een anderhalf modaal inkomen.
Het wetsvoorstel gastouderopvang zal ter sprake komen zodra de onderzoeksresultaten bekend zijn gemaakt.
De maatregel jaagt 10 000 vrouwen van de arbeidsmarkt. Zij betalen straks allemaal geen belasting meer. Daarmee ondergraaft het kabinet een publieke voorziening.
Mevrouw Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) vindt het beleid van de staatssecretaris ontluisterend. Het is gebaseerd op wankele cijfers. Kennelijk moeten ondernemers hun winst inslikken. Zijn er afspraken gemaakt met ondernemers? Hoe ziet de kinderopvang eruit na 2009? Wie betalen dan de rekening? Het maximumuurtarief van buitenschoolse opvang zou in 2010 met 7% verminderen. Wat zijn daarvan de gevolgen voor de ouders?
Mevrouw Langkamp (SP) vindt dat het kabinet teleurstellende keuzes heeft gemaakt. De werkgeversbijdrage is verhoogd naar 28%, maar dit is nog steeds niet een derde deel. Met de miljoenen die zouden kunnen worden binnengebracht als werkgevers een derde deel betalen, zouden andere keuzes kunnen worden gemaakt.
De staatssecretaris spreekt denigrerend over de gastouderopvang. Slechts enkelen maken misbruik van de regeling, maar alle gastouderbureaus moeten ervoor boeten.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks) constateert dat de staatssecretaris het slechte nieuws spreidt door aan te kondigen dat zij na de zomer helderheid zal geven over de zaken die nu nog openstaan. De ouders was beloofd dat zij voor de zomer helderheid zouden krijgen.
In januari sprak de staatssecretaris nog over de kwaliteit van de gastouderopvang. Nu meldt zij dat de SIOD is ingeschakeld. Daarmee is de kwaliteit van de individuele gastouders echter nog niet beneden peil.
De staatssecretaris suggereert dat zij niet bezuinigt, maar dat zij noodgedwongen minder investeert. Het gaat hierbij echter om onbetaalde rekeningen uit het verleden, die nu moeten worden betaald om de samenleving vooruit te helpen door een goede combinatie van arbeid en zorg te garanderen. De Kamer heeft ingestemd met de motie-Van Gent dat in 2010 60% van de vrouwen economisch zelfstandig is. Daarvoor moeten wel goede voorwaarden gecreëerd worden.
Als de staatssecretaris niet kan garanderen dat de verhoging van de kosten van de kinderopvang niet zullen worden doorberekend aan de ouders, kan zij ook niet garanderen dat de berekeningen in haar persbericht en de informatie op de website juist zijn.
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie) spreekt haar waardering uit voor de staatssecretaris. Zij is er in geslaagd om met een pakket maatregelen de pijn zo veel mogelijk te verdelen. De keuzevrijheid wordt zo veel mogelijk behouden. Wel blijft zorg bestaan over de toestroom uit de gastouderopvang naar andere vormen van opvang.
De heer Jan Jacob Van Dijk (CDA) is van mening dat kinderdagverblijven nog voldoende ruimte hebben om indien nodig in 2009 de tarieven te verhogen. Ouders kiezen vaak zelf voor kinderdagverblijven die boven de urennorm zitten. De analyse van sommige bureaus is niet conform de waarheid.
Over het wetsvoorstel voor gastouderopvang zal in het najaar nog uitgebreid gediscussieerd worden. Met Prinsjesdag zullen ook de effecten van deze maatregelen op de koopkracht inzichtelijk worden gemaakt.
De heer Van der Vlies (SGP) heeft begrip voor de maatregelen van de staatssecretaris, maar ziet nauwlettend op de uitwerking van de details, die in het najaar gepresenteerd worden.
De nadruk zou moeten worden gelegd op informele, kleinschalige opvang. Door de economisering van familierelaties dreigt de samenleving haar spontaneïteit te verliezen.
Mevrouw Kraneveldt-van der Veen (PvdA) is van mening dat het kabinet een evenwichtige oplossing heeft gekozen, die de toegankelijkheid, de betaalbaarheid en de arbeidsparticipatie overeind houden. Zij wacht de onderzoeken en de nadere uitwerking van de maatregelen in de gastouderopvang af.
De staatssecretaris benadrukt dat de calculator op de website van haar ministerie juist bedoeld is om de persoonlijke ervaringen en individuele situaties van ouders inzichtelijk te maken. Alle individuele casussen kunnen zo worden berekend. In standaard koopkrachtplaatjes is kinderopvang vaak niet goed zichtbaar. De oudertabel en de calculator gelden voor 2009.
De staatssecretaris is bereid om te bekijken of zij door middel van bijvoorbeeld een bijlage bij de begroting extra informatie kan geven over de gevolgen van de regeling. Het is niet juist dat de modellen uitsluitend zijn gebaseerd op een gemiddelde van ouders met twee kinderen, die twee dagen kinderopvang ontvangen. Het ministerie gaat uit van de uurprijs. Met de voorgestelde maatregelen betalen alle ouders met een minimuminkomen per uur niet meer 21 cent, maar 27 cent. Ouders met een modaal inkomen betalen per uur niet meer 54 cent, maar 70 cent. Ouders die drie keer modaal verdienen, betalen niet langer € 2,46, maar € 3,18. Het kabinet kan niet afgaan op andere modellen dan die door het CPB geleverd worden.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), voorzitter, Depla (PvdA), Slob (ChristenUnie), Remkes (VVD), Joldersma (CDA), Jan de Vries (CDA), Jan Jacob van Dijk (CDA), Aptroot (VVD), Leerdam (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Roefs (PvdA), ondervoorzitter, Verdonk (Verdonk), Van Leeuwen (SP), Biskop (CDA), Bosma (PVV), Pechtold (D66), Zijlstra (VVD), Jasper van Dijk (SP), Besselink (PvdA), De Rooij (SP), Ouwehand (PvdD) en Dibi (GroenLinks).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Ferrier (CDA), Gill’ard (PvdA), Anker (ChristenUnie), Van Miltenburg (VVD), Atsma (CDA), Uitslag (CDA), Schinkelshoek (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Dijken (PvdA), Hamer (PvdA), Vietsch (CDA), Van Dam (PvdA), Van der Burg (VVD), Gesthuizen (SP), Jonker (CDA), Fritsma (PVV), Van der Ham (D66), Ten Broeke (VVD), Leijten (SP), Bouchibti (PvdA), Gerkens (SP), Thieme (PvdD), Peters (GroenLinks) en Van Bommel (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31322-36.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.