Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2018
Betrouwbare en toegankelijke informatie over de kwaliteit van een opvanglocatie is
van groot belang voor ouders. Dit helpt hen om een onderbouwde keuze te maken voor
de opvang van hun kind(eren). Bovendien is het een langgekoesterde wens van uw Kamer.
Op 12 april jl. is hierin met de invoering van «In-één-oogopslag» een belangrijke
en concrete stap gezet. In-één-oogopslag is een samenvatting van de inspectieresultaten
van de GGD en staat per opvanglocatie in het landelijk register kinderopvang (LRK)1.
Ouders krijgen hiermee op een overzichtelijke, visuele manier inzicht in belangrijke
bevindingen van de toezichthouder. Dit helpt ouders bij het maken van een keuze voor
een opvanglocatie en maakt het makkelijker om locaties met elkaar te vergelijken.
Ook kan het ouders helpen om het gesprek met de opvanglocatie aan te gaan. Daarnaast
krijgen ondernemers sneller zicht op wat er goed gaat en waar verbeterpunten liggen.
In-één-oogopslag is – in opdracht van SZW – ontwikkeld door GGD GHOR NL en tot stand
gekomen met belangrijke input van ouder- én brancheorganisaties. Ik heb aan de betrokken
partijen toegezegd om met ze in gesprek te gaan over de doorontwikkeling van In-één-oogopslag,
zodat ouders in de toekomst nog beter worden geïnformeerd over de kwaliteit van een
opvanglocatie.
Zoals ik in mijn brief van november jl.2 aangaf, heeft GGD GHOR NL de afgelopen tijd gewerkt aan een projectplan voor een
kwaliteitsoordeel. Voordat ik met een kwaliteitsoordeel verdere stappen zet, wil ik
echter bezien in hoeverre In-één-oogopslag en de doorontwikkeling ervan voorziet in
de behoefte van ouders. Voor het door mijn voorganger toegezegde kwaliteitsoordeel
kinderopvang betekent dit dat ik een pas op de plaats maak.
Na evaluatie van In-één-oogopslag en de doorontwikkeling hiervan zal ik bezien of
er aanvullende maatregelen nodig zijn en zo ja, of een kwaliteitsoordeel kinderopvang
daarbij van toegevoegde waarde is.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark