31 322 Kinderopvang

Nr. 340 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2017

Op 1 januari 2018 treedt de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en (een deel van) de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang en de daarbij behorende lagere regelgeving in werking. Hiermee wordt het peuterspeelzaalwerk omgevormd tot kinderopvang en de kwaliteit van kinderopvang verhoogd. Een deel van de ouders waarvan hun kind nu naar de peuterspeelzaal gaat, krijgt dan recht op kinderopvangtoeslag.

Over de implementatie van en communicatie over deze twee wetten wordt intensief overleg gevoerd met alle betrokken partijen in het veld om te kijken hoe de implementatie en voorbereiding verloopt en of de ingezette acties voldoende zijn.

Met deze brief geef ik uitvoering aan de motie van het lid Van ’t Wout c.s., die de regering verzoekt te monitoren hoe de voorbereiding en implementatie verloopt.1 In deze brief is opgenomen wat samen met partijen wordt gedaan om gemeenten, ondernemers, ouders en medewerkers voor te bereiden op de nieuwe wetgeving. Ook verzoekt de motie mogelijke knelpunten bij de implementatie van de wettelijke eisen te rapporteren. In deze brief ga ik per wet in op de stand van zaken van de implementatie en op de huidige aandachtspunten. In februari 2017 is uw Kamer ook geïnformeerd over aandachtspunten rondom de harmonisatie.2

Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk

1. Voortgang implementatie en communicatie harmonisatie

Stand van zaken omvorming

In veel gemeenten is het peuterspeelzaalwerk al succesvol omgevormd. Dat blijkt uit onderzoek dat op 16 juni jl. naar uw Kamer is gestuurd.3 In het voorjaar van 2017 waren er in circa 60% van de gemeenten geen of slechts enkele geregistreerde peuterspeelzalen. Uit het onderzoek blijkt verder dat van de 40% van de gemeenten waar (ten tijde van het onderzoek) nog wel meerdere geregistreerde peuterspeelzalen waren, de meeste gemeenten al bezig waren met de aanpassing als gevolg van de wetswijziging. Het verschilt per peuterspeelzaal en per gemeente hoe ver gevorderd zij nu zijn. Uit het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) blijkt dat er in oktober 2017 nog 1.381 peuterspeelzalen geregistreerd zijn.

Uit het onderzoek blijkt ook dat na de omvorming het aanbod van kortdurende opvang in stand blijft. Het beeld is dat de harmonisatie in de onderzochte gemeenten soepel verloopt en dat het bereik van peuters in de gemeenten die al geharmoniseerd zijn nauwelijks is veranderd.4

Ondersteuning peuterspeelzalen, gemeenten en ouders bij de harmonisatie

Om houders van peuterspeelzalen, gemeenten en ouders te helpen bij de voorbereiding op de nieuwe wetgeving is de afgelopen periode flink ingezet op ondersteuning. Hierbij zijn alle partijen5 nauw betrokken.

Zoals eerder aan uw Kamer vermeld, heeft Sociaal Werk Nederland (SWN) subsidie ontvangen om peuterspeelzalen, gemeenten en ouders bij de harmonisatie te ondersteunen. Dit gebeurt ook met input van andere partijen, zoals de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang (BOinK) en de VNG. De ondersteuning van SWN bestaat onder andere uit een helpdesk en meerdere regiobijeenkomsten voor peuterspeelzalen en gemeenten, en het ontwikkelen en aanbieden van ondersteuningsproducten.

Naast de brede ondersteuning vanuit SWN, ondersteunt en informeert de VNG de gemeenten, bijvoorbeeld via ledenbrieven. De VNG en GGD GHOR Nederland informeren gemeenten en GGD’en over de technische gevolgen van de wijzigingen in het LRKP.

SZW heeft ook alle houders van peuterspeelzalen geïnformeerd over de wijzigingen en de houders gevraagd om de ouders goed te informeren, met de informatieproducten die zijn ontwikkeld. Peuterspeelzalen, gemeenten en ouders kunnen voor informatie ook terecht op de website www.veranderingenkinderopvang.nl. Hier staat ook informatie over de harmonisatie en zijn de ondersteuningsdocumenten, zoals voorbeeldovereenkomsten, te vinden.

2. Aandachtspunten harmonisatie

Aanvragen kinderopvangtoeslag door ouders

Per 1 januari 2018 worden alle -op 31 december 2017- geregistreerde peuterspeelzalen automatisch omgezet naar kinderdagverblijven. Dit gebeurt in het dan zogenoemde Landelijk Register Kinderopvang. Vanaf dat moment krijgt een deel van de ouders recht op kinderopvangtoeslag voor kortdurende peuteropvang. Bij het aanvragen van kinderopvangtoeslag door deze ouders zijn twee punten extra van belang, namelijk dat de ouders tijdig een aanvraag indienen en dat zij een correcte aanvraag indienen.

a. Tijdig indienen van een aanvraag

Samen met DUO en de Belastingdienst is geregeld dat ouders al vanaf 1 november 2017 een aanvraag kunnen indienden voor kinderopvangtoeslag voor kortdurende peuteropvang in een nu nog peuterspeelzaal. Door aanvragen per 1 november mogelijk te maken, kunnen ouders tijdig kinderopvangtoeslag ontvangen. De Belastingdienst heeft enige verwerkingstijd nodig om de aanvragen te beoordelen. Ouders die tijdig een eerste voorschot willen ontvangen, moeten daarom voor 15 november 2017 een correcte aanvraag indienen. Zij ontvangen dan in principe in december het eerste voorschot voor januari 2018. Ouders die de aanvraag later dan 15 november 2017 doen, ontvangen de kinderopvangtoeslag op een later moment en moeten de kosten eerst voorschieten.

Communicatie richting ouders is erop gericht om ouders te informeren dat zij tijdig een aanvraag indienen. Aan de houders van peuterspeelzalen is gevraagd om ouders hier goed over te informeren. Om peuterspeelzalen hierbij te ondersteunen is een folder voor ouders ontwikkeld. Daarnaast worden ouders geïnformeerd via social media en advertenties in regionale bladen.

b. Een correcte aanvraag

Met de brief van 16 juni jl.6 is uw Kamer al geïnformeerd over de mogelijke samenloop tussen kinderopvangtoeslag en gemeentelijke financiering. Ouders kunnen alleen kinderopvangtoeslag aanvragen over kosten die zij zelf maken. Als de gemeente een deel van de kosten financiert, dan kan de ouder over dit deel geen kinderopvangtoeslag aanvragen. In alle communicatie over het aanvragen van kinderopvangtoeslag wordt gewezen op deze mogelijke samenloop. Daarnaast is aan SWN en BOinK gevraagd om voorbeeldovereenkomsten en checklisten voor houders van peuterspeelzalen en voor ouders te ontwikkelen. Deze producten zijn inmiddels beschikbaar. Ook wijst de VNG de gemeenten op de mogelijke risico’s van samenloop.

Wijziging van gemeentelijk beleid

Door de wetswijziging kunnen gemeenten hun beleid aanpassen. Een deel van de financiering – namelijk voor ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag – hoeven de gemeenten namelijk niet meer op zich te nemen. Veel gemeenten hebben deze wijzigingen al verwerkt of zijn hier druk mee bezig. Er zijn signalen dat een aantal gemeenten het beleid nog niet gaat wijzigen per 1 januari 2018.

Om richting gemeenten te benadrukken dat het belangrijk is dat zij hun beleid aanpassen, heeft de VNG gemeenten herhaald geïnformeerd.

Juridische vraagstukken

Gemeenten die hun beleid wijzigen als gevolg van de harmonisatie, bekijken hoe zij de financiering het beste vorm kunnen geven. Daarbij rijzen ook vragen over hoe zij rekening moeten houden met het staatssteun-, subsidie- en aanbestedingsrecht. Vanwege deze vragen heeft SWN een Handreiking juridische vraagstukken harmonisatie laten opstellen om gemeenten en instellingen te ondersteunen.7 Deze handreiking schetst mogelijkheden voor gemeenten om hun beleid in te richten.

De handreiking van SWN gaat ook in op de vraag wat de rol is van gemeenten voor ouders die onder de kinderopvangtoeslag komen te vallen. De uurprijs voor kortdurende opvang ligt nu vaak boven de uurprijs voor langdurende opvang.8 De vraag die in de praktijk leeft, is of gemeenten na de harmonisatie nog subsidie kunnen verstrekken aan de tot kindercentrum omgevormde peuterspeelzalen om de hogere uurprijs voor werkende ouders naar beneden te brengen. In de handreiking staat hierover, dat gemeenten enkel subsidie kunnen verstrekken aan een omgevormde peuterspeelzaal voor de hogere uurprijs voor werkende ouders, als zij aantoonbaar andere of extra eisen stellen aan de opvang. Belangrijk uitgangspunt in de handreiking daarbij is de veronderstelling dat gemeenten niet langer een rol kunnen hebben als het gaat om peuteraanbod voor werkende ouders, omdat het Rijk de financiering hiervan overneemt. In de handreiking is er van uitgegaan, dat dit geregeld wordt met de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.

Aangezien momenteel veel gemeenten de uurprijs ook voor werkende ouders omlaag brengen om kortdurend aanbod voor alle ouders toegankelijk te houden, krijg ik de vraag van partijen in het veld of ik deze visie in de handreiking juridische vraagstukken harmonisatie onderschrijf. Ik vind het belangrijk om hierover duidelijkheid te bieden aan gemeenten. Met de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk wordt geregeld dat werkende ouders kinderopvangtoeslag kunnen aanvragen voor het tot kinderopvang omgevormde peuterspeelzaalwerk. De Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk bepaalt echter niet dat gemeenten geen enkele rol voor werkende ouders meer mogen vervullen, door het omlaag brengen van de uurprijs van kindercentra. Daarom heb ik hier een bredere opvatting over dan de opvatting die is opgenomen in de handreiking. Naar mijn mening is het denkbaar dat gemeenten indirect een rol vervullen voor werkende ouders door het omlaag brengen van de uurprijs, zolang een gelijk speelveld voor alle in de gemeente gevestigde kindercentra wordt geborgd en er rekening wordt gehouden met het staatssteun- en mededingingsrecht. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving van de staatssteun- en mededingingsregels. Hier kan geen algemene uitspraak over worden gedaan, omdat het afhankelijk is van hoe de betreffende gemeente haar beleid heeft ingericht. Indien een gemeente een vraag heeft over het aanbestedings- of staatsteunrecht, kan zij contact opnemen met Europa Decentraal.

Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang

1. Voortgang implementatie en communicatie innovatie en kwaliteit kinderopvang

Regiobijeenkomsten

Op 1 januari 2018 treedt een groot deel van de nieuwe kwaliteitseisen in werking. Om ondernemers, hun medewerkers en de betrokken ouders in de kinderopvang te ondersteunen bij de voorbereidingen hierop, is in de eerste helft van 2017 een implementatietraject gestart. Belangrijk onderdeel daarvan zijn de regiobijeenkomsten voor ondernemers. Inmiddels hebben reeds 16 regiobijeenkomsten plaatsgevonden, georganiseerd door het Ministerie van SZW. Op de bijeenkomsten zijn de wijzigingen als gevolg van de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang toegelicht en was er ruimte voor vragen. Deze bijeenkomsten zijn zeer goed bezocht. Gemiddeld waren er 100–200 ondernemers per bijeenkomst.

Ondernemers geven op deze bijeenkomsten aan dat er behoefte is aan meer informatie, met name over de wijze waarop de toezichthouder toezicht zal houden op de nieuwe kwaliteitseisen. Om ondernemers van deze informatie te voorzien, worden in samenwerking met GGD GHOR Nederland eind 2017 en begin 2018 nog een twintigtal bijeenkomsten in de regio georganiseerd, waar ook het toezicht aan de orde komt.

Communicatie over innovatie en kwaliteit kinderopvang

Ondernemers, medewerkers en ouders kunnen voor informatie over de veranderingen in de kwaliteitseisen ook terecht op een speciale website. De website www.veranderingenkinderopvang.nl biedt informatieteksten over de nieuwe kwaliteitseisen, antwoorden bij veelgestelde vragen en ondersteuningsproducten. De website zal in de komende maanden verder worden gevuld, onder andere met aanvullende infographics en filmpjes.

Omdat een aantal eisen per 1 januari 2019 in werking treedt, zoals de wijziging van de beroepskracht-kindratio en de pedagogisch beleidsmedewerker, zal ook in 2018 worden ingezet op het voorbereiden van ondernemers, medewerkers en ouders op deze wijzigingen. Onderdeel hiervan is ook een rekenhulp waarmee ondernemers kunnen berekenen hoe de nieuwe beroepskracht-kindratio per 1 januari 2019 voor hun organisatie uitwerkt. Deze rekentool is reeds beschikbaar.

2. Aandachtspunten innovatie en kwaliteit kinderopvang

Onderzoek naar de kosten

Zoals mijn voorganger uw Kamer op 16 juni jl.9 heeft laten weten, zal er een gericht onderzoek worden gedaan naar de verhouding tussen de ten tijde van het akkoord Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang voorziene financiële gevolgen van de aanpassing van de beroepskracht-kindratio in de dagopvang en de gevolgen hiervan in de praktijk. Daarbij wordt ook gekeken naar de verwachte impact van de aanpassing van de beroepskracht-kindratio in de dagopvang op organisaties van verschillende omvang. Samen met de partijen uit de kinderopvangsector zijn de vragen geformuleerd waarop het onderzoek zich zal richten. Het onderzoek is inmiddels gestart. In het algemeen overleg kinderopvang op 21 juni jl. (Kamerstuk 31 322, nr. 337) is toegezegd dit onderzoek in het eerste kwartaal van 2018 naar uw Kamer te sturen.

Tot slot

De afgelopen tijd is, samen met andere betrokkenen, veel in gang gezet om de implementatie van de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang goed te laten verlopen. De implementatie verloopt over het algemeen soepel. Als er aandachtspunten opspelen, wordt met de relevante partijen gekeken hoe daarop ingespeeld kan worden. Ook de komende maanden wordt goed in de gaten gehouden of de ingezette activiteiten de voorbereiding en implementatie voldoende ondersteunen en wat er in de praktijk gebeurt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark


X Noot
1

Kamerstuk 34 596, nr. 12.

X Noot
2

Aandachtspunten gemeenten harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, Kamerstukken II 2016/17, 34 596, nr. 8.

X Noot
3

Buitenhek Management & Consult, Peuterspeelzaalwerk NL III, facts & figures 2017, bijlage bij Kamerstuk 31 322, nr. 334.

X Noot
4

Zie ook Kamerstuk 31 322, nr. 334.

X Noot
5

Sociaal Werk Nederland, Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang, Voor Werkende Ouders, Belastingdienst, VNG en DUO. De Brancheorganisatie Kinderopvang en Brancheorganisatie Maatschappelijke Kinderopvang zijn regelmatig geïnformeerd over alle activiteiten.

X Noot
6

Kamerstuk 31 322, nr. 334.

X Noot
7

Sociaal Werk Nederland (2017). Handreiking Juridische vraagstukken Harmonisatie. Geraadpleegd op: https://www.sociaalwerknederland.nl/thema/peuterspeelzaalwerk-opvoedondersteuning/publicaties/publicatie/6201-handreiking-juridische-vraagstukken-harmonisatie

X Noot
8

Dit blijkt ook uit het onderzoek Buitenhek Management & Consult, Peuterspeelzaalwerk NL III, facts & figures 2017, bijlage bij Kamerstuk 31 322, nr. 334.

X Noot
9

Kamerstuk 31 322, nr. 335.

Naar boven