31 322 Kinderopvang

Nr. 313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 september 2016

Inleiding

De motie van de leden Voortman en Yücel1 verzoekt de regering om te onderzoeken:

  • Hoe richting ouders inzicht kan worden geboden in de kwaliteit en eventuele risico’s van kinderopvanginstellingen;

  • Bij dit onderzoek ook te kijken naar hoe gemeenten gestimuleerd kunnen worden om reeds bestaande gegevens over de kwaliteit en risico’s van kinderopvanginstellingen openbaar te maken;

  • En de Kamer hier voor 1 september 2016 over te informeren.

In deze brief ga ik in op hoe ik wil omgaan met deze motie. In de motie wordt de regering opgeroepen om te onderzoeken hoe ouders inzicht kan worden geboden in de kwaliteit van kinderopvangorganisaties en vraagt de regering gemeenten te stimuleren om gegevens over kwaliteit en risico’s openbaar te maken.

Ik vind het van groot belang dat ouders bij het maken van een keuze voor een kinderopvangorganisatie over de juiste informatie beschikken. Ik steun het doel van de motie volledig. Ik deel echter niet dat bestaande gegevens over risico´s (de risicoprofielen die gemeenten hanteren) hiervoor het juiste middel zijn. De profielen zijn hier niet voor bedoeld en zijn er niet geschikt voor. De inhoud van dat profiel kan ouders op het verkeerde been zetten en een vertekend beeld van de feitelijke situatie in kinderopvangorganisaties oproepen. Dat vind ik niet wenselijk, niet voor ouders en niet voor kinderopvangorganisaties. Om die reden voer ik de motie niet uit, maar zet ik in op een alternatief.

Dat alternatief is het ontwikkelen van een kwaliteitsoordeel. Met het openbare kwaliteitsoordeel kunnen ouders kennis nemen van een professioneel oordeel van de toezichthouder over de situatie ter plekke.2 Hieronder licht ik dit verder toe.

Zoals ik eerder in uw Kamer heb aangegeven is het risicoprofiel primair een toezichtinstrument dat door GGD’en wordt gebruikt om een inschatting te maken van de benodigde toezichtcapaciteit. Het risicoprofiel is gebaseerd op een inschatting van de risico’s en niet op in de praktijk geconstateerde feiten. Dit is een belangrijk onderscheid. Een groen risicoprofiel kan zodoende ten onrechte een gevoel van veiligheid oproepen bij ouders, terwijl een rood risicoprofiel ouders ten onrechte kan afschrikken. Daarnaast is het zo dat gemeenten en GGD’en het risicoprofiel in de praktijk, afhankelijk van de individuele, regionale en gemeentelijke werkwijze, verschillend toepassen. Dit leidt ertoe dat de betekenis van het risicoprofiel per GGD/gemeente verschilt. Tot slot kan het openbaar maken van risicoprofielen resulteren in een beeld dat niet gebaseerd is op daadwerkelijk geconstateerde feiten en mogelijk leiden tot onevenredige benadeling van kinderopvangorganisaties.

Om deze redenen ben ik geen voorstander van een landelijke plicht voor gemeenten om hun risicoprofielen openbaar te maken. Wat mij betreft is het aan individuele gemeenten zelf om te beoordelen of dit wenselijk is.

Er is veel informatie beschikbaar...

Goede en betrouwbare informatie over de pedagogische kwaliteit van kinderopvangorganisaties vind ik van groot belang. In de eerste plaats omdat dit ouders helpt om een onderbouwde keuze te maken voor de opvang van hun kinderen. Daarnaast kan het kinderopvangorganisaties stimuleren om de geboden kwaliteit verder te verbeteren.

Ouders zullen in de eerste plaats hun eigen oordeel over de kwaliteit vormen. Hiervoor kunnen ze terecht bij de kinderopvangorganisaties zelf. Bijvoorbeeld door met de organisatie in gesprek te gaan over de geboden opvang en het pedagogisch beleid en door daadwerkelijk met eigen ogen te zien hoe de aangeboden opvang in de praktijk eruit ziet. Ook benutten ouders de kennis en ervaringen van andere ouders bij de keuze voor een aanbieder van kinderopvang. De inspectierapporten van de GGD zijn een andere belangrijke informatiebron voor ouders. Deze rapporten bevatten een meer onafhankelijk en deskundig oordeel over de kwaliteit. Naast informatie over de (naleving van) de wettelijke eisen staat in de rapporten ook een beschrijving van en oordeel over de pedagogische praktijk. De inspectierapporten zijn openbaar en zijn te vinden op de website van het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP)3.

...maar meer toegankelijke en begrijpelijke informatie is gewenst.

Er is dus al veel informatie beschikbaar. Desondanks ben ik het met uw Kamer eens dat eenvoudig toegankelijke en begrijpelijke informatie over de (pedagogische) kwaliteit van kinderopvangorganisaties voor ouders gewenst is.

Een openbaar oordeel door de toezichthouder over de (pedagogische) kwaliteit van een kinderopvanginstelling voorziet mijns inziens het best in deze behoefte. Ik ben daarom voornemens om op korte termijn een verzoek in te dienen bij GGD GHOR Nederland om, samen met toezichthouders en gemeenten, in de praktijk via pilots te onderzoeken hoe een dergelijk kwaliteitsoordeel het beste vorm kan krijgen. De betrokkenheid van ouders en kinderopvangorganisaties en andere relevante partijen is hierbij van groot belang. Ik wil direct bekijken hoe ik de huidige ontwikkelingen op het terrein van innovatie en kwaliteit die voortvloeien uit het kwaliteitsakkoord met de veldpartijen, mee kan nemen in het kwaliteitsoordeel en de toezichtinstrumentarium. Ik vind het onwenselijk om in deze fase een instrument te ontwikkelen dat voorbij gaat aan deze recente ontwikkelingen.

Tot slot

Ik ben ervan overtuigd dat een openbaar, professioneel kwaliteitsoordeel door de toezichthouder ouders helpt bij het kiezen van een geschikte opvang en de kwaliteit van kinderopvang verder verhoogt. Daarom ben ik voornemens om in de praktijk te onderzoeken op welke wijze een dergelijk kwaliteitsoordeel het beste kan worden vormgegeven. Zoals eerder toegezegd informeer ik uw Kamer begin 2017 over de voortgang hiervan.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Kamerstuk 31 322, nr. 297.

X Noot
2

Dit is in lijn met het handelen van de toezichthouder in het domein van het onderwijs: de Inspectie van het Onderwijs maakt de risicoprofielen niet openbaar, maar de uitkomst, het oordeel over de kwaliteit.

Naar boven