31 322 Kinderopvang

Nr. 222 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 oktober 2013

Tijdens het AO kinderopvang van 2 oktober 2013 heeft het Lid Tellegen (VVD) vragen gesteld over problemen die kinderopvanginstellingen ervaren met de uitbetaling van de kinderopvangtoeslag op hun eigen rekening. Ik heb aangegeven hierover contact op te nemen met de Staatssecretaris van Financiën en hier voor 15 oktober op terug te komen.

Mede namens de Staatssecretaris van Financiën bericht ik u als volgt.

Uit navraag bij de Staatssecretaris van Financiën en de Brancheorganisatie Kinderopvang maak ik op, dat de problemen die kinderopvanginstellingen aangeven te hebben met de uitbetaling van de kinderopvangtoeslag op hun eigen rekening, mogelijk betrekking hebben op de wetgeving die op 1 december 2013 in werking treedt. Op 12 juli 2013 is uw Kamer via de brief van de Staatssecretaris van Financiën geïnformeerd over de invoering van het wetsvoorstel één rekeningnummer, dat bepaalt dat de Belastingdienst toeslagen en belastingteruggaven alleen nog maar mag uitbetalen op de rekening van de belanghebbende (Kamerstuk 33 402, nr. 61). Na 1 december 2013 moeten burgers, die op dit moment een ander rekeningnummer hanteren dan het eigen rekeningnummer om op uit te laten betalen, een bankrekeningnummer opgeven dat op hun eigen naam staat. Deze maatregel is een belangrijke anti-fraudemaatregel waarmee het parlement al in 2011 heeft ingestemd. Dit betekent dus dat vanaf 1 december 2013 uitbetaling op rekening van derden, o.a. kinderopvanginstellingen, in principe niet meer mogelijk is.

De Tweede Kamer heeft bij eerdere gelegenheid verzocht dat uitbetaling op de bankrekening van een kinderopvanginstelling mogelijk moet blijven onder strikte voorwaarden. Daarom is destijds bepaald dat uitbetaling op een rekening van een kinderopvanginstelling mogelijk is, maar dat die instelling dan ook hoofdelijke aansprakelijkheid aanvaardt voor die toeslag. Concreet houdt dit in dat de Belastingdienst bij te veel of ten onrechte uitbetaalde kinderopvangtoeslag naar de kinderopvanginstelling zal gaan om dit terug te vorderen. De kinderopvangbranche heeft bezwaren geuit tegen deze hoofdelijke aansprakelijkheid en in overleg met de Brancheorganisatie Kinderopvang is gezocht naar een alternatief. Dit is gevonden in het zogenoemde partnerschap, waarover Uw Kamer is geïnformeerd in eerder genoemde brief van Staatssecretaris Weekers. Het Partnerschap houdt in dat de Belastingdienst op basis van wederzijds vertrouwen met bekende en vertrouwde kinderopvangorganisaties een convenant aangaat dat afspraken bevat over frequente aanlevering van gegevens aan de belastingdienst over o.a. het gebruik van ouders. De voorwaarde van aansprakelijkheid blijft hier beperkt tot aansprakelijkheid van de kinderopvanginstelling in het geval er sprake is van verwijtbaar handelen. Een van de voorwaarden voor het aangaan van een partnerschap is een verklaring van een accountant die inhoudt dat de desbetreffende kinderopvanginstelling voldoet of zal voldoen aan de eisen die horen bij het partnerschap. Die verklaring brengt kosten met zich mee. De signalen dit het lid Tellegen heeft ontvangen over hoge kosten zijn ook door de Brancheorganisatie Kinderopvang aan het kabinet gemeld.

Gegeven de bezwaren die er waren tegen de hoofdelijke aansprakelijkheid, is er in nauw overleg met de Brancheorganisatie gezocht naar een mogelijkheid om de kinderopvangtoeslag uit te keren aan de kinderopvanginstelling zonder hoofdelijke aansprakelijkheid. De partnerschapsovereenkomst is daar uitgekomen. Het kabinet is zich ervan bewust dat de eisen die bij het partnerschap worden gesteld, tot een verzwaring van de administratieve lasten leidt. Hierdoor zullen naar verwachting niet alle kinderopvangorganisaties mee doen, maar naar verwachting wel meer dan er mee zullen doen bij hoofdelijke aansprakelijkheid. De mogelijkheid om de toeslag direct te ontvangen is voor kinderopvanginstellingen ook een voordeel omdat ze het risico op wanbetaling kunnen verkleinen door het partnerschap aan te gaan.

Het kabinet is zich ervan bewust dat de eisen tot extra kosten leiden bij kinderopvanginstellingen die de toeslag direct op hun eigen rekeningnummer willen ontvangen. Desondanks is het kabinet van mening dat deze maatregel past in zijn beleid om fraude en oneigenlijk gebruik van toeslagen tegen te gaan en dat de eisen die gesteld worden aan het partnerschap redelijk zijn.

Ik hoop de Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven