31 322 Kinderopvang

Nr. 203 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 maart 2013

Bij de regeling van werkzaamheden van dinsdag 22 januari jl. en donderdag 7 februari jl. heeft het lid Voortman (GroenLinks) naar aanleiding van de uitzending van de Slag om Nederland van maandag 21 januari, gevraagd om een brief over durfkapitalisten in de kinderopvang. Daarnaast heeft mevrouw Voortman verzocht om in de brief ook in te gaan op de rol van het Waarborgfonds Kinderopvang, de positie van werknemers en een beschrijving van wat dit voor de veiligheid van kinderen betekent.

Kwaliteit en transparantie

Kwalitatief goede kinderopvang is van groot belang voor het welzijn, de veiligheid en de ontwikkeling van kinderen. Iedere kinderopvanginstelling moet voldoen aan de eisen die in wet- en regelgeving gesteld zijn, ongeacht hoe een kinderopvanginstelling is gefinancierd. In de brief van 14 februari jl. «Kwaliteit, toezicht, handhaving kinderopvang: voortgang lopende kwaliteitsagenda en accenten richting de toekomst» heb ik uiteengezet wat mijn inzet is op de versterking van de pedagogische kwaliteit en de inrichting van het toezicht en de handhaving in de kinderopvang.

Mevrouw Voortman maakt zich naar aanleiding van de uitzending van Slag om Nederland zorgen over de kwaliteit die wordt geboden in kinderopvanginstellingen waar durfkapitalisten aan zijn gelieerd. Ik kan me voorstellen dat er specifieke financiële situaties zijn die de kwaliteit onder druk kunnen zetten, bijvoorbeeld wanneer een instelling moeite heeft om intern gestelde rendementseisen te behalen. Het is van belang om te weten dat ook dit type instellingen zich dient te houden aan de wet- en regelgeving en kan rekenen op toezicht van de GGD en handhaving door de gemeente. Maar ook ouders moeten in voldoende positie zijn om kennis te nemen van alle aspecten die relevant kunnen zijn voor de kwaliteit. De inspectierapporten van de GGD moeten daarom altijd beschikbaar zijn voor ouders. Daarnaast worden alle kinderopvanginstellingen met ingang van 2014 verplicht om een website te hebben waarop informatie over de instelling en de geboden kwaliteit langs een vastgesteld format beschikbaar wordt gesteld.

Ik vind het verder van belang dat ouders weten wie de eigenaar van de kinderopvanginstelling is en of de instelling wel of geen winstoogmerk heeft. Over het format voor de website zal ik in gesprek gaan met de sector. Ik zal in dit gesprek aangeven dat ik het van belang vind dat onderdeel van het format informatie is over wie de eigenaar van de kinderopvanginstelling is en of de instelling wel of geen winstoogmerk heeft.

De Brancheorganisatie Kinderopvang werkt op dit moment, in samenspraak met verschillende partijen waaronder mijn ministerie, aan een eerste versie van een benchmark in het kader van financiële transparantie. Daarmee zal op basis van gegevens die kinderopvangorganisaties aanleveren, inzicht worden gegeven in de stand van zaken in de kinderopvangsector ten aanzien van financiën, kwaliteit en governance.

Positie werknemers

Organisaties dienen zich te houden aan de wet- en regelgeving omtrent de rechten en plichten van werknemers. Kinderopvanginstellingen dienen zich te houden aan afspraken die in CAO’s zijn gemaakt en die worden voorgeschreven in de Wet kinderopvang ten aanzien van het aantal aanwezige beroepskrachten. Als gevolg van de dalende vraag moeten kinderopvanginstellingen maatregelen nemen om de kosten te drukken. Hierbij kunnen ze ook naar contracten van de medewerkers kijken. Dit kunnen ze echter alleen doen zonder de wet- en regelgeving te overtreden.

Marktwerking

Voor de kinderopvangsector is het inspelen op marktontwikkelingen niet nieuw. Ook voordat de overheid subsidies en (later) kinderopvangtoeslag verstrekte, waren er bedrijfsmatige kinderopvangorganisaties met een winstoogmerk. In 2011 is door het CPB onderzoek gedaan naar de marktwerking in de kinderopvangsector (Kinderopvang in Kaart, zie www.cpb.nl). Hieruit is gebleken dat het aandeel van op winst gerichte aanbieders in 2010 was gegroeid, maar de zorg dat de op winst gerichte bedrijven lagere kwaliteit zouden leveren, bleek volgens het CPB ongegrond.

Durfkapitalisme

Een onderneming heeft kapitaal nodig om te kunnen investeren. Dit kan met eigen kapitaal of met vreemd kapitaal of zoals bij Estro is gebeurd, deels met eigen kapitaal van de durfkapitalist en deels via een lening van de bank. In november 2010 zijn door mijn ambtsvoorganger vragen beantwoord inzake deze situatie (2010/2011, Aanhangselnr. 552 en 564). In de antwoorden is toen aangegeven dat iedere kinderopvanginstelling, ongeacht de financieringsmethode, gehouden is zich aan de regelgeving te houden. Inzake de spanning tussen enerzijds het maken van winst en anderzijds het verhogen van de kwaliteit, is toen aangegeven dat er altijd een zekere spanning is tussen de wens van ouders en het aanbod dat kinderopvangondernemers met én zonder winstoogmerk kunnen doen. Om deze spanning op te lossen heeft de overheid kwaliteitseisen gesteld waar iedere kinderopvanginstelling zich aan dient te houden, zodat een basiskwaliteit in ieder geval geborgd wordt.

Fiscale regels

Fiscaaltechnisch was het mogelijk om de rentekosten over de schuld weg te strepen tegen de winst van de ondernemer, waardoor er weinig belasting over de winst hoefde te worden afgedragen. Mijn ambtsvoorganger heeft destijds aangegeven dat dit vanaf 2012 aangepakt zou worden. In het Belastingplan 2012 zijn maatregelen opgenomen tegen overnameholdingconstructies waarbij een fiscale eenheid wordt gevormd tussen de overnameholding en de BV. De wijzigingen zorgen ervoor dat de rente over de overnameschuld niet de facto onbeperkt in aftrek kan worden gebracht op de winst van de overgenomen BV. Daarbij wordt de renteaftrek tot een bedrag van € 1.000.000 ongemoeid gelaten. Ook blijft de aftrek in stand als na de overname sprake is van een gezonde financiering. De maatregel uit het Belastingplan 2012 heeft dergelijke constructies zoals durfkapitalisten hanteren onaantrekkelijker gemaakt, maar niet verboden. Ik verwijs voor een uitgebreidere toelichting naar de memorie van toelichting bij het Belastingplan 2012 (2011/12, 33 003, nr. 18).

Waarborgfonds

De Stichting Waarborgfonds Kinderopvang is een private stichting met als taak borgstellingen aan banken te verstrekken voor kinderopvangbedrijven. Het Waarborgfonds heeft daarvoor de beschikking over een structureel kapitaal van € 18 mln. en een tijdelijk kapitaal van € 25 mln. Het tijdelijk kapitaal van € 25 mln. heeft het Waarborgfonds ontvangen van het Rijk als subsidie en was bedoeld voor overgangsfaciliteiten bij de invoering van de wet Kinderopvang in 2005. Deze subsidie had een einddatum van december 2012. In het afgelopen jaar is echter gebleken dat als gevolg van nog openstaande vorderingen, de subsidie op dit moment nog niet kan worden vastgesteld. Ik heb de subsidie begin van het jaar daarom verlengd tot december 2016. Het Waarborgfonds kan echter geen nieuwe borgstellingen meer aangaan met dit kapitaal. Het dient alleen voor afronding van nog openstaande vorderingen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven