31 322 Kinderopvang

Nr. 139 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 juni 2011

Binnen de vaste commissies voor Financiën1 en Sociale Zaken en Werkgelegenheid2, hebben enkele fracties de behoefte om over de brief van de staatssecretaris van Financiën, mede namens de minister van SZW, d.d. 1 april 2011 inzake stopzetting van de kinderopvangtoeslag voor toeslagaanvragers die niet hebben gereageerd op de herhaalde verzoeken van de Belastingdienst om het LRK-nummer van de opvanglocatie van hun kind(-eren) door te geven (Kamerstuk 31 322, nr. 118) enkele vragen en opmerkingen voor te leggen.

De vragen en opmerkingen zijn op 21 april 2011 aan de staatssecretaris van Financiën voorgelegd. Bij brief van 10 juni 2011 zijn ze door hem beantwoord.

De voorzitter van de commissie,

Dezentjé Hamming-Bluemink

De adjunct-griffier van de commissie,

Giezen

I VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het voornemen van de staatsecretaris van Financiën tot stopzetting van de kinderopvangtoeslag. De leden van de VVD-fractie hebben veel waardering voor de inspanning die de Belastingdienst zich heeft betracht om ouders die nog niet de benodigde gegevens hebben doorgegeven te bereiken. Wel hebben de leden nog enkele vragen:

Met 9 800 ouders die de benodigde gegevens niet hebben doorgegeven en voor wie nu dus stopzetting van de toeslag dreigt, heeft dus bijna 3% van de toeslagontvangers niet gereageerd op de herhaalde oproepen van de Belastingdienst. De leden van de VVD-fractie vinden dit een hoog percentage en vragen wat de verklaring daarvoor is?

Zijn er bij deze groep van 9 800 gezinnen die in een ander EU-land, IJsland Noorwegen of Liechtenstein, verblijven maar een toeslagpartner in Nederland hebben en toeslag ontvangen voor opvang in dat buitenland?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdA

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris en zijn tevreden over de veelheid aan pogingen van de Belastingdienst om de ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag te bereiken.

Kan de staatssecretaris aangeven hoeveel ouders er op dit moment niet zijn bereikt? De leden willen weten welke redenen de ouders opgaven bij het laatste telefonische contact om niet eerder te reageren? Welke kenmerken heeft deze groep naar inkomens- en opleidingsniveau? En wat is verder over hun achtergrond te zeggen? De leden van de PvdA-fractie willen dat alleen ouders die overduidelijk geen recht hebben op kinderopvangtoeslag worden geconfronteerd met stopzetting van die toeslag. Hoe garandeert de staatssecretaris dat? Kan hij voorkómen dat ouders die toch recht hebben op kinderopvangtoeslag in acute financiële problemen komen als gevolg van terugbetalingsplicht van het reeds ontvangen voorschot? Geldt een hardheidsclausule?

Hoe groot is de groep toeslagontvangers op dit moment die een onjuist LRK-nummer heeft doorgegeven? De leden van de PvdA-fractie willen weten of hier ook bepaalde achtergrondkenmerken de boventoon voeren. Hoe is deze groep samengesteld? En waarom hebben deze ouders een onjuist LRK-nummer doorgegeven? Was daarbij sprake van opzet, of is dat een gevolg van een gebrek aan kennis van de aanvraagprocedure? Als ouders hebben aangegeven dat zij de aanvraagprocedure erg ingewikkeld vinden, willen de leden van de PvdA-fractie dat die ouders tegemoet worden gekomen. Graag een reactie van de staatssecretaris.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de PVV-fractie hebben, enigszins met verbazing, kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris inzake stopzetting van de kinderopvangtoeslag.

Volgens de Miljoenennota 2011 wordt er € 225 miljard aan belastingen en premies begroot, voor de toeslagen wordt € 10 miljard begroot (4,5%), waarvan € 3 miljard (1¼%) wordt uitgetrokken voor de kinderopvangtoeslag. Voor de kinderopvangtoeslag zijn 98 000 toeslaggerechtigheden.

In de toeslagen gaat een substantieel bedrag van de belasting en premies om. De staatssecretaris is het waarschijnlijk met de leden van de PVV-fractie eens dat er met publiek geld verantwoordelijk omgegaan dient te worden. Het is dan ook onverantwoordelijk om voor 30% van de uitkeringen kinderopvangtoeslag tot uitkering over te gaan als er met de verstrekte gegevens iets mis is. De leden van de PVV-fractie vragen op welke grondslag er overgegaan wordt tot het doen van voorschotten kinderopvangtoeslag als de daarvoor benodigde gegevens niet compleet zijn aangeleverd. Wat is de grondslag om over te gaan tot de bevoorschotting als er sprake is van incomplete gegevens? In het licht van het bovenstaande betwijfelen de leden van de PVV-fractie dan ook of er door de staatssecretaris wel verantwoordelijk met de publieke middelen wordt omgegaan.

Heeft de staatsecretaris wel een grondslag om over te gaan tot de ambtshalve stopzetting van de voorschotten van de kinderopvangtoeslag van 9800 toeslaggerechtigden? Immers, de staatssecretaris zag genoeg grondslag om gedurende vier maanden bij het ontbreken van de noodzakelijke gegevens de bevoorschotting te continueren voor 30% van de gevallen.

Voor 9800 (10% van het totaal) gevallen is geen LRK-nummer aangeleverd. Er is echter wel vier maanden voorschot verleend, daarmee is een bedrag van € 98 miljoen gemoeid. Nu heeft de staatsecretaris met veel bravoure wel de bevoorschotting van deze groep stopgezet en zegt hij toe om tot terugvordering over te gaan van de verleende voorschotten. Kan de staatssecretaris gefundeerd aangeven welk bedrag hij verwacht dat hiervan daadwerkelijk ingevorderd wordt?

Voor 20 000 (20,5% van het totaal) gevallen is een foutief LRK-nummer aangeleverd. Ook hier is weer vier maanden voorschot verleend, daarmee is een bedrag van € 200 miljoen gemoeid. Voor deze groep heeft de staatsecretaris de bevoorschotting niet stopgezet en is hij niet tot terugvordering over gegaan van de verleende voorschotten. Integendeel, de bevoorschotting van deze groep gaat onverkort voort. Kan de staatssecretaris gefundeerd aangeven op welke gronden hij de beslissing baseert dat hier onverkort doorgegaan kan worden op de ingeslagen weg?

Deze gang van zaken roept grote vraagtekens op over de verlening van de kinderopvangtoeslag. Dit gecombineerd met eerdere berichten over deze toeslag waarbij er ook als sprake was van malversaties doet bij de leden van de PVV-fractie de vraag rijzen of er niet structureel iets mis is bij de verlening van de kinderopvangtoeslag. De vraag rijst dan ook hoe er nog op deze lichtzinnige wijze doorgegaan kan worden. Voor Henk en Ingrid is het niet te rechtvaardigen dat er € 300 miljoen belasting- en premiegeld op een dergelijke wijze ongecontroleerd de deur bij het ministerie van Financiën uitgaat. Het lijkt wel of het iedere maand Suikerfeest, Sinterklaas of Chanoeka is op het ministerie van Financiën. Het is niet te verantwoorden dat er met geld op een dergelijke manier wordt omgesprongen, terwijl Henk en Ingrid de broekriem moeten aanhalen.

De brief betreft alleen de kinderopvangtoeslag. De leden van de PVV-fractie zijn benieuwd of er bij de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebondenbudget ook niet sprake is van een dergelijk Sinterklaasfeest. Het lijkt de leden van de PVV-fractie dan ook de hoogste tijd dat er een duidelijke rapportage komt over de uitvoering van de toeslagen. Maar dan wel op een zeer korte termijn. Het geklungel met de toeslagen duurt deze leden nu al veel te lang. Als het niet anders kan moet er maar een Kamerdebat of een Kameronderzoek komen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris waarin hij de Kamer informeert van zijn voornemen om de bevoorschotting van de kinderopvangtoeslag stop te zetten. Deze leden hebben wel enkele vragen hierbij.

Wat is de termijn waarop de bevoorschotting weer wordt hersteld indien toeslagontvangers het LRK-nummer alsnog doorgeven?

Kan de staatssecretaris aangeven welke stappen er worden ondernomen om er op toe te zien dat de bevoorschotting in dat geval op de kortst mogelijke termijn weer wordt herzien?

De staatssecretaris geeft aan dat het ontvangen voorschot over de maanden januari 2011 tot en met april 2011 wordt teruggevorderd. Waarom is hiertoe nu besloten? Wat is de achtergrond van dit besluit? Is de staatssecretaris bereid om dit voornemen te heroverwegen? Hoe wordt rekening gehouden met de financiële gevolgen voor de betrokken toeslagontvangers? Hoe gaat deze terugvordering precies in zijn werk? Op welke wijze worden de betrokken toeslagontvangers hierover geïnformeerd?

Waarom wordt het bedrag over de maand april nog bevoorschot, terwijl dit ook vrijwel zeker direct weer wordt teruggevorderd?

Begin januari 2011 heeft de Belastingdienst zelf voor meer dan 350 duizend aanvragers de koppeling kunnen maken. Waarom heeft de Belastingdienst dit niet voor alle aanvragers kunnen doen? Hoe kan het zijn dat 114 duizend toeslagontvangers in het verleden een registratienummer hebben doorgegeven dat onjuist, onvolledig of verouderd was? In de brief schrijft de staatssecretaris dat de bevoorschotting van een groep van circa 20 duizend toeslagontvangers die wel een registratienummer heeft doorgeven maar dat niet koppelt met het LRK nog niet wordt stopgezet. Op welk moment wordt ook deze bevoorschotting stopgezet? Welke criteria worden hierbij gehanteerd?

Deelt de staatssecretaris de mening dat de website van het LRK nog steeds zeer beperkte functionaliteiten kent? Zo kun je in Rotterdam geen gastouder zoeken op adres, zodat je zelf een groot aantal pagina’s moet doorzoeken. Kunt u snel de zoekfunctionaliteiten verbeteren? Zo nee, waarom niet?

Een aantal ouders benadert de politiek met de klacht dat zij door de Belastingdienst gebeld zijn met de mededeling dat er nog geen LRK-formulier is ingevoerd. Zij beweren echter een of twee keer een formulier te hebben opgestuurd. De medewerkers bevestigen dat er wachtrijen zijn bij de invoering van formulieren. Herkent u deze klachten? En welke actie moeten deze ouders ondernemen om de stopzetting niet door te laten gaan?

De staatssecretaris schrijft in zijn brief «Een belangrijke oorzaak hiervan is dat de opvanggegevens die de betrokken toeslagaanvragers in het verleden bij de Belastingdienst/Toeslagen hebben opgegeven onjuist, onvolledig of verouderd zijn». Wat zijn de andere oorzaken die geleid hebben tot het feit dat honderdduizenden ouderen geen LRK-nummer hebben doorgegeven? En wat heeft u gedaan aan de oorzaken die binnen het domein van de Rijksoverheid liggen. Graag een uitvoerige beantwoording van deze vraag want het is niet normaal dat de overheid gewoon maar constateert dat honderdduizenden burgers een fout maken: dan is de procedure te ingewikkeld, de formulieren te ingewikkeld, de formulieren onbegrijpelijk of er klopt meer niet. Deelt u deze mening?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van het bericht dat de kinderopvangtoeslag wordt stopgezet voor ouders die nog niet hebben (kunnen) doorgeven of hun gastouder is geregistreerd in het LRK. De leden van de SP-fractie zijn van mening dat niet de ouder de dupe moet zijn als zijn of haar gastouder niet geregistreerd is in het LRK. Ook worden ouders nu verantwoordelijk gemaakt om te controleren of zijn of haar gastouder wel geregistreerd is en of het registratienummer wel klopt. De leden van de SP-fractie vragen waarom deze verantwoordelijkheid niet neergelegd wordt bij de bemiddelingsbureaus of de gastouders zelf? En vervolgens de rekening bij hen, dus niet de ouder, neer te leggen als zij zich niet hebben gehouden aan het registreren in het LRK?

De leden van de SP-fractie vragen waarom het LRK niet gekoppeld is aan de gegevens van de Belastingdienst zodat deze gegevens niet opgevraagd hoeven worden bij de ouders. Is de staatssecretaris nog voornemens de gegevens van het LRK te koppelen aan de gegevens van de Belastingsdienst? Zo nee, waarom niet? Worden deze gegevens bij ingebruikname van het nieuwe toeslagensysteem wel gekoppeld? Indien ja, waarom kan er geen overgangsregeling gelden tot de invoer van het nieuwe toeslagensysteem? Indien nee, waarom kunnen de gegevens niet worden gekoppeld en kan daar nog een oplossing voor worden gevonden voordat het nieuwe toeslagensysteem «live» gaat?

Heeft de staatssecretaris een verklaring voor het feit waarom veel gastouders zich niet registeren in het LRK? Zo ja, wat is de oorzaak? Zo nee, is de staatssecretaris voornemens dit te onderzoeken? Zo ja, op welke termijn? En zo nee, waarom niet? Wat gaat de staatssecretaris doen om ervoor te zorgen dat gastouders zich gaan registeren in het LRK?

Wanneer krijgen ouders weer recht op kinderopvangtoeslag, is dat op het moment dat de ouder het LRK-nummer aan de Belastingdienst doorgeeft? Is de staatssecretaris bereid om ervoor te zorgen dat, wanneer blijkt dat de gastouder al geruime tijd staat ingeschreven in het LRK, de kinderopvangtoeslag met terugwerkende kracht weer toe te kennen aan de ouder? Zo nee, waarom niet?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de brief over het stopzetten van de kinderopvangtoeslag. Deze leden vinden het jammer dat 9 800 ouders de dupe zijn van de wijzigingen in het stelsel voor de gastouderopvang. Is er inzicht in de groep ouders die het betreft, zo willen deze leden weten. Gaat het met name om vraagouders die gebruik maken van gastouderopvang of gaat het ook om ouders die gebruik maken van kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang? Richting die laatste groep is er immers veel minder voorlichting gegaan. Deze ouders zijn wellicht niet op de hoogte van de wijzigingen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het wel terecht is dat de verantwoordelijkheid voor een soepele overgang naar het nieuwe stelsel uiteindelijk bij de ouders terecht komt. In hoeverre is het ontbreken van een (juist) registratienummer te wijten aan de vraagouders?

De staatssecretaris geeft aan dat in maart de toeslagontvangers die nog steeds niet gereageerd hadden zijn gebeld. Is het de Belastingdienst toen gelukt iedereen te pakken te krijgen? En zo nee, bij hoeveel aanvragers is het wel gelukt?

II REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS

Ik heb met belangstelling kennis genomen van de vragen van de fracties van de VVD, CDA, PvdA, PVV, SP en GroenLinks over de koppeling van de systemen van Belastingdienst/Toeslagen met het Landelijk Register Kinderopvang. Middels de beantwoording van de door u gestelde vragen zal ik de gang van zaken verder verduidelijken en waar nodig nader toelichten.

Dit jaar bent u regelmatig geïnformeerd over de gang van zaken van de koppeling. De laatste maal per brief van 1 april 2011. In deze brief is aangegeven dat 9800 aanvragers niet hebben gereageerd op verzoeken van de belastingdienst om het LRK-nummer van de opvanginstelling door te geven en dat van deze aanvragers de toeslag zou worden stopgezet. Ook is aangegeven dat 20 000 toeslagaanvragers een onjuist LRK-nummer hadden doorgegeven.

Op dit moment hebben 9800 aanvragers een stopzettingsbrief gekregen Deze toeslagen zijn inmiddels stopgezet. 20 000 aanvragers zijn benaderd met een brief vanwege een onjuist doorgegeven LRK nummer, met het verzoek het juiste LRK-nummer door te geven. Deze 20 000 hebben vrijwel allemaal gereageerd. Van deze reactie zijn inmiddels 11 000 afgehandeld. 9000 reacties zijn nog in behandeling.

Voor de volledigheid volgt eerst een korte terugblik op het gevolgde proces. Daarna zal ik clustergewijs ingaan op de door u stelde vragen.

Inleiding

Ten gevolge van de wijziging van de Wet kinderopvang hebben aanvragers van een kinderopvangtoeslag vanaf 1 januari 2011 alleen recht op deze toeslag indien hun kinderopvang (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of gastouderopvang) is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang (LRK). In het LRK is alle kinderopvang geregistreerd die voldoet aan de wettelijke eisen.

De Belastingdienst is vanaf mei 2010 bezig geweest met de voorbereiding van de koppeling van het systeem van de Belastingdienst met het LRK. Belangrijk hierbij was het verbeteren van de gegevens van de toeslaggerechtigden. Dit heeft geresulteerd in een tweetal mailings in mei en november 2010. In totaal zijn daarbij 140 000 toeslaggerechtigden aangeschreven. Daarnaast is in november 2010 een attentiebrief verstuurd om vraagouders met gastouderopvang nogmaals te attenderen op de verplichting van registratie van de opvang in het LRK om recht te hebben op kinderopvangtoeslag.

Om te controleren of een toeslagaanvrager gebruik maakt van een geregistreerde opvanglocatie heeft de Belastingdienst eind december 2010 het gegevensbestand van de Belastingdienst/Toeslagen gekoppeld aan de gegevens van het LRK. Hiertoe werden de adresgegevens van de opvanglocatie van de toeslagaanvragers in het systeem van de Belastingdienst gematcht met de adresgegevens van deze opvanglocatie in het LRK. Op deze manier kon de Belastingdienst zelf het LRK nummer toevoegen bij de gegevens van de aanvragers in het systeem van de Belastingdienst.

Uiteindelijk kon de Belastingdienst voor 350 000 toeslagaanvragers zelf een koppeling maken tussen gegevens uit de systemen van de Belastingdienst en gegevens in het LRK. Deze 350 000 aanvragers hebben derhalve niets hoeven doen.

Koppeling

De leden van de CDA en de SP-fractie vragen waarom het LRK niet gekoppeld is aan de gegevens van de Belastingdienst zodat deze gegevens niet opgevraagd hoeven worden bij de ouders. Daarnaast vragen ze of de staatssecretaris nog voornemens is de gegevens van het LRK te koppelen aan de gegevens van de Belastingsdienst. De Belastingdienst heeft begin januari 2011 voor meer dan 350 000 vraagouders in het Belastingdienstsysteem de koppeling met de opvanglocatie in het LRK zelf kunnen maken. Voor de overige vraagouders waren de gegevens in het systeem van de Belastingdienst, zoals adresgegevens van de opvanglocatie niet van voldoende kwaliteit om een koppeling te kunnen maken. Daarom moest de Belastingdienst 140 000 vraagouders vragen om zelf het LRK-nummer van hun opvanglocatie door te geven. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat de opvanggegevens die de betrokken toeslagaanvragers in het verleden bij de Belastingdienst/Toeslagen hebben opgegeven onjuist, onvolledig of verouderd zijn.

Vanaf 2011 moeten nieuwe aanvragers bij de aanvraag van een kinderopvangtoeslag het LRK-nummer van de opvanglocatie opgeven en wordt er ook meteen gekoppeld met het LRK om het opgegeven nummer te verifiëren De massale uitvraag van begin dit jaar is dus een eenmalige actie geweest, noodzakelijk door introductie van het LRK. Nieuwe aanvragers van een kinderopvangtoeslag zal bij de aanvraag altijd gevraagd worden het LRK-nummer van de opvanglocatie in te vullen.

De verantwoordelijkheid voor het doorgeven van het registratienummer ligt bij de aanvrager omdat deze verantwoordelijk is voor het aanleveren van de juiste gegevens voor de toeslagaanvraag.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe het kan zijn dat 114 000 toeslagontvangers in het verleden een registratienummer hebben doorgegeven dat onjuist, onvolledig of verouderd was. Toeslagontvangers hebben nooit eerder een registratienummer kunnen opgeven. Immers, dit nummer is pas eind 2010 bekend geworden door de introductie van het LRK. Bij de koppeling van het LRK met het systeem van de Belastingdienst is door de Belastingdienst gebruik gemaakt van adresgegevens in het LRK. Deze zijn gekoppeld aan adresgegevens van de kinderopvanginstelling die een toeslagaanvrager eerder heeft opgegeven bij de Belastingdienst.

Het ontbreken van een goed LRK-nummer wordt in de meeste gevallen veroorzaakt doordat de Belastingdienst niet beschikt over de juiste adresgegevens van de opvanglocatie van de aanvrager. Waardoor een koppeling mislukte.

Aangezien de aanvrager de enige is die weet op welke opvanglocatie zijn of haar kind zit is deze gevraagd het LRK-nummer van deze locatie door te gegeven. Half januari heeft de Belastingdienst deze 114 000 toeslagontvangers daarom verzocht om het LRK-nummer van hun opvang aan de Belastingdienst door te geven, zodat de koppeling met het LRK alsnog gemaakt zou kunnen worden. Hier was de respons ongeveer 70%. Een groep van ca 31 000 ouders had begin februari nog geen actie ondernomen op dit verzoek van de Belastingdienst. Deze groep is op 10 februari jl. opnieuw aangeschreven met – opnieuw – het verzoek om het registratienummer aan te leveren.

Telefonische uitvraag

De Belastingdienst heeft de toeslagontvangers die begin maart nog steeds niet gereageerd hadden, telefonisch benaderd om te informeren naar de redenen van het niet reageren op de brieven en om hen nogmaals te attenderen op de noodzaak van het aanleveren van het registratienummer om te voorkomen dat de bevoorschotting zou worden stopgezet. Deze belactie heeft er toe geleid dat nog enkele duizenden aanvragers het LRK-nummer hebben doorgegeven. Ongeveer 10 000 ouders zijn bij deze telefonische uitvraag niet bereikt. Van deze groep heeft ongeveer 10% een geheim nummer, van ongeveer 40% is geen telefoonnummer bekend, en van ongeveer 20% bleek het telefoonnummer of het adres onjuist. Ongeveer 25% heeft de telefoon niet opgenomen en voor ongeveer 5% gelden overige redenen.

Over de redenen de ouders opgaven bij het laatste telefonische contact om niet eerder te reageren valt niets te zeggen. In het belscript is uit geen vraag opgenomen geweest over de non-respons. Dit om verwarring over het doel van het gesprek: het aansporen tot het doorgeven van het LRK-nummer, te voorkomen. Over inkomens- en opleidingsniveau en achtergrond van de gebelden zijn geen gegevens bekend.

9800 stopgezetten

Na de nabel-actie is uiteindelijk voor 9800 toeslagaanvragers de kinderopvangtoeslagtoeslag stopgezet. De leden van de VVD-fractie hebben berekend dat bijna 3% van de toeslagontvangers niet gereageerd op de herhaalde oproepen van de Belastingdienst. De Belastingdienst heeft hier geen verklaring voor anders dan dat deze groep in 2011 mogelijk geen gebruik meer maakt van geregistreerde kinderopvang.

De VVD-fractie vraagt of er bij deze groep van 9800 gezinnen zijn die in een ander EU-land, IJsland Noorwegen of Liechtenstein, verblijven maar een toeslagpartner in Nederland hebben en toeslag ontvangen voor opvang in dat buitenland? Uit onderzoek blijkt dat het bij alle gestopten gaat om toeslagaanvrager die gebruik maken van opvang in Nederland.

De GroenLinks-fractie vraagt of het met name gaat om vraagouders die gebruik maken van gastouderopvang of gaat het ook om ouders die gebruik maken van kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang? Over het geheel maakt 20% van alle ouders gebruik van gastouderopvang. In de populatie gestopten is de gastouderopvang oververtegenwoordigd: 35% van de gestopten maakt gebruik van gastouderopvang. De grondslag om over te gaan tot de ambtshalve stopzetting van de voorschotten van de kinderopvangtoeslag van 9800 toeslaggerechtigden is gelegen in de wijziging van de wet Kinderopvang. Door deze wijziging bestaat er alleen recht op kinderopvangtoeslag indien er sprake is van geregistreerde kinderopvang. Het ontbreken van een LRK-nummer betekent dat er niet aantoonbaar gebruik wordt gemaakt van geregistreerde opvang. Derhalve is er geen recht op kinderopvangtoeslag.

Indien achteraf blijkt dat ouders toch recht hebben op kinderopvangtoeslag, kan een nieuwe aanvraag worden ingediend. Zij hebben recht op toeslag vanaf het moment de kinderopvanginstelling staat geregistreerd in het LRK. Indien een voorschot moet worden terugbetaald omdat is gebleken dat de aanvrager geen recht heeft op kinderopvangtoeslag kan bij terugbetaling gebruik worden gemaakt van de terugbetalingsregelingen. De kinderopvangtoeslag kent geen hardheidsclausule.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe rekening wordt gehouden met de financiële gevolgen voor de betrokken toeslagontvangers? Betrokkene ontvangt in voorkomende gevallen een terugvorderingsbeschikking. Indien gewenst kan ook een betalingsregeling worden aangegaan. Dit staat aangegeven in de brieven die betrokkenen ontvangen.

De CDA-fractie vraagt waarom het bedrag over de maand april nog wordt bevoorschot, terwijl dit ook vrijwel zeker direct weer wordt teruggevorderd? Dit lijkt een misverstand: in april wordt de maand mei bevoorschot, door te stoppen in april wordt het voorschot voor mei niet meer uitbetaald.

De Belastingdienst spant zich in om alle ten onrechte uitbetaalde voorschotten volledig terug te vorderen.

Wel actie, toch niet gekoppeld

Een groep van circa 20 000 toeslagontvangers heeft wel een registratienummer doorgeven maar dat nummer niet koppelt met het LRK. De reden voor het verkeerd doorgeven van het LRK-nummer is niet bekend. Het is mogelijk dat de ouders een vergissing hebben gemaakt bij het invullen van het nummer.

Als ouders hebben aangegeven dat zij de aanvraagprocedure erg ingewikkeld vinden, willen de leden van de PvdA-fractie dat die ouders tegemoet worden gekomen. De Belastingdienst heeft geen geluiden ontvangen dat de aanvraag ingewikkeld zou zijn. De aanvraagprocedure van een toeslag is vrijwel gelijk aan eerdere jaren, zodat er geen reden is om die ouders tegemoet te komen.

De groep van 20 000 is gevraagd het juiste LRK-nummer door te geven. Hun toeslag is niet stopgezet. Van stopzetting zal pas sprake zijn in de zomer van 2011 na het rappelleren en eventueel nabellen van de desbetreffende aanvragers. Op dit moment is de Belastingdienst in afwachting van het juiste LRK-nummer van 9000 aanvragers. Aangezien er enkel recht is op kinderopvangtoeslag indien er een juist LRK-nummer is doorgegeven, gaat de Belastingdienst onverkort door met het uitvragen van (juiste) LRK-nummers

Bevoorschotting

De PVV-fractie vraagt wat de grondslag is om over te gaan tot de bevoorschotting als er sprake is van incomplete gegevens? De incomplete gegevens, het ontbreken van een LRK-nummer, zijn ontstaan doordat er een nieuwe verplichting is per 1 januari 2011: het gebruik van geregistreerde opvang. Omdat het gaat om een nieuwe eis zijn bestaande toeslagaanvragers in de gelegenheid gesteld om incomplete gegevens aan te vullen. Aanvragers hebben tot eind maart de tijd gehad om deze gegevens door te geven. Toen begin april bij controle en toezicht de gegevens incompleet bleken, heeft de Belastingdienst passende actie ondernomen door de kinderopvangtoeslag stop te zetten. Uiteindelijk is de bevoorschotting daadwerkelijk in 9800 gevallen stopgezet.

De leden van de CDA-fractie vragen naar de termijn waarop de bevoorschotting weer wordt hersteld indien toeslagontvangers het LRK-nummer alsnog doorgeven? Daarnaast vragen de leden van de CDA-fractie of kan worden aangegeven welke stappen er worden ondernomen om er op toe te zien dat de bevoorschotting in dat geval op de kortst mogelijke termijn weer wordt herzien? Als de bevoorschotting is stopgezet kan de aanvrager een nieuwe aanvraag voor kinderopvangtoeslag indienen. De bevoorschotting wordt dan weer zo spoedig mogelijk hersteld. De bevoorschotting is reeds in april 2011 hersteld bij aanvragers die een nieuwe aanvraag hebben gedaan onmiddellijk na ontvangst van de brief waarin het stoppen is aangekondigd. Op voorwaarde dat de gegevens correct zijn.

De CDA-fractie vraagt waarom het ontvangen voorschot over de maanden januari 2011 tot en met april 2011 wordt teruggevorderd. Met ingang van 1 januari 2011 is volgens de wet Kinderopvang gebruikmaking van geregistreerde kinderopvang een voorwaarde voor het ontvangen van kinderopvangtoeslag. Het ontbreken van een LRK-nummer betekent dan ook dat er geen recht is op een toeslag met ingang van 1 januari 2011. Om terugvordering niet te laten plaatsvinden is een wetswijziging nodig. De minister van SZW ziet op dit moment geen aanleiding om de wet op dit punt aan te passen.

Landelijk Register Kinderopvang

De CDA-fractie vraagt of de staatssecretaris de mening deelt dat de website van het LRK nog steeds zeer beperkte functionaliteiten kent? De minister van SZW is verantwoordelijk voor het Landelijk Register Kinderopvang. Hij deelt de mening van de CDA-fractie niet. Door het ingeven van een straatnaam en een plaats is het eenvoudig mogelijk om te zoeken op adres. Aanpassing van de zoekfunctionaliteit is daarom niet noodzakelijk. De CDA-fractie stelt dat de medewerkers bevestigen dat er wachtrijen zijn bij de invoering van formulieren. Herkent u deze klachten? In individuele gevallen is dit inderdaad voorgekomen. Dit gaat echter om incidenten.

De CDA-fractie vraagt ook naar andere oorzaken die geleid hebben tot het feit dat honderdduizenden ouders geen LRK-nummer hebben doorgegeven? Meer dan 100 000 aanvragers hebben zelf het LRK-nummer doorgegeven. De mening van de CDA-fractie dat honderdduizenden ouders een fout hebben gemaakt, wordt niet gedeeld. De eerste brief van januari 2011 had moeten worden voorzien van een «gebruiksaanwijzing». Dat had beter gekund. Deze brief heeft er echter wel toe geleid dat er massaal is gereageerd, en dat was het hoofddoel van de verzending van deze brief.

De SP-fractie vraagt of de staatssecretaris een verklaring heeft voor het feit waarom veel gastouders zich niet registeren in het LRK. In de loop van 2010 zijn zowel gastouders als vraagouders als gastouderbureaus uitgebreid voorzien van informatie over de noodzaak tot registratie in het LRK, en zijn ze ook op diverse manieren aangespoord om die registratie uiterlijk 1 januari 2011 gerealiseerd te hebben. Ruim 50 000 gastouders hebben zich tijdig geregistreerd. Mede gezien het feit dat het aantal geregistreerde gastouders in de afgelopen drie maanden met slechts circa 100 is toegenomen, is het beeld dat nagenoeg alle gastouders zich tijdig hebben geregistreerd en dat aanvullende actie op dit moment niet noodzakelijk is. Noch de staatssecretaris, noch de minister van SZW heeft op dit moment aanwijzingen dat veel gastouders zich niet in het LRK laten registreren. Er bestaat daarom geen aanleiding om op dit punt een onderzoek te starten.

De SP-fractie vraagt wanneer ouders weer recht krijgen op kinderopvangtoeslag, is dat op het moment dat de ouder het LRK-nummer aan de Belastingdienst doorgeeft? Op het moment dat het kind gebruik maakt van de geregistreerde opvang bestaat het recht op kinderopvangtoeslag. Als blijkt dat een kind gebruik maakt van opvang die geruime tijd staat in geschreven in het LRK, kan een toeslag worden aangevraagd per de datum dat de geregistreerde opvang in 2011 wordt gebruikt.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Voorzitter, Omtzigt, P.H. (CDA), Irrgang, E. (SP), Knops, R.W. (CDA), Neppérus, H. (VVD), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Dijck, A.P.C. van (PVV), Spekman, J.L. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Ondervoorzitter, Bashir, F. (SP), Sap, J.C.M. (GL), Harbers, M.G.J. (VVD), Plasterk, R.H.A. (PvdA), Groot, V.A. (PvdA), Bemmel, J.J.G. van (PVV), Braakhuis, B.A.M. (GL), Vliet, R.A. van (PVV), Dijkgraaf, E. (SGP), Verhoeven, K. (D66), Koolmees, W. (D66), Huizing, M.E. (VVD) en Schouten, C.J. (CU).

Plv. leden: Broeke, J.H. ten (VVD), Werf, M.C.I. van der (CDA), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Hijum, Y.J. van (CDA), Leegte, R.W. (VVD), Haverkamp, M.C. (CDA), Graus, D.J.G. (PVV), Bouwmeester, L.T. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Veen, E. van der (PvdA), Vacature (SP), Grashoff, H.J. (GL), Schaart, A.H.M. (VVD), Vermeij, R.A. (PvdA), Smeets, P.E. (PvdA), Beertema, H.J. (PVV), Gent, W. van (GL), Jong, L.W.E. de (PVV), Staaij, C.G. van der (SGP), Koşer Kaya, F. (D66), Pechtold, A. (D66), Ziengs, E. (VVD) en Slob, A. (CU).

X Noot
2

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), Voorzitter, Hamer, M.I. (PvdA), Ham, B. van der (D66), Sterk, W.R.C. (CDA), Smeets, P.E. (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Hijum, Y.J. van (CDA), Omtzigt, P.H. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Ulenbelt, P. (SP), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Dijck, A.P.C. van (PVV), Ondervoorzitter, Spekman, J.L. (PvdA), Vermeij, R.A. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Dijkgraaf, E. (SGP), Azmani, M. (VVD), Jong, L.W.E. de (PVV), Klaver, J.F. (GL), Huizing, M.E. (VVD), Straus, K.C.J. (VVD), Besselaar, I.H.C. van den (PVV) en Vacature (SP).

Plv. Leden: Voortman, L.G.J. (GL), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Pechtold, A. (D66), Uitslag, A.S. (CDA), Klijnsma, J. (PvdA), Neppérus, H. (VVD), Biskop, J.J.G.M. (CDA), Smilde, M.C.A. (CDA), Dijkstra, P.A. (D66), Kooiman, C.J.E. (SP), Schouten, C.J. (CU), Fritsma, S.R. (PVV), Çelik, M. (PvdA), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Staaij, C.G. van der (SGP), Aptroot, Ch.B. (VVD), Klaveren, J.J. van (PVV), Sap, J.C.M. (GL), Houwers, J. (VVD), Gesthuizen, S.M.J.G. (SP), Mos, R. de (PVV) en Harbers, M.G.J. (VVD).

Naar boven