nr. 18
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JANSEN TER VERVANGING
VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 15
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. een eindafnemer hierom vraagt, tenzij het ter beschikking stellen
technisch onmogelijk is of financieel niet redelijk is;
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een beheerder van een warmtenet of een koudenet voorziet in een
transparante, eenvoudige en goedkope procedure voor de behandeling van klachten
van eindafnemers over de betrouwbaarheid van de meetinrichting.
Toelichting
Het uitgangspunt in de wet dient te zijn dat behoudens onmogelijkheid
of onredelijkheid om aan dit verzoek te voldoen de beheerder van een warmte-
of koudenet aan eindafnemers een individuele meter ter beschikking stelt.
Binnen dit uitgangspunt past niet de uitzonderingsgrond dat het beschikbaar
stellen van de meter «... niet in verhouding staat tot de potentiële
energiebesparingen.» De eindafnemer betaalt voor de meetdienst, zou
daarom zelf de afweging moeten maken of het plaatsen van een meter wenselijk
is of niet. Daarom schrapt het amendement deze uitzonderingsgrond.
De huidige praktijk van de energiesector laat zien dat er nogal wat geschillen
zijn tussen beheerders van een warmte-/koudenet en hun eindafnemers, waarin
de betrouwbaarheid van de meter ter discussie staat. Daarom verplicht het
amendement de beheerders van warmte- en koudenetten om te voorzien in een
transparante, goedkope en toegankelijke klachtenregeling.
Jansen