31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2011

In het algemeen overleg met uw vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op 10 februari 2011 (kamerstuk 31 311, nr. 72) heb ik aangekondigd een expertgroep onderzoek te laten doen en advies uit te laten brengen over de ontwikkelingen op de markt van bedrijfsfinanciering1. Tevens heb ik de invloed van de financiële crisis op de bancaire dienstverlening aan het bedrijfsleven in kaart laten brengen2 en een evaluatie van de regeling Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) over de periode 2005–2010 uit laten voeren3. Deze rapporten doe ik uw Kamer hierbij toekomen.4 Tevens geef ik uw Kamer alvast mijn eerste reactie op deze rapporten. Een uitgebreidere reactie zal ik rond Prinsjesdag in de Bedrijfslevenbrief aan uw Kamer toezenden.

1. Vraag en aanbod naar financiële diensten en evaluatie BMKB

De kredietcrisis en ontwikkelingen binnen de bancaire sector hebben de afgelopen jaren een zware wissel getrokken op de Nederlandse economie en de financiële sector. Aangezien deze sector een onmisbare rol bij kapitaalverschaffing aan het bedrijfsleven speelt, en daarmee bijdraagt aan het goed functioneren van de economie, is het van groot belang om een goed beeld te hebben van de ontwikkelingen en eventuele knelpunten in die sector. Daarbij gaat het om zowel ontwikkelingen aan de vraagzijde (bedrijven) als aanbodzijde (waaronder banken, de beurs en participatiemaatschappijen).

Daarvoor heb ik een breed samengestelde expertgroep onder leiding van de heer De Swaan in het leven geroepen. Als ondersteuning van de expertgroep heeft een brede consultatie van experts uit wetenschap en praktijk plaatsgevonden. Door EIM is een enquête onder 1 460 bedrijven uitgevoerd naar ontwikkelingen aan de vraagzijde van de financieringsmarkt. Belangrijke bevinding is dat het merendeel van de ondernemingen die in het afgelopen jaar extra financiering nodig hadden, geslaagd zijn om deze financiering te verkrijgen. Daarbij zijn wel verschillen zichtbaar tussen het groot-, het midden- en het kleinbedrijf, waarbij het kleinbedrijf het minst succesvol is in het verkrijgen van financiering. Van het kleinbedrijf lukte het 57% de financiering te krijgen waarom gevraagd werd, het middenbedrijf 70% en het grootbedrijf 86%. Met name het mkb ervaart nog steeds een aanscherping van de kredietvoorwaarden.

Pricewaterhouse Coopers (PwC) heeft de ontwikkelingen op de markt voor bedrijfsfinanciering in kaart gebracht bij verschillende aanbieders van vreemd vermogen en eigen vermogen. Daaruit blijkt dat er in Nederland in principe voldoende aanbod van kapitaal is vanuit verschillende financieringsbronnen zoals banken, institutionele beleggers, private equity partijen en informele investeerders. Aanbod en vraag komen niet op alle segmenten echter even makkelijk bij elkaar. Met name kleinere en jongere bedrijven vinden het moeilijker om financiering te verkrijgen.

KPMG heeft de invloed onderzocht van de financiële crisis op het aanbieden door banken van kredieten, betalingsdiensten, kapitaalmarktdiensten en spaar- en beleggingsdiensten aan het bedrijfsleven. Dit onderzoek bestond uit een enquête onder bedrijven en twee interviewronden met banken. Uit het rapport als geheel komt naar voren dat er volgens banken en bedrijven in voldoende mate aanbod is van de belangrijkste bancaire diensten om aan de vraag te kunnen voldoen. Uit de enquête blijkt dat bedrijven die sinds 2008 een verslechtering van prijs en voorwaarden van krediet hebben ervaren (33%) en de bedrijven die een verbetering hebben ervaren (28%) elkaar in evenwicht houden. In de interviews kwam naar voren dat krediet aan het kleinbedrijf volgens banken wel relatief minder aangeboden wordt dan voor de crisis. Banken verwachten dat hun focus op risico ook de komende jaren aanhoudt. Banken zien verder een gedaalde vraag naar kredietverlening. Tot slot achten bedrijven het belangrijk dat hun huisbank Nederlands is.

Uit de evaluatie van de belangrijkste garantieregeling (Borgstelling MKB-kredieten, BMKB) uitgevoerd door Carnegie Consult, blijkt dat banken en ondernemers de BMKB ervaren als additioneel en zinvol. Zij geven aan dat de regeling leidt tot een toename van de kredietverlening, en zou moeten voortbestaan zonder ingrijpende aanpassingen.

2. Conclusies

Op basis van deze rapporten concludeer ik dat de financiële dienstverlening voor bedrijven in algemene zin geen gevaar loopt. De BMKB, inclusief de recente uitbreidingen, heeft een goede bijdrage geleverd aan de toegang van het mkb tot bancaire kredietverlening.

Er is wel een aantal zaken dat de aandacht verdient. Zo zullen bedrijven die reeds voor de crisis moeite hadden om aan financiering te komen, ook nu deze problemen nog ervaren. Dit geldt met name voor starters, snelgroeiende ondernemingen en kleine bedrijven. Innovatieve bedrijven zijn daarnaast niet altijd in staat om kredieten rond te krijgen na de startfase van hun onderneming.

In de Bedrijfslevenbrief, die ik u rond Prinsjesdag doe toekomen, zal ik aangeven welke maatregelen ik naar aanleiding van de rapporten wil nemen. Hierbij zal ik ook nader ingaan op de vormgeving van het Innovatiefonds MKB+, gericht op risicokapitaal voor innovatieve projecten en ondernemers.

Op twee punten onderneem ik nu reeds actie:

  • 1. Ik zal ervoor zorgen dat, in overleg met het bedrijfsleven en de financiële sector, bezien wordt hoe de aanbevelingen van de expertgroep kunnen worden omgezet in concrete acties, zoals het zorgen voor betere advisering en training in relatie tot de financiële deskundigheid bij kleinere bedrijven. Daarbij ga ik er vanuit dat alle partijen een constructieve bijdrage leveren om de kredietverlening aan met name het mkb verder te verbeteren.

  • 2. Het gebruik van de BMKB is na het record van vorig jaar opnieuw verder gestegen. Al dit najaar zal het beschikbare budget van € 765 mln uitgeput raken. Ik heb bij het Europees Investeringsfonds (EIF) een aanvraag ingediend als gedeeltelijk budgettaire dekking voor toekomstige schades BMKB. Indien deze aanvraag wordt gehonoreerd, dan zou dat een verhoging van het garantiebudget mogelijk kunnen maken. Van het EIF is in het verleden eerder gebruik gemaakt. Gedurende de komende maanden zal het kabinet nadere besluiten nemen om al dan niet van de EIF-faciliteit gebruik te maken. Tevens zal ik dan de uitfasering van de tijdelijke verruimingen van de BMKB schetsen, en de maatregelen die we hebben genomen om deze regeling meer kostendekkend te maken. In de Bedrijfslevenbrief zal ik u hier nader over informeren.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Expertgroep bedrijfsfinanciering: Naar een gezonde basis: bedrijfsfinanciering na de crisis, Prof. Duffhues en prof Roosenboom: Position Paper Ondernemingsfinanciering nu en in de toekomst, PwC: Monitor Financierbaarheid Nederland, EIM: financieringsmonitor 2011.

X Noot
2

KPMG: Bancaire dienstverlening aan het bedrijfsleven na de financiële crisis.

X Noot
3

Carnegie Consult B.V.: BMKB Beleidsevaluatie 2005 – 2010.

X Noot
4

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven