31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 73 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2011

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft mij verzocht een reactie te geven op het bericht dat rechtbanken onderling van mening verschillen of bezwaren tegen herzieningsbeslissingen in zaken van vanuit de WW gestarte zelfstandigen die een (hoger) beroep hebben lopen, door de adviescommissie Asscher-Vonk moeten worden behandeld of door de beroepsrechter.

Op 15 maart 2011 heeft de Centrale Raad van Beroep hierover een richtinggevende uitspraak gedaan (LJN BP7501). Om te voorkomen dat vanuit de WW gestarte zelfstandigen die al een (hoger) beroep hebben lopen tegen de initiële beslissing van UWV mogelijk in een ongunstiger positie worden gebracht, heeft de Centrale Raad van Beroep bepaald dat de bestuursrechter ook in lopende (hoger)beroepsprocedures deze starters in de gelegenheid zal stellen kenbaar te maken of zij een advies van de commissie Asscher-Vonk over de beslissing op het herzieningsverzoek wensen. Is dat het geval, dan vraagt de bestuursrechter het UWV de adviescommissie Asscher-Vonk in te schakelen en vervolgens een nader standpunt te bepalen. Dat nadere standpunt betrekt de bestuursrechter dan bij zijn uitspraak.

Naar mijn oordeel biedt deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep de gevraagde duidelijkheid; UWV zal verzoeken van de bestuursrechter om in dergelijke gevallen de bezwaaradviescommissie in te schakelen honoreren.

Op deze wijze zal de adviescommissie Asscher-Vonk zich dus kunnen buigen over alle gevallen waarin de betrokkene bezwaar heeft tegen de beslissing op het herzieningsverzoek. Eerder heb ik de Kamer gemeld dat de adviescommissie ook zaken in behandeling zal nemen van mensen voor wie het instellen van de adviescommissie Asscher-Vonk aanleiding was alsnog bezwaar in te dienen, ook al was op dat moment de wettelijke termijn voor het indienen van het bezwaar reeds verstreken.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

Naar boven