31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 62 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2011

Met deze brief bied ik u de «Derde voortgangsrapportage herzieningsoperatie vanuit de WW gestarte zelfstandigen» aan. Tevens informeer ik u over de uitvoering van de motie Blanksma-Van den Heuvel c.s. en de terugbetaling van door UWV ingevorderde bedragen aan personen van wie het herzieningsverzoek is toegewezen. Tot slot ga ik in op het verzoek van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, welke mij heeft gevraagd te reageren op een brief van UWV aan FNV Zelfstandigen van 10 december 2010.

Derde voortgangsrapportage herzieningsoperatie vanuit de WW gestarte zelfstandigen

In het algemeen overleg over de herbeoordeling van dossiers van vanuit de WW gestarte zelfstandigen van 20 mei 2010 heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd de Kamer elke twee maanden te informeren over de voortgang van de herzieningsoperatie. De derde voortgangsrapportage, waarin de stand tot 3 december 2010 wordt gepresenteerd, bied ik u hierbij aan1. In de rapportage kunt u lezen dat tot 3 december 1859 herzieningsverzoeken bij UWV zijn ingediend. De heer Vreeman heeft op 1353 van deze verzoeken een beslissing genomen. In 684 van deze gevallen wordt het verzoek (gedeeltelijk) toegewezen. In 669 gevallen heeft de heer Vreeman besloten tot afwijzing van het verzoek. Tot 3 december zijn 1027 definitieve beschikkingen door UWV afgegeven: 494 toewijzingen en 533 afwijzingen. De 494 toegewezen herzieningsverzoeken vertegenwoordigen een totaalbedrag van ruim € 3 miljoen aan terugvorderingen, boetes en rente. Dit bedrag wordt, voor zover reeds ingevorderd, teruggestort aan betrokkenen. Tot slot kan ik u melden dat de heer Vreeman naar verwachting in januari 2011 alle herzieningsverzoeken heeft beoordeeld.

Motie Blanksma-Van den Heuvel c.s. (32 500 XV, nr. 10)

Op 23 november 2010 heeft de Kamer de motie Blanksma-Van den Heuvel c.s. aangenomen. De motie verzoekt de regering:

  • 1. In de communicatie aan alle betrokkenen, ook hen die reeds herbeoordeeld zijn, concreet te maken welke criteria worden toegepast en hoe dit tot de afweging voor de gegeven herbeoordeling heeft geleid;

  • 2. Een adviescommissie in te stellen, bestaande uit van UWV onafhankelijke juristen, die in individuele gevallen het UWV adviseren over het door UWV te nemen besluit op bezwaar.

UWV heeft vanaf de aanvang van de herzieningsoperatie afwijzende beslissingen op herzieningsverzoeken steeds uitgebreid gemotiveerd. In deze motivering wordt expliciet beargumenteerd waarom het betreffende herzieningsverzoek, binnen het kader dat de minister van SZW en de Kamer hebben bepaald, niet kan worden toegewezen. Zoals door de delegatie van UWV in het rondetafelgesprek met leden van de vaste commissie voor SZW op 7 oktober 2010 gemeld, ontbrak een dergelijke uitgebreide motivering bij de toewijzingen op herzieningsverzoeken die tot op dat moment werden opgesteld. Dit is inmiddels aangepast in de procedure. Om ook de personen die voor 7 oktober 2010 bericht van UWV hebben ontvangen helder inzicht te verschaffen in de afwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan de beslissing op het herzieningsverzoek, heb ik met UWV afgesproken dat betreffende personen zullen worden aangeschreven met de vraag of zij behoefte hebben aan een nadere motivering op de beslissing het herzieningsverzoek toe te wijzen. Op verzoek zal UWV de gevraagde motivering dan alsnog verstrekken.

Voorts geldt in zijn algemeenheid dat, zoals ik in het VAO van 18 november (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 24, blz. 4–10) heb gezegd, wanneer betrokkenen het met de beslissing niet eens zijn of van mening zijn dat de motivering niet overtuigend is, bezwaar kan worden aangetekend bij UWV. Dit bezwaarschrift zal door een adviescommissie bestaande uit van UWV onafhankelijke juristen worden beoordeeld.

Ik kan u namens UWV melden dat de adviescommissie zal bestaan uit voorzitter mevrouw prof. mr. Asscher-Vonk (emeritus hoogleraar Sociaal Recht Radboud Universiteit), de heer mr. Haverkamp (oud vice-president Centrale Raad van Beroep) en mevrouw mr. Swelheim (advocaat). De commissie zal voor alle ingediende en nog in te dienen bezwaarschriften een advies opstellen ten behoeve van de beslissing op bezwaar. UWV neemt dit advies over tenzij daar zwaarwegende bezwaren tegen zijn. UWV zal dit dan gedegen motiveren.

Het horen van personen die bezwaar hebben aangetekend, de inhoudelijke beoordeling van een bezwaarschrift en het vaststellen van het uiteindelijke advies vindt plaats door de leden van de adviescommissie. Zij worden daarbij ondersteund door medewerkers van UWV. Deze UWV-medewerkers zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de initiële beslissingen en de door de heer Vreeman genomen besluiten op herzieningsverzoeken.

Terugbetaling van door UWV ingevorderde bedragen

In het VAO van 18 november 2010 is de termijn ter sprake geweest waarbinnen UWV overgaat tot terugbetaling van reeds ingevorderde bedragen aan personen van wie het herzieningsverzoek is toegewezen. Ik heb daarbij toegezegd UWV te zullen verzoeken uiterlijk binnen 14 dagen na afgifte van de beschikking op het herzieningsverzoek over te gaan tot terugbetaling aan de klant. Op 30 november 2011 heb ik de termijn voor terugbetaling met de Raad van bestuur van UWV besproken. UWV heeft mij gegarandeerd dat terugbetaling van ingevorderde bedragen binnen 14 dagen zal plaatsvinden. Slechts wanneer verificatie van klantgegevens (bijvoorbeeld bank- of girorekeningnummer) problematisch blijkt, kan enige vertraging optreden. UWV meldt mij echter dat dit slechts in enkele gevallen voorkomt.

Brief UWV aan FNV Zelfstandigen d.d. 10 december 2010

Op 10 december 2010 heeft UWV een brief gestuurd naar FNV Zelfstandigen. De brief is een reactie van UWV op een bericht van FNV Zelfstandigen over een zaak van een vanuit de WW gestarte zelfstandige. Deze persoon is in beroep gegaan tegen de beslissing van UWV om een terugvordering en boete op te leggen. De zaak is door de heer Vreeman opnieuw beoordeeld. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft UWV verzocht in hoger beroep lopende zaken opnieuw te bezien. Gelet op het verzoek van de CRvB, heeft UWV gemeend alle lopende bezwaar en (hoger) beroepszaken opnieuw te laten beoordelen door de heer Vreeman. UWV stelt zich daarbij op het standpunt dat het feit dat er een procedure loopt aangeeft dat betrokkene het niet eens is met de beslissing. Dit kan worden aangemerkt als een verzoek om de zaak te herzien. Overigens heeft 75 procent van deze groep een herzieningsverzoek ingediend. UWV heeft hierover gerapporteerd in de voortgangsrapportages. De herbeoordeling van de zaak van betrokkene door de heer Vreeman heeft, zo blijkt uit de brief van 10 december, niet geleid tot herziening van de beslissing.

Ik stel vast dat UWV in het betreffende dossier fouten heeft gemaakt. FNV Zelfstandigen is namens betrokkene in contact getreden met UWV. Daarbij heeft de FNV een verklaring overlegd van de werkcoach over de aan betrokkene gegeven voorlichting. Tevens was reeds een kort geding aanhangig gemaakt over deze zaak. Op grond van de verklaring van de werkcoach is de beslissing herzien en komen de terugvordering en boete te vervallen.

Uit nader onderzoek blijkt inmiddels dat er geen tegenstrijdige verklaring is afgegeven door de betrokken werkcoach. De herziene beslissing neergelegd in de brief van 10 december is niet juist. De oorzaak voor dit foutieve besluit is gelegen in de hectiek en de tijdsdruk als gevolg van het dreigende kort geding, waardoor grondige analyse van het dossier van betrokkene onvoldoende heeft plaatsgehad. UWV heeft FNV Zelfstandigen en betrokkene hiervan inmiddels op 5 januari 2011 schriftelijk op de hoogte gesteld. De beslissing dat de terugvordering en boete voor betrokkene komen te vervallen, zoals vermeld in de brief van 10 december, wordt door UWV gehandhaafd. Dit gelet op het feit dat dit onjuiste besluit geheel en al aan UWV is toe te rekenen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven