31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 187 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2017

In antwoord op een schriftelijke vraag van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gesteld naar aanleiding van de begroting 2017 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstuk 34 550 XV, nr. 11), heb ik uw Kamer op 24 november jl. toezending van het bijgaande onderzoeksrapport «Normbatenregeling Bbz» toegezegd1. De normbatenregeling vormt een onderdeel van de financieringssystematiek van de kredietverstrekking in het kader van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Met de invoering van de normbatenregeling in 2013 is beoogd een (extra) financiële prikkel in te bouwen met als doel (1) een beter kredietbeheer door gemeenten en (2) meer selectiviteit bij het verstrekken van leningen. De in het onderzoek betrokken gemeenten signaleren niet of nauwelijks dat de normbatenregeling van invloed is geweest op de ontwikkeling van hun Bbz-baten. De resultaten van het onderzoek duiden er verder op dat de normbatenregeling maar beperkt invloed heeft gehad op de Bbz-kredietverlening. Gemeenten zijn verdeeld over de beoordeling van de normbatenregeling. Uit het onderzoek blijkt dat circa 32% van de gemeenten positief is over de normbatenregeling, circa 25% negatief en de rest (43%) neutraal of weet het niet.

Het onderzoek maakt onderdeel uit van een afspraak met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het ligt daarom in de rede om in overleg met de VNG te bespreken welke gevolgtrekkingen aan dit onderzoek zouden kunnen worden verbonden. Gezamenlijke inzet daarbij is het vereenvoudigen en transparanter maken van de financieringssystematiek van het Bbz 2004. Uw Kamer wordt daarover te zijner tijd geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven