31 311 Zelfstandig ondernemerschap

Nr. 177 BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de Leden

Den Haag, 8 december 2016

Het presidium legt hierbij aan u voor het verzoek van de vaste commissie voor Economische Zaken bij brief van 15 november 2016 om een drietal position papers in opdracht van de Tweede Kamer te laten opstellen over de passendheid en de houdbaarheid van de Mededingingswet in relatie tot de groei van het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).

Het presidium stelt u voor om in te stemmen met dit verzoek.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

BIJLAGE BRIEF VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN

Aan het presidium

Den Haag, 15 november 2016

Bijgevoegd treft u aan het voorstel van de vaste commissie voor Economische Zaken (hierna: commissie) om een drietal position papers in opdracht van de Tweede Kamer te laten opstellen over de passendheid en de houdbaarheid van de Mededingingswet in relatie tot de groei van het aantal zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Namens de commissie verzoek ik u het voorstel ter besluitvorming door te geleiden naar de Kamer.

Het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven is betrokken bij de totstandkoming van het voorstel. De begroting is afgestemd met de stafdienst Financieel Economische Zaken van de Tweede Kamer.

De voorzitter van de commissie, Vermeij

De griffier van de commissie, Nava

Verzoek position papers passendheid en houdbaarheid Mededingingswet

Aanleiding

Er werken steeds meer mensen als zelfstandig ondernemer (zzp’er). De wetgever ziet hen ook als ondernemer, en niet zoals in sommige landen als een andere categorie (Verenigd Koninkrijk: self employed; Frankrijk auto employé). Omdat de wetgever hen als ondernemer ziet, mogen zelfstandigen geen prijsafspraken maken vanwege het kartelverbod. Gezien het hoge aantal zzp’ers en de kleine groep van grote opdrachtgevers kunnen sommige zzp’ers niet meer zelf de prijzen bepalen. Tegelijkertijd groeit de «gig economy»: een op-verzoek economie met kortlopende klussen op basis van flexibele inzetbaarheid. Met andere woorden, het kartelverbod lijkt de positie van de zzp’ers te verzwakken en die van de opdrachtgever te versterken, omdat die in staat is zzp’ers tegen elkaar uit te spelen. De vraag is dus of de Mededingingswet nog past in het huidige bedrijvenlandschap.

De Minister van Economische Zaken en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) lijken niet van plan diepgravend naar de machtsverhoudingen en de passendheid van de Mededingingswet te kijken. In de brief d.d. 10 oktober 2016 (Kamerstuk 24 036, nr. 415) stelt de Minister dat volgens de ACM de Mededingingswet juridisch weinig ruimte laat voor het collectief onderhandelen van tarieven tussen zelfstandige ondernemers.

In andere Europese landen, zoals Denemarken en het Verenigd Koninkrijk, mogen zzp'ers onderling wel prijsafspraken maken. De Deense artiestenvakbond en de Britse Musicians Union kennen beide een uitzonderingspositie voor collectief onderhandelen voor andere werkenden dan werknemers. Er is blijkbaar ruimte in EU-regelgeving om van artikel 6 (kartelverbod) van de Mededingingswet (afgeleid van artikel 101 en 102 van het Europese Verdrag) af te wijken.

In 2008–2009 heeft de Kamer een initiatiefwetsvoorstel behandeld en aangenomen van de leden Ten Hoopen, Aptroot en Vos (Kamerstuk 31 531) houdende een wijziging van de Mededingingswet ter versoepeling van de uitzondering op het verbod van mededingingsafspraken (versterking positie leveranciers uit het midden- en kleinbedrijf) over de verruiming van de bagatelregeling van 5% naar 10% van de relevante markt. De meeste zzp’ers zullen die 10% nooit halen en zouden daarom gebruik kunnen maken van deze uitzondering op het kartelverbod.

Onderzoeksvoorstel

Het voorstel is om drie wetenschappers, te weten een mededingingsjurist, een econoom en een arbeidsmarktdeskundige, elk een position paper te laten schrijven over de stand van het denken in hun vakgebied over bovenstaande problematiek.

De wetenschappers zullen worden gevraagd de volgende onderzoeksvragen in hun position papers te beantwoorden:

  • Is de Mededingingswet wel actueel genoeg voor de huidige machtsverhoudingen, vooral voor zzp'ers en hun onderhandelingsmacht?

  • Moet er een wijziging komen van de Mededingingswet of moet deze wet anders geïnterpreteerd worden ten aanzien van zzp'ers, zodat zij onderling prijsafspraken kunnen maken?

  • Zijn er andere oplossingen mogelijk?

  • Waarom wordt er geen gebruik gemaakt van de bagatelregeling van 10%?

  • Hoeveel ruimte er is in EU-verband om van het kartelverbod af te wijken?

Het doel is op basis van de ontvangen position papers en een kabinetsreactie daarop een debat te voeren met het kabinet over dit vraagstuk, bij voorkeur nog in deze kabinetsperiode.

De begroting is bijgevoegd (zie bijlage).

BIJLAGE

Begroting

De met dit onderzoek gemoeide uitgaven zijn afgestemd met de stafdienst Financieel Economische Zaken van de Tweede Kamer. De uitgaven passen binnen het reeds geraamde budget in de Kamerbegroting voor parlementair onderzoek (kennis- en onderzoeksbudget).

Naar boven