nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2007
Hierbij informeer ik u over de resultaten van de in mijn opdracht uitgevoerde
evaluatie van de Wet Voorraadvorming Aardolieproducten 2001 (WVA 2001) en
over de wijze waarop ik hier vervolg aan zal geven.
De Wet Voorraadvorming Aardolieproducten 2001 geeft invulling aan de internationale
verplichtingen van Nederland om olievoorraden aan te houden die kunnen worden
ingezet in tijden van verstoring van of onderbreking in de aanvoer van aardolie.
De wet geeft uitvoering aan voorraadverplichtingen ingevolge Europese regelgeving
en verdragsbepalingen in het kader van het Internationale Energie Agentschap
(IEA).
Onderzoeksbureau Ecorys heeft de evaluatie uitgevoerd. Het onderzoek heeft
betrekking op:
A. de basisbeginselen van de WVA 2001;
B. de doelmatigheid en doeltreffendheid van het functioneren van de Stichting
Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA);
C. de effecten van de WVA 2001 op de Nederlandse economie;
D. de logica, interne consistentie en uitvoering van de wet.
Voor de resultaten verwijs ik naar bijgaand onderzoeksrapport.1
Ecorys doet een aantal aanbevelingen waarover ik mij met het oliebedrijfsleven
zal beraden. Over de beleidsmatige uitkomsten daarvan zal ik u zo spoedig
mogelijk nader informeren. Eventuele aanpassing van de WVA wil ik procedureel
koppelen aan mogelijke aanpassing ingevolge een aanstaande nieuwe Europese
richtlijn inzake oliecrisisvoorzieningen.
De minister van Economische Zaken,
M. J. A. van der Hoeven