31 305 Mobiliteitsbeleid

30 175 Luchtkwaliteit

Nr. 484 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2025

Met deze brief wordt invulling gegeven aan de motie van het lid El Abassi (DENK) (Kamerstuk 36 600 XII, nr. 75) over zero-emissiezones voor personenauto’s zoals aangenomen tijdens het tweeminutendebat zero-emissiezones op 11 december jl. Het lid El Abassi constateert dat steeds meer gemeenten voornemens zijn zero-emissiezones in te voeren voor personenauto’s, terwijl 95% van de Nederlanders in een auto met verbrandingsmotor rijdt. Het lid El Abassi merkt op dat dit leidt tot sociale ongelijkheid en beperkte toegankelijkheid voor mensen met lagere en middeninkomens en verzoekt de regering te waarborgen dat steden toegankelijk blijven voor personenauto’s met verbrandingsmotoren.

In de Kamerbrief1 van 6 december jl. is ingegaan op de huidige onmogelijkheid een zero-emissiezone voor personenauto’s in te voeren. Het is op dit moment volgens het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV 1990) niet mogelijk om een zero-emissiezone voor personenvoertuigen in te voeren. Hoewel enkele gemeentes de ambitie hebben uitgesproken om eventueel een dergelijke zone in te voeren zodra de RVV 1990 is gewijzigd, zijn er geen concrete plannen dergelijke zones binnen afzienbare tijd in te voeren. Gemeentes zijn goed op de hoogte dat het instellen van een zero-emissiezone voor personenauto’s nu niet mogelijk is. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is niet voornemens de benodigde landelijke wetswijziging voor de invoering van deze zones, een wijziging van het RVV 1990, uit te werken. Hiermee wordt deze motie als afgedaan beschouwd.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, C.A. Jansen


X Noot
1

Kamerstuk II 2024–2025, 31 305, nr. 480

Naar boven