31 305 Mobiliteitsbeleid

31 209 Schoon en zuinig

Nr. 433 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 november 2023

Op 24 oktober jl. heeft de Kamer een gewijzigde motie1 van het lid Van Ginneken c.s. aangenomen over een verlenging van de tijdelijke vrijstelling voor rijbewijs C-plicht voor het besturen van zero-emissie bedrijfsvoertuigen boven de 3.500 kg tot en met 4.250 kg tot een blijvend Europees juridisch kader is vastgesteld. Daarbij is ook verzocht om na een week met een reactie aan uw Kamer te komen.

De tijdelijke vrijstelling voor rijbewijs C-plicht voor zero-emissie bedrijfsvoertuigen boven de 3.500 kg tot en met 4.250 kg is reeds op 31 december 2022 verlopen. Sinds 1 januari 2023 is er sprake van een gedoogsituatie voor de handhaving op het rijden met deze voertuigen zonder rijbewijs C en tachograaf. Dit geldt alleen voor voertuigen die vóór 1 oktober 2023 op naam zijn gesteld en voldoen aan de voorwaarden zoals ik deze in de brief van 17 oktober 20232 in de bijlage heb opgenomen. Deze gedoogsituatie eindigt vooralsnog op 1 januari 2024.

De urgentie van deze kwestie is mij bekend. Ondernemers wachten op duidelijkheid. Daarom werkt het ministerie naarstig aan een oplossing voor deze ondernemers. Op dit moment is er vrijwel dagelijks contact met de sector. Een oplossing dient binnen de juridische mogelijkheden te passen en dient handhaafbaar en uitvoerbaar te zijn. Dat betekent dat het ministerie niet alleen overlegt met de sector, maar ook met toezichthoudende en handhavende partijen als de Inspectie Leefomgeving en Transport, de politie, het openbaar ministerie en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In het licht van de motie Van Ginneken c.s. gaat het ministerie hierover in gesprek met de Europese Commissie. Hoewel de overleggen in constructieve sfeer plaatsvinden, zijn er nog enkele vragen te beantwoorden.

Zodra de oplossing is gevonden informeer ik, mede namens de Staatssecretaris, de Kamer zo snel mogelijk. Mijn streven is om dit deze maand nog te organiseren en duidelijkheid hierover te verschaffen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

Kamerstuk 31 305, nr. 431.

X Noot
2

Kamerstuk 31 305, nr. 430.

Naar boven