31 305 Mobiliteitsbeleid

Nr. 319 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 oktober 2020

Met deze brief informeren wij u over de gezamenlijk inspanningen van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken en Klimaat op het terrein van de hyperloop. De hyperloop is een potentieel nieuw en snel transportmiddel: een voertuig door een buis met lage druk. Na een serie gesprekken met het bedrijfsleven en instellingen uit zowel Nederland als het buitenland, concluderen wij dat er de afgelopen jaren goede voortgang is gemaakt op dit onderwerp. Het is daarom tijd is voor een volgende stap waarin publieke en private partijen de mogelijkheden voor een samenwerking bekijken om in de komende jaren te investeren in kennisontwikkeling, Europese standaarden en de hyperloop als mogelijk exportproduct. Tevens willen we beproeven of de hyperloop een veilige en duurzame vervoerswijze kan worden.

Innovatief kader

Bereikbaarheid en mobiliteit zijn cruciaal voor Nederland, evenals de positie van Nederland als «gateway to Europe». Om de Nederlandse mobiliteit in de toekomst te waarborgen en te voldoen aan de klimaatdoelstelling is het belangrijk dat we ons richten op slimme, groene en snelle mobiliteitsoplossingen. Zo experimenteert het Ministerie van IenW onder andere met ontwikkelingen als elektrisch hybride vliegen, drones, deelmobiliteit en Mobility as a Service (MaaS). De hyperloop, hoewel nog vroeg in zijn ontwikkeling, past qua ontwikkeling in dit rijtje. Met name op het gebied van duurzaamheid kan de hyperloop winst opleveren omdat rolweerstand en luchtweerstand worden geminimaliseerd.

Voor het Ministerie van EZK is het van belang dat een consortium in Nederland de spil kan worden in deze nieuwe technologie, die ook exportkansen biedt. De hyperloopontwikkeling sluit aan bij het missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid1, waarin economische kansen van maatschappelijke uitdagingen (zoals minder CO2 uitstoot) centraal staan. In de kennis- en innovatieagenda Toekomstbestendige Mobiliteitssystemen2 wordt de ontwikkeling van de hyperloop benoemd als een mogelijke nieuwe vorm van duurzaam vervoer. Het is van belang dat Nederland ook nu, terwijl we de economische gevolgen van de uitbraak van het coronavirus ondervinden, mogelijke investeringsopties onderzoekt voor deze nieuwe technologie, die een significante bijdrage zou kunnen leveren aan ons toekomstig verdienvermogen.

Hyperloop development program

We hebben de afgelopen jaren bij bedrijfsleven en hyperlooppartijen getoetst of er voldoende draagvlak is voor een publiek-private samenwerking. Deze gesprekken begonnen in 2017 toen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoek liet doen naar de hyperloop, resulterend in het rapport «Hyperloop in the Netherlands»3. Ruim twintig partijen willen nu met elkaar in de komende jaren zo’n € 25 miljoen – deels in kind – investeren in de hyperloop. Dat gebeurt in het Hyperloop Development Program (2020–2023), dat door het hyperloop consortium ontwikkeld wordt. De bedoeling van het Hyperloop Development Program is het bouwen van een testbaan op schaal in Groningen en het doen van studies en onderzoek gefocust op het ontwikkelen van de techniek, veiligheid, Europese standaarden, maatschappelijke kosten en baten en ruimtelijke inpassing. Het programma wordt getrokken door bedrijven uit binnen- en buitenland. Het opzetten van een open en Europees ecosysteem waarin gezamenlijk aan de technologie gewerkt kan worden staat centraal. Het programma staat open voor nieuwe toetreders. Ook de Europese Commissie is nauw betrokken bij de hyperloopontwikkeling en heeft een standaardisatiewerkgroep opgezet. De kosten voor het ontwikkelen van een nieuwe vervoerswijze zijn aanzienlijk en dit kan alleen met een goede samenwerking in Europa. Betrokkenheid van overheden in het programma is van belang om publieke waarden te borgen. Ook als de hyperloop niet in Nederland geïmplementeerd blijkt te kunnen worden zijn er interessante effecten op de lange termijn, qua kennisontwikkeling, spillovers naar andere domeinen en de hyperloop als exportproduct. Het Hyperloop Development Program is nog in ontwikkeling bij het hyperloop consortium.

De volgende stap: publiek-private samenwerking

Het Hyperloop Development Program kent een totaal budget van ruim € 30 miljoen. De ministeries van IenW en EZK zijn onder voorwaarden bereid om in de komende jaren gezamenlijk € 4,5 miljoen te subsidiëren aan dit Hyperloop Development Program. Ook de provincie Groningen draagt circa € 3 miljoen bij. Het overgrote deel van de financiering komt vanuit het bedrijfsleven. Een voorwaarde voor subsidieverlening is dat er gezamenlijk in een open omgeving gewerkt wordt aan de hyperloopontwikkeling. Meerdere partijen moeten van de testfaciliteit gebruik kunnen maken. Verschillende partijen versterken elkaar zo in de ontwikkeling van het concept. Een open omgeving biedt bijvoorbeeld ook kansen en mogelijkheden voor startups. De gemeente en provincie Groningen participeren actief en stellen onder andere grond beschikbaar voor een testbuis van 2,6 kilometer. Het hyperloop consortium zal in de komende maanden een subsidieaanvraag indienen bij de ministeries. Wanneer deze aanvraag voldoet aan alle staatssteun en subsidieaanvraag vereisten is een publieke bijdrage aan het Hyperloop Development Program mogelijk.

In een publiek-private samenwerking om tot een testfaciliteit voor de hyperloop te komen, zal de Nederlandse rijksoverheid vooral de private partijen faciliteren en ondersteunen. Het gaat naast het ontwikkelen van de techniek immers ook om certificering, regelgeving, interoperabiliteit en ruimtelijke inpassing. Het meedenken van bijvoorbeeld Rijkswaterstaat in deze fase heeft daarom ook toegevoegde waarde.

Wij zullen u begin 2021 nader informeren o.a. over de subsidieaanvraag en de rol van de Nederlandse overheid bij de hyperloopontwikkelingen.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

Naar boven