Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 maart 2020
Hierbij beantwoord ik de schriftelijke vragen van de leden Schonis en Verhoeven (beiden
D66) over het artikel «Autosector voldoet niet aan strenge privacynorm» (Aanhangsel
Handelingen II 2019/20, nr. 2176).
Daarnaast stuur ik u, mede namens de Staatssecretaris van EZK en zoals toegezegd in
het AO Digitalisering van woensdag 11 maart 2020, het rapport over het delen van voertuigdata
en interfaces dat op 27 januari 2020 is opgeleverd1.
Het rapport concludeert dat de automotivesector snel verandert door trends als automatisering,
connectiviteit, elektrificatie en de verandering van bezit naar gebruik door de opkomst
van (deel)platformen. Het rapport heeft niet op alle vragen die deze trends oproepen
een antwoord kunnen geven, maar maakt wel inzichtelijk dat deze trends zich de komende
jaren gaan doorzetten en daarbij de sector drastisch zullen veranderen. Toegang tot
voertuigdata en interfaces is daarin een belangrijk en complex vraagstuk, met grote
belangen voor zowel autoproducenten, toeleveranciers en aftermarketbedrijven zoals
service providers, onderhoudsbedrijven, verzekeraars en leasebedrijven. Bovendien
vragen de belangen van consumenten in toenemende mate aandacht.
Het rapport kent vijf advieslijnen:
-
1. De consument moet centraal staan bij koop, lease, gebruik van voertuigen, onder andere
door transparantie rondom het gebruik van voertuigdata.
-
2. Benutten van kansen die herzieningen van bestaande EU-wetgeving (i.c. de MV-TAR en
MV-BER) bieden om toegang tot voertuigdata te borgen voor onder andere onderhoud en
reparatie.
-
3. Optimaliseren van de uitvoering van bestaande regelgeving, onder meer door het inzichtelijk
maken en beoordelen van knelpunten vanuit de praktijk.
-
4. Stimuleren van samenwerking tussen en door marktpartijen, zoals bijvoorbeeld nu wordt
gedaan in Europa in het kader van de Data Task Force.
-
5. Onderzoeken van opties voor aanvullende regelgeving, bijvoorbeeld voor derden zoals
toegang tot data voor nieuwe mobiliteitsdiensten.
Samen met de Staatssecretaris van EZK zal ik deze adviezen de komende periode nader
uitwerken en samen met de sector en relevante toezichthouders oppakken. Hierbij vind
ik het van belang dat acties gebaseerd worden op belemmeringen uit de praktijk. Hiertoe
ga ik een meldpunt openen waar de sector concrete knelpunten kan melden zodat toezichthouders
deze ook nader kunnen onderzoeken.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga