nr. 42
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 juli 2009
Door middel van deze brief informeer ik u over de effecten van de btw-maatregel
op de statistiek, zoals toegezegd op 27 mei jl. door staatssecretaris
De Jager (Handelingen Tweede Kamer, vergaderjaar 2008–2009, nr. 88,
blz. 6867). Ik ga in op de effecten voor de statistiek, de maatregelen
die het CBS neemt en het effect op de administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
Achtergrond
Vanwege de economische crisis staat de liquiditeitspositie van het bedrijfsleven
onder druk. Het kabinet heeft in het aanvullende beleidsakkoord (kamerbrief
van 25 maart jl., vergaderjaar 2008–2009, 31 070, nr. 24)
daarom verschillende maatregelen genomen om de liquiditeitspositie van bedrijven
te verbeteren. Een van de maatregelen is dat btw-plichtige ondernemers die
maandelijks btw afdragen en die daarvoor in aanmerking komen met ingang van
1 juli 2009 per kwartaal de btw kunnen aangeven en betalen. De Belastingdienst
heeft de betrokken ondernemers inmiddels aangeschreven met het verzoek aan
te geven of zij voor een kwartaalaangifte in aanmerking willen komen. Van
de ca. 211 000 ondernemers die zijn aangeschreven, hebben ca. 55 000
ondernemers aangegeven hier gebruik van te willen maken. Dit zorgt voor een
significante verruiming van de liquiditeit. De btw-maatregel leidt ook tot
een verlichting van de administratieve lasten voor ondernemers die van deze
mogelijkheid gebruik maken. Deze ondernemers hoeven immers nog maar vier keer
per jaar btw-aangifte te doen, in plaats van maandelijks.
Consequenties voor CBS
Het Centraal Bureau voor de Statistiek gebruikt de btw-aangiften van de
Belastingdienst voor het opstellen van diverse statistieken, bijvoorbeeld
over economische groei, ontwikkelingen in de bouwnijverheid en internationale
handel. Juist in tijden van crisis is het belangrijk snelle en accurate cijfers
te hebben.
De mogelijkheid die ondernemers is geboden om hun btw-aangifte uit te
stellen heeft daardoor consequenties voor de nauwkeurigheid en tijdigheid
van deze statistieken. Het CBS blijft zo optimaal mogelijk gebruik maken van
de beschikbare maand-, kwartaal- en jaargegevens van de Belastingdienst. Door
het wegvallen van maandelijkse informatie van 55 000 ondernemers kan
het CBS echter bij sommige statistieken niet meer aan de minimale eisen voldoen
die Europese verordeningen haar opleggen. Daarom zal enige aanvullende uitvraag
plaatsvinden. Het gaat om bedrijven in de bouwnijverheid en de internationale
handel.
Relatief veel bedrijven in de bouwnijverheid hebben aangegeven per kwartaal
btw-aangifte te willen doen, om hiermee hun liquiditeitspositie te versterken.
Dit leidt ertoe dat de resterende ondernemingen in de bouwnijverheid die maandaangifte
doen niet representatief zijn voor de sector als geheel. Hierdoor is een aanvullende
uitvraag in deze sector noodzakelijk. Concreet gaat het in de bouwnijverheid
om een uitvraag bij 7700 bedrijven per maand (op een totaal van meer dan 110 000
bedrijven). Het CBS zal hier medio week 29 mee starten. De uitvraag bevat
twee vragen, namelijk de omzet binnenland en de omzet buitenland. Dit is aanzienlijk
beperkter dan de btw-aangifte en zal gemiddeld tien minuten in beslag nemen.
In de internationale handel gaat het om een uitvraag bij 2300 bedrijven
per maand (op een totaal van 160 000 bedrijven internationale handel).
Het betreft een steekproef uit de ondernemingen die overgegaan zijn op kwartaalaangifte.
Ook hier bestaat de uitvraag uit twee vragen, namelijk de totale import en
de totale export per bedrijf, met een invultijd van gemiddeld tien minuten.
De uitvraag zal in augustus opgestart worden.
Naast de statistieken internationale handel en bouwnijverheid heeft de
btw-maatregel ook effect op enkele andere statistieken. Zo kan een deel van
de voorziene administratieve lastenreductie niet gerealiseerd worden bij de
statistieken detailhandel, commerciële dienstverlening en industrie,
zoals eerder aangekondigd (brief aan de Tweede Kamer van 15 oktober 2007,
vergaderjaar 2007–2008, 29 515, nr. 218), zolang de btw-maatregel
van kracht is. Het gaat hier om circa 12 500 enquêtes per maand
die niet kunnen worden geschrapt.
Effect administratieve lasten bedrijfsleven
Bovenstaande maatregelen leiden ertoe dat de totale administratieve lasten
dalen. Ten eerste doordat het aantal bedrijven dat gebruik maakt van de btw-maatregel
groter is dan het aantal bedrijven dat het CBS gaat uitvragen. En ten tweede
doordat de uitvraag van het CBS per bedrijf beperkter is dan de informatie
die nodig is ten behoeve van de btw-aangifte. Per saldo leidt de btw-maatregel,
naast de beoogde liquiditeitswinst voor bedrijven, tot een daling van de administratieve
lasten met ongeveer 18 mln euro op jaarbasis. Aangezien de btw-maatregel pas
vanaf de tweede helft van 2009 van kracht is, dient het bovenstaande bedrag
gehalveerd te worden voor het effect in 2009.
Conclusie
De btw-maatregel heeft als primair doel de liquiditeit te verbeteren van
ondernemers die daar in deze tijd van crisis behoefte aan hebben. Circa 55 000
ondernemers willen gebruik maken van de maatregel en betalen vanaf 1 juli
hun btw per kwartaal. De maatregel bereikt daarmee haar doel en leidt daarnaast
tevens tot lagere administratieve lasten. De btw-maatregel heeft tot gevolg
dat het CBS minder betrouwbare statistieken kan samenstellen. Daarom vindt
er een minimale uitvraag plaats die nodig is om aan de minimale kwaliteitseisen
van de Europese verplichtingen te voldoen. Zodra dit mogelijk
is, zal deze uitvraag beperkt of gestopt worden.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk