31 301
Fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen

nr. 35
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID KOŞER KAYA TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 26

Ontvangen 3 juni 2009

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel IIC worden na onderdeel 0A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

0Aa

Na artikel 3.47 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3.48. Scholingsaftrek

1. Indien in een kalenderjaar kosten en lasten van scholing van in de onderneming werkzame personen bij een ondernemer in aftrek komen bij het bepalen van de winst over dat jaar, en de ondernemer hiervoor bij de aangifte kiest, wordt een volgens het tweede tot en met vijfde lid bepaald bedrag aanvullend ten laste gebracht van de winst over dat jaar (scholingsaftrek).

2. De scholingsaftrek bedraagt 100% van de in het eerste lid bedoelde kosten en lasten.

3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder scholing verstaan: cursussen alsmede opleidingen of studies voor een beroep.

4. Onder kosten en lasten van scholing van in de onderneming werkzame personen wordt mede verstaan bijdragen aan fondsen die zich geheel of nagenoeg geheel bezighouden met de financiering van scholing en aanverwante activiteiten voor zover die bijdragen zijn verschuldigd op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst en door het fonds worden benut voor scholing.

5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld:

a. met betrekking tot door de ondernemer zelf verzorgde scholing en ter bepaling van de daaraan toe te rekenen kosten en lasten;

b. ter bevordering van een goede uitvoering van het vierde lid.

Artikel 3.49. Scholingsbijtelling

Indien in een kalenderjaar een scholingsaftrek ten laste van de winst is gebracht en met betrekking tot daaraan ten grondslag liggende kosten en lasten in een volgend jaar een vermindering, teruggaaf of vergoeding wordt genoten, wordt het bedrag van die vermindering, teruggaaf of vergoeding ten bate gebracht van de winst over dat volgende jaar (scholingsbijtelling).

0Ab

Artikel 3.51 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift wordt vervangen door: Toepasselijk regime investeringsaftrek en scholingsaftrek.

2. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De scholingsaftrek en scholingsbijtelling vinden plaats volgens de regels voor het tijdvak waarin de desbetreffende kosten en lasten van scholing in aftrek zijn gekomen bij het bepalen van de winst.

II

Artikel IICA wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «A.» geplaatst.

2. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

B. De artikelen 3.48 en 3.49 van de Wet inkomstenbelasting 2001 vervallen met ingang van 1 januari 2011.

C. Artikel 3.51 van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt met ingang van 1 januari 2011 als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift wordt vervangen door: Toepasselijk regime investeringsaftrek.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

III

In artikel III ,eerste lid, onderdeel b, wordt «IIC, onderdelen A en B» vervangen door: IIC, onderdelen 0Aa, 0Ab, A en B.

Toelichting

Hierbij dient te worden onderkend dat het voor de ondernemer zelfs in tijden van recessie van groot belang is om te blijven investeren in zijn medewerkers en zodoende de voortdurende concurrentiestrijd goed te kunnen blijven aangaan. Omdat momenteel veel ondernemers zullen proberen zoveel mogelijk kosten te besparen, komen de voortdurende noodzakelijke investeringen in het kennis- en scholingsniveau van de werknemers onder grote druk te staan. Door middel van de voorgestelde maatregel wordt de ondernemer nadrukkelijk gestimuleerd om te blijven investeren in zijn werknemers. Deze stimulans vindt plaats door naast de aftrekbare scholingskosten een extra aftrek toe te kennen ter grootte van 100% van het geïnvesteerde bedrag in opleidingen. Op kasbasis zal het effect uiteraard afhankelijk zijn van het belastingtarief dat op de desbetreffende ondernemer van toepassing is. Naast een directe verbetering van de liquiditeitspositie van de bedrijven die de scholing aan hun werknemers aanbieden, zal deze scholingsstimulans overigens op termijn ook kunnen leiden tot een verhoging van de winst van de bedrijven die deze scholing aanbieden. Ook zorgt deze maatregel ervoor dat de positie van de werknemer wordt verbeterd, hij beter inzetbaar is en flexibeler kan bewegen op de arbeidsmarkt.

De dekking van deze maatregel bestaat uit het verlagen van de bijdrage aan provincies.

Koşer Kaya

Naar boven