Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 14 april 2022 en het nader rapport d.d. 25 april 2022, aangeboden aan de Koning
door de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, mede namens de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad
van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 3 maart 2022, nr. 2022000521,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde ontwerp van een algemene maatregel van bestuur rechtstreeks aan
mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 14 april 2022, nr. W05.22.00019/I, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft u hieronder aan, voorzien van mijn reactie.
Bij Kabinetsmissive van 3 maart 2022, no.2022000521, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs mede namens de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging
aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit houdende vaststelling van de voorwaarden voor
de ministeriële instemming met de statuten van het participatiefonds en de gevolgen
van intrekking van de aanwijzing van het participatiefonds als gevolg van de modernisering
van het participatiefonds en beëindiging van het vervangingsfonds (Besluit participatiefonds
20xx), met nota van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen over het ontwerpbesluit
en adviseert het besluit te nemen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Ik bied U hierbij, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het
ontwerpbesluit en de nota van toelichting wederom aan en verzoek U overeenkomstig
dit ontwerp te besluiten.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma