31 293 Primair Onderwijs

Nr. 604 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Ter griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 16 december 2021.

De wens dat het in de maatregel geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens de Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 31 januari 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2021

Hierbij bied ik u het Besluit bekostiging WPO 2022 aan.12 Voor de inhoud van het besluit verwijs ik u naar de nota van toelichting3.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure, bedoeld in artikel 69, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 158, derde lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 2.2.1, zesde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.4

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de inwerkingtreding van het besluit niet dan nadat vier weken zijn verstreken na de overlegging van het besluit aan de Tweede Kamer, respectievelijk beide Kamers der Staten-Generaal. In verband met het kerstreces wordt de nahangtermijn verlengd tot en met 31 januari 2022.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 april 2022.

Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Eerder is aan uw Kamer in het kader van de voorhangprocedure al een ontwerp van dit besluit voorgelegd (Kamerstuk 31 293, nrs. 583 en 589).

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Het huidige artikel 162l van de Wet op de expertisecentra wordt door de Wet vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs (Stb. 2021, nr. 171) vernummerd tot artikel 158.

Naar boven