31 293 Primair Onderwijs

Nr. 594 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2021

In deze brief bericht ik u over de groepsgrootte en de leerling-leraarratio (llr) in het primair onderwijs in 2020. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft net als afgelopen jaren de steekproef voor de groepsgrootte uitgevoerd.1 DUO heeft ook de cijfers over de leerling-leraarratio berekend.

De gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs in 2020

Tot 2013 was er sprake van een lichte stijging in de gemiddelde groepsgrootte. Tussen 2013 en 2016 is de gemiddelde groepsgrootte gestabiliseerd; er zaten gemiddeld 23,3 leerlingen in een groep. De jaren daarna daalde de gemiddelde groepsgrootte licht. In 2020 is de gemiddelde groepsgrootte licht gestegen ten opzichte van 2019, tot 22,9 leerlingen. In figuur 1 is de gemiddelde groepsgrootte over de jaren weergegeven.

Figuur 1: gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs, bron: DUO

Figuur 1: gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs, bron: DUO

De gemiddelde groepsgrootte in tabelvorm is als volgt:

Tabel 1: gemiddelde groepsgrootte in het basisonderwijs, bron: DUO

Jaar

Gemiddelde groepsgrootte

2011

22,63

2012

22,82

2013

23,31

2014

23,26

2015

23,30

2016

23,37

2017

23,10

2018

22,96

2019

22,62

2020

22,89

Groepen boven 30 leerlingen

De daling van het aantal groepen met meer dan 30 leerlingen is gestopt. Op 1 oktober 2020 heeft 5,4% van de groepen meer dan 30 leerlingen. In de jaren 2016 tot en met 2019 was het aandeel groepen met meer dan 30 kinderen nog gedaald van 7% in 2016 naar 2% in 2019.

In 2014 tot en met 2018 was ongeveer twee derde van de groepen kleiner dan 26; in 2019 is dat 70,9% en in 2020 70,1%. In 2020 heeft 30,6% van de groepen 20 leerlingen of minder, in 2019 was dat 31,9%.

Hieronder is de spreiding van de groepsgrootte per groep weergegeven.

Figuur 2: spreiding groepsgrootte per groep, bron: DUO

Figuur 2: spreiding groepsgrootte per groep, bron: DUO

Groepen van verschillende schoolgroottes

Naarmate scholen groter worden, zijn ook de groepen van die scholen groter, zie onderstaande figuur en tabel. Dit was ook het geval in andere jaren (zie tabel in bijlage)2. Vergeleken met 2019 zijn de verschillen tussen groepsgroottes van grotere en kleinere scholen kleiner geworden. Vooral in kleine scholen met maximaal 100 leerlingen zijn groepen groter geworden.

Figuur 3: groepsgrootte in verschillende schoolgroottes 2019 (links) 2020 (rechts), bron: DUO

Figuur 3: groepsgrootte in verschillende schoolgroottes 2019 (links) 2020 (rechts), bron: DUO
Tabel 2: groepsgrootte in verschillende schoolgroottes, bron: DUO

Categorieën van schoolvestigingsgrootte

Groepsgrootte 2019

Groepsgrootte 2020

25–50 leerlingen

12,4

12,8

51–100 leerlingen

19,0

19,6

101–150 leerlingen

21,3

21,4

151–200 leerlingen

22,0

22,5

201–400 leerlingen

22,9

23,2

meer dan 400 leerlingen

24,1

24,3

gemiddeld

22,6

22,9

Groepen in het noorden zijn kleiner

In het noorden van het land zijn de groepen kleiner dan in de rest van Nederland. De scholen in regio Noord hebben gemiddeld 1,8 leerlingen minder per groep. Groepen in het midden, westen en zuiden van het land lijken in gemiddelde grootte meer op elkaar. In voorgaande jaren was dit ook zo, zie tabel in de bijlage3.

Vooral in het zuiden en westen zijn de groepen gemiddeld gegroeid, maar in mindere mate ook in het noorden. Alleen in het midden van het land is de gemiddelde groepsgrootte iets gedaald ten opzichte van vorig jaar. Zie onderstaande grafiek en tabel.

Tabel 3: groepsgrootte per regio, bron: DUO

Regio

Groepsgrootte 2019

Groepsgrootte 2020

Noord

21,1

21,2

Midden

22,8

22,8

West

22,8

23,2

Zuid

22,7

23,2

gemiddeld

22,6

22,9

Scholen in de G5 hebben gemiddeld kleinere klassen dan in de rest van Nederland. Zie onderstaande tabel.

Tabel 4: groepsgrootte in G5, bron: DUO

G5

gemiddeld

overig

22,9

G5

22,5

Totaal

22,9

Scholen met meer achterstand hebben kleinere groepen

Naarmate scholen meer achterstand hebben, zijn de groepen kleiner. Dit is conform verwachting: naarmate scholen een populatie met meer achterstand hebben, krijgen zij meer geld om deze kinderen gelijke kansen te bieden. Er is dus meer geld voor personeel bij scholen met meer achterstandsgroepen. Hieronder staan groepsgroottes van scholen met verschillende mate van achterstandspopulatie.

Groepen van scholen met een achterstand van meer dan twee zijn in 2020 gemiddeld kleiner geworden dan in 2019, terwijl scholen met minder achterstand gemiddeld grotere groepen kregen. Zie onderstaande figuur en tabel.4

Figuur 4: groepsgrootte in verschillende categorieën van schoolachterstand, bron: DUO

Figuur 4: groepsgrootte in verschillende categorieën van schoolachterstand, bron: DUO
Tabel 5: groepsgrootte in verschillende categorieën van schoolachterstand, bron: DUO

Tabel 5: groepsgrootte in verschillende categorieën van schoolachterstand, bron: DUO Categorieën van schoolachterstand

Groepsgrootte 2019

Groepsgrootte 2020

0

23,2

23,4

>0 tot 0,5

22,4

22,7

>= 0,5 tot 2

21,6

22,2

>2

20,1

20,0

gemiddeld

22,6

22,9

De leerling-leraarratio in het basisonderwijs in 2020

Op basis van de nieuwe 1–oktober cijfers over de aantallen leerlingen en de formatieomvang van leraren zijn de nieuwe leerling–leraarratio’s berekend door DUO. De leerling-leraarratio is het aantal leerlingen gedeeld door het aantal fte leraren. De resultaten van deze deling zijn als volgt:

Figuur 4: Leerling-leraarratio’s in het PO, bron: DUO

Figuur 4: Leerling-leraarratio’s in het PO, bron: DUO

Hieruit blijkt dat de leerling-leraarratio in het primair onderwijs, ondanks de kleine stijging in groepsgrootte, voor alle sectoren gelijk is gebleven ten opzichte van 2019.

Ten slotte

De cijfers van 2020 laten zien dat de gemiddelde groepsgrootte en de leerling-leraarratio in het primair onderwijs licht zijn gestegen en dat de daling van het aantal grote groepen is gestagneerd. Ik wil graag benadrukken dat er geen ideale groepsgrootte is. Klassenverkleining kan een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs, maar dat geldt niet voor iedere doelgroep. Zo heeft bijvoorbeeld de toename in aangesteld ondersteunend personeel naast de leraar een positieve bijdrage op de kwaliteit van het onderwijs, maar zorgt dit niet voor een daling van de groepsgrootte. Vanuit een onderwijsvisie wordt dan ook, samen met leerkrachten en ouders, gekeken hoe het beste onderwijs aan leerlingen gegeven kan worden.

De groepsindeling is onderdeel van die visie waarbij ik het belangrijk vind dat scholen ruimte hebben voor maatwerk om hun eigen visie te vormen.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

CentERdata, instituut voor dataverzameling en onderzoek, heeft de berekening van DUO gevalideerd en concludeert dat de steekproef representatief is voor Nederland, de correcties op de BRON-data op een juiste wijze zijn gemaakt en dat de berekening van de gemiddelde groepsgrootte correct is uitgevoerd. De brief van CentERdata is als bijlage opgenomen bij deze brief. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Vanaf 2019 is het leerlinggewicht afgeschaft. Daarvoor in de plaats is gekomen de achterstandsscore. De achterstandsscore is in 4 categorieën verdeeld.

Naar boven