31 293 Primair Onderwijs

Nr. 499 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 januari 2020

Op 11 december 2019 hebben de sociale partners in het primair onderwijs een onderhandelaarsakkoord gesloten over een nieuwe cao. Op 10 januari jl. is dit akkoord definitief bekrachtigd door de achterban van zowel de PO-Raad als de werknemersorganisaties; daarmee ligt er nu een nieuwe cao. Hierbij informeer ik uw Kamer over de gevolgen van de nieuwe cao PO 2019/2020 voor het personeel in het primair onderwijs.

Cao-afspraken

De belangrijkste afspraken zijn:

  • de cao heeft een looptijd van 1 maart 2019 tot 1 november 2020.

  • vanaf 1 januari 2020 ontvangt iedere werknemer in het onderwijs structureel 4,5% meer salaris.

  • in februari 2020 ontvangt al het personeel een eenmalige uitkering van

  • € 875 bruto1 o.b.v. de investering uit het convenant van € 150 miljoen dat ik 1 november heb afgesloten met de sociale partners2.

  • in februari 2020 ontvangt iedere werknemer die in januari 2020 in dienst is, een eenmalige uitkering van 33% van het verhoogde maandloon van januari 2020.

  • er zijn nieuwe functies en schalen ontwikkeld voor schoolleiders en OOP.

  • ieder werkgever actualiseert het functiegebouw voor de directiefuncties en het onderwijsondersteunend personeel (OOP). Dit proces dient uiterlijk voor 1 augustus 2020 afgerond te zijn.

  • het individuele scholingsbudget wordt in 2020 en 2021 verhoogd met € 100 per jaar naar rato van de werktijdfactor. Het individueel professionaliseringsbudget bedroeg voorheen 500 euro per jaar.

  • er zijn afspraken gemaakt over de begeleiding «van werk naar werk» na ontslag. Daarmee komt het recht op transitievergoeding te vervallen bij ontslag wegens bedrijfseconomische gronden.

Ik ben blij dat het onder leiding van bemiddelaar Mariëtte Hamer gelukt is om een nieuwe cao te sluiten. Het is mooi dat met het afsluiten van de cao ook de 150 miljoen euro die door het kabinet beschikbaar is gesteld wordt besteed aan de verbetering van de arbeidsvoorwaarden.

Investeringen van dit kabinet

Sinds de komst van dit kabinet zijn er grote investeringen gedaan in de salarissen van leraren in het primair onderwijs. Leraren in het po hebben sinds het begin van deze kabinetsperiode in totaal ca. 14% salaris erbij gekregen. Zo is in 2018 een investering gedaan van € 270 miljoen en kregen de leraren sinds 2018 gemiddeld 9,5% (bestaande uit de 8,5% + 1% verhoging; zie tabel hieronder) meer salaris. Met de salarisverhoging van 4,5% per 1 januari 2020 krijgt een leraar er ten opzichte van 2019 gemiddeld zo’n € 200 euro bruto per maand bij.

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de structurele en incidentele salarisverbeteringen voor leraren vanaf 1 september 2018.

 

2018

2019

2020

totaal

Structureel

8,5%1

1%2

4,5%

14%

Incidenteel

€ 750,– bruto (naar rato)

+

42% van het salaris in sept 2018

 

€ 875,– bruto (naar rato)

+

33% van het maandloon in jan 2020

€ 1.625,- bruto (naar rato)

+

Ca. 75% van een maandsalaris

X Noot
1

Algemene salarismaatregel van 2,5% plus gemiddeld 6% voor leraren o.g.v. investering van € 270 miljoen in lerarensalarissen.

X Noot
2

Uit functiemixmiddelen die vanaf 1 januari 2019 beschikbaar zijn gekomen.

Structurele investering in het voortgezet speciaal onderwijs

In de OCW-begroting is daarnaast vanaf 2020 structureel € 16,5 miljoen beschikbaar voor verbetering van de beloning van leraren in het voortgezet speciaal onderwijs, die lesgeven aan leerlingen met het uitstroomprofiel «vervolgonderwijs». Dit is afgesproken in het recent afgesloten convenant3 met de vakbonden en de onderwijsraden. Voor hen zal in 2020 een structurele verhoging van de salarissen gaan plaatsvinden.

Beloning van leraren

Met deze investeringen is de beloning van leraren in het primair onderwijs er sinds deze kabinetsperiode fors op vooruit gegaan. Een mooie waardering voor het vak van de leraar in het basisonderwijs wat ook bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van het beroep. Een leraar in het po verdient naar schatting per 1 januari 2020 gemiddeld 4.400 euro bruto per maand. Een startende leraar in het po verdient per 1 januari 2020 structureel 3.100 euro per maand en zit daarmee op het niveau van modaal4, wat een prima startpositie op de arbeidsmarkt betekent.

In de bijlage is opgenomen wat de nieuwe cao-afspraken betekenen voor het salaris en de beloning van leraren per 1 januari 2020.

Naast algemene salarisverhogingen in de cao is het mogelijk om leraren op grond van hun functioneren te bevorderen naar hogere functies met bijbehorende salarisschaal. Meer differentiatie in verschillende functiezwaartes in het primair onderwijs helpt bij het bieden van meer carrièreperspectief voor leraren die meer willen en meer kunnen. Zo ontstaat er een ruimer carrièreperspectief dat de aantrekkelijkheid van het beroep ten goede komt. De ontwikkeling van leraren naar zwaardere functies komt bovendien de kwaliteit van het onderwijs ten goede.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

BIJLAGE

Onderstaande tabel laat zien wat een leraar per maand vanaf 1-1-2020 verdient. Voor de volledigheid is zowel het bedrag aan salaris als het bedrag aan beloning weergegeven. Beloning beslaat het bruto salaris plus toeslagen.

Tabel 1 Bedragen salaris en beloning leraren per maand op 1-1-2020

PO

Salaris

Beloning1

Beloning (inclusief incidentele uitkeringen 2020)2

(per mnd)

(bruto)

(bruto)

(bruto)

L10

   

L10-start

2.678

3.1003

3.250

L10–10 jr.

3.525

4.050

4.240

L10-max

4.113

4.750

4.940

L11

   

L11-start

2.758

3.190

3.340

L11–10jr

3.720

4.300

4.470

L11-max

4.434

5.120

5.320

L12

   

L12-start

2.812

3.250

3.400

L12–10 jr.

4.107

4.740

4.930

L12-max

5.070

5.850

6.070

Gemiddelde beloning

 

4.400

 
X Noot
1

Voor een eerlijke vergelijking van het inkomen tussen verschillende sectoren staat hier de bruto beloning per maand. De beloning is het bruto salaris inclusief toeslagen (zoals vakantie-uitkering, eindejaarsuitkering en overige toelagen). Eenmalige uitkeringen zijn hier niet in meegenomen.

X Noot
2

Dit betreft de maandelijkse bruto beloning (zie voetnoot 7) voor het jaar 2020 inclusief de incidentele uitkeringen (€ 875,– en 33% van het maandloon januari).

X Noot
3

beloningsbedragen afgerond op tientallen


X Noot
1

Dit geldt voor alle werknemers die in dienst waren in de maand januari 2020. De uitkering wordt berekend naar rato van de gewerkte uren.

X Noot
2

Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 488

X Noot
3

Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 488

X Noot
4

Het modale inkomen bedraagt 36.500 euro per jaar in 2020; oftewel 3.041 euro per maand volgens een raming van het CPB. Zie: https://www.cpb.nl/Augustusraming-2020

Naar boven