31 293 Primair Onderwijs

31 289 Voortgezet Onderwijs

Nr. 352 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2016

In het AO huisvesting van 12 april 2016 (Kamerstukken 31 293 en 31 289, nr. 327) heb ik uw Kamer toegezegd een voorstel van de PO-Raad, VO-raad en de VNG inzake de verantwoordelijkheden bij de bekostiging van renovatie te presenteren in het derde kwartaal van 2016. Ik heb dit voorstel op 20 december jongstleden ontvangen (zie bijlage)1. In deze brief treft u mijn reactie op dit voorstel aan.

Voorstel PO-Raad, VO-raad en VNG

Ik heb het voorstel met aandacht gelezen en constateer dat de raden en de VNG constructief hebben overlegd. Het uitgangspunt voor het voorstel vormt het bestaande stelsel. Zij zien als belangrijkste knelpunt dat schoolbesturen en gemeenten niet altijd overeenstemming bereiken over de verdeling van de verantwoordelijkheden ten aanzien van renovatie en nieuwbouw. Dit leidt ertoe dat publiek geld niet altijd efficiënt en doelmatig wordt ingezet.

Raden en VNG stellen het volgende voor:

  • Elke gemeente moet een Integraal Huisvestingsplan (IHP) opstellen waarover Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) wordt gevoerd. In het IHP bepalen schoolbesturen en gemeente welke schoolgebouwen wanneer gerenoveerd of vervangen worden.

  • Renovatie wordt als voorziening in de wet opgenomen en wordt de gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en gemeenten.

  • De schoolbesturen worden verplicht een Meerjarig Onderhoudsplan (MOP) per schoolgebouw op te stellen. In het OOGO worden MOP’s en IHP op elkaar afgestemd.

  • Gemeenten stellen jaarlijks een budgetplafond vast en richten voor meerdere jaren een voorziening in. Het investeringsverbod voor schoolbesturen in het primair onderwijs wordt aangepast.

Nadere uitwerking nodig

Het betreft een voorstel op hoofdlijnen. Er moet in de uitwerking nog een aantal vragen beantwoord worden. Dit betreft onder meer:

  • Hoe moet dit juridisch worden vormgegeven?

  • Hoe worden de onderlinge verantwoordelijkheden van gemeenten en schoolbesturen precies belegd?

  • Wat zijn de financiële consequenties van het plan?

  • Op welke wijze moet het investeringsverbod aangepast worden?

  • Welke extra lastendruk voor schoolbesturen en gemeenten levert dit op?

Integrale afweging investeringen in onderwijshuisvesting

Het is positief dat gemeenten en schoolbesturen gezamenlijk zorg willen dragen voor de kwaliteit van de huisvesting van scholen over een langere periode. Het gezamenlijke streven naar doelmatige investeringen over de gehele levensduur van alle onderwijsgebouwen in een gemeente of regio spreekt mij aan. Het is dan ook een goede zaak als schoolbesturen en gemeenten in het OOGO gezamenlijk een IHP opstellen waarin zij afspreken wanneer welk gebouw wordt vernieuwd of gerenoveerd. Ik onderschrijf samen met de raden en de VNG deze gezamenlijke aanpak. Overigens is het ook in de huidige situatie mogelijk voor gemeenten en schoolbesturen om samen een IHP vast te stellen. Aanvullende wetgeving is hiervoor niet noodzakelijk. De raden en de VNG signaleren dat dit toch in de praktijk niet altijd gebeurt en verzoeken daarom om aanvullende wettelijke borging van het IHP. Ik ben bereid om samen met hen hiernaar te kijken.

Volgende stap

Dit voorstel biedt voldoende mogelijkheden voor verbetering van het stelsel. Er moet echter nog veel uitgewerkt worden. Deze concretisering moet op draagvlak bij schoolbesturen en gemeenten kunnen rekenen. De raden en de VNG willen hun voorstel in samenwerking met OCW nader uitwerken. Ik zal hen daarbij graag ondersteunen. Ik wil dan met name het gesprek aangaan over de juridische en praktische uitvoeringsaspecten van het voorstel. Ik zal het gesprek benutten om ook onderwerpen zoals Meer Ruimte voor Nieuwe Scholen, Green Deal, leegstand en doordecentralisatie aan de orde te stellen. De budgettaire claim in het voorstel is in mijn optiek een zaak voor het volgende kabinet.

Graag ga ik met de VNG, de PO-Raad en de VO-raad over hun voorstel in gesprek. In het voorjaar van 2017 informeer ik u over de voortgang.

Motie Van Meenen

De motie Van Meenen (Kamerstuk 31 293, nr. 309) vraagt op welke wijze gemeenten gehouden kunnen worden een expliciet besluit te nemen over nieuwbouw, renovatie of vervanging van schoolgebouwen ouder dan 40 jaar, tenzij daar in het IHP andere afspraken over zijn gemaakt. Nu de raden en de VNG vragen om een wettelijke status van het IHP en ik daar in principe uitwerking aan wil geven, is aan de uitvoering van de motie gehoor gegeven.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven